Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

Ik heb het wellicht al een of twee keer vermeld maar ten huize Coorevits werd er geen halfzachte opvoedingsstijl gehanteerd. Vrije educatie vond mijn vader iets voor hippies. Kinderen konden luisteren of voelen.

Nu klinkt het misschien alsof we er elke dag met de riem van langs kregen maar dat gebeurde hooguit één keer per maand of zo (grapje: een pedagogische tik werd bij ons gewoon op de ouderwetse manier met de platte hand uitgedeeld). In mijn puberjaren vond ik natuurlijk dat mijn ouders de grootste monsters waren die er rondliepen. Sterker, volgens mij hadden ze mij enkel en alleen verwekt om me vervolgens twintig jaar het leven zuur te maken.

Waarom anders moest ik als enige van mijn klas om twaalf uur thuiskomen terwijl de rest kon blijven feesten tot drie uur? (Antwoord: als de rest in de Leie springt, ga je dan achter springen?) Waarom kreeg ik geen superhippe Nokia 3310 net als alle anderen? (Antwoord: omdat er verdomme niks mis is met die telefoon die in de living staat.) En waarom mocht ik in hemelsnaam geen neusring? (Antwoord: wil je in de wei gaan staan naast de andere stieren misschien?)

In mijn puberjaren vond ik natuurlijk dat mijn ouders de grootste monsters waren die er rondliepen

De algemene regel was: zolang je onder mijn dak woont, ga je luisteren. Eens je voor alles zelf betaalt, moet je maar doen wat je niet laten kan. Dus droomde ik van de dag waarop ik financieel onafhankelijk zou zijn. Ik zou een telefoon hebben (check), uitgaan tot wanneer ik wilde (check) en twintig piercings en tattoos nemen (aantal piercings en tattoos: zero).

Het ding met die strenge opvoeding is dat je denkt dat je het helemaal anders zal aanpakken eens je ouders niets meer over je te zeggen hebben maar die lepaards spelen het zo slim dat, wanneer je dan uiteindelijk oud genoeg bent, die regels zo ingebakken zijn dat je je ouders bent geworden.

Ik ben nu al ongeveer drie jaar aan het twijfelen om een tattoo te nemen. Ik weet wat ik wil, weet waar ik hem zou zetten maar telkens ik denk dat ik beslist heb, hoor ik de stem van mijn vader: ‘Nen tattoo?? Goat’ nie bovn in de koker misschien? Doe mo geweune, ton doe je ol zot genoeg‘.

Misschien wordt het toch tijd om, op mijn 34 ste, eindelijk eens te beginnen rebelleren.