Koen Dhondt in Albanië: “Knokpartijen zoals op café in West-Vlaanderen heb ik hier nog niet gezien”

Op bezoek in Korca. "Voor de bierfeesten", aldus Koen, die duidelijk nog altijd een Belg is gebleven. © GF
Frederik Jaques
Frederik Jaques Webredacteur

KW.be maakt de hele zomer een reis rond de wereld langs 80 West-Vlamingen. Vandaag zijn we te gast bij uitgeweken Roeselarenaar Koen Dhondt in Albanië.

Koen Dhondt (24) verruilde Roeselare een beetje ‘per toeval’ voor Albanië. Hij woont er nu al een jaar en heeft in Tirana zijn eigen driesterrenhotel voor zakenmensen, het Blloku Hotel Tirana dat sinds januari open is. Eerder werkte hij als duty manager in het Park Hotel in Roeselare.

Albanië begot! Hoe komt een jonge Roeselarenaar op het idee om naar daar te emigreren?

“Eigenlijk ging de bal enkele jaren geleden grotendeels puur per toeval aan het rollen. We hadden een reisje geboekt naar Egypte, maar net op dat moment brak de revolutie uit in Caïro. Die trip hebben we toen geannuleerd en prompt mochten we op zoek naar een andere vakantiebestemming. In die periode begonnen maatschappijen ook net rechtstreeks op Tirana te vliegen. Het land beviel me meteen. Na drie jaar heb ik dan de stap gezet om naar hier te verhuizen en een eigen hotel te openen. Er gingen aardig wat renovaties aan vooraf, maar na drie maanden van renoveren ben ik nu open. De kritieken op mijn hotelletje met tien kamers zijn trouwens erg lovend!”

Een zicht op het terras van het hotel van Koen in Tirana.
Een zicht op het terras van het hotel van Koen in Tirana.© GF

Wat maakte Albanië voor jou zo aantrekkelijk?

“Geloof het of niet, maar dit land heeft heel veel potentieel. Het eten is hier trouwens prima en het klimaat aangenaam. Ik woon hier nu intussen een jaar en aanpassingsproblemen heb ik niet gehad. Of er dan geen verschillen zijn met België? Laat ons zeggen dat er hier een nogal ‘informele economie’ is…”

Koen Dhondt in Albanië:

Kom je nog vaak terug in je geboorteland?

“Elke twee maanden ga ik bij mijn Belgische familie op bezoek. Tussendoor hebben we uiteraard ook vaak contact via telefoon en internet. Ik ben hier op mijn eentje naar toe gekomen, maar de hele familie heeft mijn keuze enthousiast onthaald en is me hier al komen opzoeken. Ik zeg trouwens ook niet dat ik hier voor eeuwig in Tirana wil blijven wonen. Misschien keer ik wel terug als er eens kindjes zijn, want uiteindelijk is het onderwijs er beter en zal je er ook meer kansen krijgen.”

Komt Albanië bij ons in het nieuws, dan is dat meestal niet met de meest positieve berichtgeving. Verdient het land beter dan het imago van criminaliteit dat er nu een beetje aan kleeft?

“Ik heb hier hoegenaamd geen problemen. Zolang je niet in slechte kringen vertoeft, is Tirana veel veiliger dan pakweg Brussel. Daar heb ik ook drie jaar gewoond, dus ik spreek uit ervaring. Zelfs knokpartijen zoals in West-Vlaamse cafés heb ik hier nog niet gezien.”

Llogara, bij helder weer heb je er zelfs zicht op Corfu.
Llogara, bij helder weer heb je er zelfs zicht op Corfu.© GF

“Toegegeven, het land kent veel problemen, maar over het algemeen gaat het de goede kant uit. De weg is lang, maar de wil tot Europese integratie is groot. De mensen willen vooruit, maar het ontbreekt vaak nog een beetje aan visie.”

In welke stad verblijf je het liefst? Of trek je liever naar het platteland?

“Gewoon, hier ter plaatse in Tirana, omdat in deze hoofdstad het meeste te beleven valt. Al ga ik soms wel eens naar de Ionische kust om daar wat te gaan paragliden, met vertrek vanop de Llogara-pas.”

Paragliden bij Vlora. Hier maakt Koen zich klaar voor een tandemsprong.
Paragliden bij Vlora. Hier maakt Koen zich klaar voor een tandemsprong.© GF

Hoe zou je de doorsnee Albanees omschrijven?

“Eens je hun vriend bent, zijn ze echt en oprecht erg hartelijk. En iets wat ze gemeen hebben met ons Belgen: ze houden ook enorm van lekker uitgebreid tafelen… Wat dan weer niét gebruikelijk is bij ons en hier wel, is het eten van schapenkop. Wie Albanië bezoekt en eens iets ‘niet-alledaags’ wil doen, kan ik alvast dat aanraden. Al moet ik toegeven dat ik dat zelf wel nog nooit heb gedaan (lacht)…”

(FJA – Foto’s Koen Dhondt)