Peter Koelewijn in zijn boek ‘Peer’: “Optreden in Vlaanderen was net een wereldreis maken”

© FODI
Patrick Depypere
Patrick Depypere Medewerker KW

In de befaamde Wisseloord Studios in Hilversum stelde de Nederlandse zanger Peter Koelewijn zijn autobiografie Peer voor. Pinkpop-organisator Jan Smeets – tevens stichtend-president van Peter & zijn Rockets fanclub – gaf het eerste Peer-exemplaar aan Koelewijn. Peter kreeg ook op bijna hetzelfde moment felicitaties van Boudewijn De Groot, George Kooymans (Golden Earring), Helmut Lotti en Piet Roelen, de manager van Helmut Lotti.

Met zestig jaar muziekgeschiedenis in zijn broekzak wordt Peter Koelewijn niet voor niets De Godfather van de Nederlandstalige rock & roll genoemd. In januari 1960 begon zijn carrière met de nummer één-hit Kom van dat dak af. Koelewijn trok op tournee met zijn Rockets en scoorde megahits met o.a. Angeline (de blonde sexmachine), Mij oh mij, Je wordt ouder papa, Alice, Who The X is Alice?... Peter Koelewijn componeerde ook songs voor o.a. Anneke Grönloh, Conny Vandenbos, Ria Valk, Babe, e.a.

Je eigen biografie, hoe belangrijk is dat voor je?

Peter: “In ‘t begin niet zoveel, omdat ik mij afvroeg wie erin geïnteresseerd zou kunnen zijn. Toen ik bezig was met al mijn verhalen te vertellen, vond ik het steeds leuker. Aan het eind van de reeks vond ik het geslaagd. We deden er maar liefst vijf jaar over. We hebben ook wel eens een pauze ingelast, maar er zat wel regelmaat in het schrijfwerk van Tjerk Lammers, ik vertelde alles.”

Mochten bepaalde zaken niet verschijnen?

Peter: “Neen, alles mocht erin. Ik had geen taboes.”

Je ontving je eerste exemplaar in Amsterdam van Jan Smeets, uw goede vriend. Had je dat zelf aan hem gevraagd?

Peter: “Ja ik ken hem ook al zo lang, vanaf zijn zeventien jaar. Hij reed op zijn fiets toen ik hem voor het eerst ontmoette. Hij vroeg – in 1969 – of hij een fanclub mocht oprichten. Dat is al een hele tijd geleden, maar we hielden altijd contact. Als hij zijn jubileum vierde dan kwam ik langs, had ik een verjaardag dan kwam hij langs. Hij noemt zichzelf nog steeds de president vanPeter en The Rockets.”

In je biografie staat dat je eerste gitaar werd stukgeslagen door je moeder. Is dat écht waar?

Peter: “Toen ik dertien jaar was, hadden we thuis een viswinkel. We hadden niet zo’n groot huisje. Ik moest altijd de bestellingen wegbrengen. We hadden ook een zolder en rond de toegang van de zolder was een hek met een luik. Ik ging meestal op zolder zingen tot op een dag mijn moeder mij nodig had om bestellingen te gaan rondbrengen. Mijn moeder krijste naar boven, maar ik hoorde ze niet want het luik was dicht. De winkel stond vol en dus werd ze zenuwachtig en kwaad. Ze stormde de trap op en kwam op zolder. Ik was mij nog van geen kwaad bewust, omdat ik met mijn rug naar het luik toe stond. Ze rukte die gitaar van me af en sloeg ze kapot. Ze schrok er wel van en ik ook, want mijn gitaar was volledig stuk. Enkele maanden later was ik jarig en toen kreeg ik een nieuwe gitaar.”

Je had ongetwijfeld ook niet gedacht dat je zolang je boterham in de muziek zou verdienen?

Peter: “Neen, absoluut niet. Ik wilde eigenlijk journalist worden. Na mijn middelbare school ging ik naar de eindexamen klas, maar ook in die periode maakte ik mijn eerste plaat en het was direct raak. Ik wilde toch bij de krant werken. Ik begon te solliciteren en ik werd aangenomen. Ik heb er drie jaar gewerkt. Ik deed het met hart en ziel. Tot op het moment dat de platenfirma mij vroeg om producties te gaan doen. Mijn journalistendroom is er nooit echt geweest, maar ik heb wel super veel eruit geleerd. Vooral dan voor het schrijven van liedjes. Als ik voor de redactie schreef, dan moest ik alles heel kort samenvatten en alle details erin verwerken. Met een liedje is dat ook zo. Dat leerde ik bij de krant”

Ik maakte altijd een plaat met het idee dat het fantastisch goed zou verkopen. Nu mag iedereen het zelf doen, ik heb het druk genoeg.

Sta je het liefst op het podium als rocker of als producer in de studio?

Peter: “Dat maakt mij niet uit. Vanavond is een van de laatste avonden van mijn tournee en dit vind ik ook leuk. Nooit eerder deed ik zo’n tournee. Ik stond wel veel in theaters, maar dat deed ik dan samen met andere collega’s. Ik maak ook niet meer zoveel platen, dat laat ik over aan andere artiesten. Ik heb met heel veel artiesten in de studio gezeten.”

Jij beleefde ook een formidabele tijd in de jaren negentig aan de zijde van Helmut Lotti. Een tijd die ook wij mochten meemaken.

Peter: ” Ik werkte meer dan acht jaar samen met Helmut, tot hij een andere weg is ingeslagen. Het gaat nu hartstikke goed met hem. Ik hoor hem nog regelmatig. Ik ben blij dat ik niet alle platen meer hoef te doen met Helmut. Ik heb er wel veel plezier aan beleefd. Die platen van hem werden altijd gemaakt in de zomer want in de winter was hij altijd op tournee. Als hij toen een studio boekte en dat was 3 à 4 weken, dan was het precies of er altijd een hittegolf was. Iedereen zat te luieren in de zon en ik zat altijd in de studio. Ik begon er soms echt genoeg van te krijgen. Als mensen met vakantie gingen, zei ik altijd dat ze moesten wachten tot wanneer ik terug in de studio kroop met Helmut. Dat was echt zo.”

Je hebt heel wat artiesten geholpen. Kan je dat goed, jezelf wegcijferen en de anderen een duwtje geven?

Peter: “Ik heb veel artiesten geholpen, omdat ik wilde dat ze een nummer één hit maakten. Al was het nu Willeke Alberti, Bonnie St. Claire, … ik maakte ook al een plaat met Will Tura. Ik maakte altijd een plaat met het idee dat het fantastisch goed zou verkopen. Nu mag iedereen het zelf doen, ik heb het druk genoeg.”

Was jouw leven zoals The Rolling Stones? Seks, drugs en rock ‘n roll?

Peter: “Enkel minder drugs, de rest was wel een beetje zo. Maar misschien toch wat minder. Ik ben nooit aan drugs begonnen. Ik heb vroeger wel een jointje gerookt, maar nooit harddrugs genomen.”

Had je ooit spijt van bepaalde dingen in jouw carriére?

Peter: “Neen, de dingen gaan zoals ze gaan. Will Tura en Rob De Nijs zijn al van kleins af artiest. Ik had nog een leven ervoor. Misschien was er nog meer uitgekomen als ik enkel bezig was geweest met Peter Koelewijn, ik weet het niet. Ik heb genoeg voldoening, wanneer ik ook met een andere artiest kon samenwerken en helpen.”

Wat zijn jouw levensdoelen nog?

Peter: “Proberen zo oud mogelijk te worden met Els, we hebben het harstikke goed. We zijn nog maar onlangs getrouwd en het gaat zo goed. We hebben natuurlijk allebei onze levenstragedie meegemaakt, maar dat is mijn doel. We schelen zeventien jaar. Voor de rest ? Als je zou zeggen met wie zou je nog eens een plaat willen maken ? Ik maakte met de meeste Vlaamse zangers al eens een plaat. Ik had er ook succes mee. Cliff Richards is een wereldartiest. Toen ik samen met Cliff en Helmut in de studio stond, was dat toch speciaal want ik was de producer. Hij moest luisteren naar mij. Dat gaf een kick. Dat wil ik nog eens opnieuw meemaken.”

Kon je trouw zijn in die muziekwereld?

Peter: “Ppfff, ik ben niet altijd trouw geweest. Ik heb dat ook geschreven in mijn boek. Moest ik het andersom verteld hebben, dan voelde ik mij als een hypocriet. Aan mijn vorige vrouw Mieke heb ik het wel verteld. Ik verwachtte dat ze me ging buiten zetten. Dat deed ze niet. De business waar ik in zit, zit vol met verleiding. Misschien hield ze zich daarin achter schuil? Je moet al heel erg sterk zijn om die verleiding te kunnen weerstaan. Ik was niet zo sterk. Nu is dat allemaal achter de rug.”

Vroeger was optreden in Vlaanderen net als een wereldreis maken.

Je hebt twee kinderen, zitten zij ook in de muziek?

Peter: “Mijn dochter woont in New York. Zij chrijft educatieve boeken waarbij ze ook muziek maakt. Het is heel leuk. Beroepsmuzikant is ze zeker niet. Mijn zoon speelt wat gitaar en de gitarist van de Golden Earring heeft met mijn zoon al eens een plaat gemaakt.”

Komt er een vervolg op deze theatertour?

Peter: “Ik weet het niet. We hebben een hele goeie theatermanager in Vlaanderen, dat hangt van hem af. Er zijn nog zoveel theaters waar we nog niet geweest zijn.”

Hoe zijn de muzikale tijden in vergelijking van dertig jaar geleden?

Peter: “De muziekindustrie is heel anders geworden. Je moet elkaar vertrouwen, respect hebben… Je kan nooit zeggen wanneer het een hit wordt. Ik maakte veel hits, maar wist het nooit op voorhand. Cd’s worden nauwelijks nog verkocht. Enkel via het net. Een artiest kan enkel geld verdienen met zijn optredens. Dat is totaal nieuw. Iedere artiest moet nu optreden.”

Heb je een bepaalde band met West-Vlaanderen?

Peter: “Mijn eerste optreden dat ik deed in Vlaanderen was Maldegem. Hun dialect is me altijd bij gebleven. Och, is dat Oost-Vlaanderen, toch dichtbij West-Vlaanderen hé. Vroeger toen ik met mijn huurbusje naar België reed, was het altijd een ramp. De snelwegen waren nog niet aangelegd. Als je naar Antwerpen reed, zag je enkel pijlen. Als je even niet oplette en je zag de pijl niet, dan reed je compleet verloren. Dan moest je weer een andere pijl volgen. Vroeger optreden in Vlaanderen, was net een wereldreis maken (lacht).”

PEER van Peter Koelewijn vind je terug in de boekhandel.

Peter Koelewijn, samen met onze showbizzmedewerker PADI.

(PADI – Foto FODI)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier