Stephanie: “Rebelser wordt het niet: barbecueën op een dinsdag!”

© KD
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

Tegen de tijd dat je dit leest, regent het volgens het KMI alweer maar die paar mooie dagen aan het begin van de week kunnen ze ons alvast niet meer afnemen! Dit was een voorbeeld van hoe ik soms mijn van nature pessimistische kant probeer te onderdrukken en af en toe positief in het leven sta. Ik slaag daar met wisselend succes in. Kijk, ik weet natuurlijk ook wel dat het geen zin heeft om me op te jagen in zaken waar ik geen vat op heb zoals daar zijn het weer, de wisselende seizoenen en de stompzinnigheid van sommige mensen, maar vaak is het sterker dan mezelf: ik zaag al eens graag een eind weg over die dingen.

In een volgend leven kom ik wellicht terug als zonnepaneeltje. Laat mij baden in de zonnestralen en ik ben een en al energie. Grijze, regenachtige dagen doen mij daarentegen onveranderlijk balanceren op het randje van een depressie. Daarom dus dat het begin van de week zo heerlijk aanvoelde: ontbijten op het terras in het zonnetje, lichte kleedjes kunnen aantrekken en ‘s avonds op mijn sletsen in een walm van vers gemaaid gras naar een barbecue bij vrienden wandelen. Want barbecueën, dat doen wij, West-Vlamingen, al eens graag bij mooi weer (ons gras afrijden trouwens ook).

In een volgend leven kom ik wellicht terug als zonnepaneeltje

Ik weet niet hoe jij erover denkt maar ik blijf dat grillritueel altijd een beetje een feest vinden. Zwoele avonden, lekker eten en een geldig excuus om een paar gazen rosé weg te kappen: what’s not to like? Toen ik klein was, haalde mijn vader de barbecue alleen maar boven tijdens het weekend. Dan gingen we op zondag naar slager Deloof in Wevelgem (want dat was de ongekroonde bbq-koning in mijn gemeente) om chipolata’s, merguezen en een stukje biefstuk. Slaatje erbij, patatje in de pel en de pret kon beginnen. Maar alleen dus maar op zondag, want in de week hoorde je saaie dingen te eten zoals koteletten met bloemkool of gekookte patatten met worst.

Het leukste aan volwassen worden is het besef dat die regels van je ouders eigenlijk nergens op slaan en je die stuk voor stuk overboord kan gooien. Dus ga ik straks naar mijn slager, koop ik alles wat ik lekker vind en ga ik vanavond op mijn terras zitten: vleesje op de grill, roseetje daarbij en genieten maar. En dat op een dinsdag! Veel rebelser kan het haast niet worden.