Regisseur Wannes Destoop: “Ik hou wel van mensen die zoekende zijn”

Wannes Destoop: "De reeks gaat vooral over de mentale kilo's die de personages meesleuren." (foto Eva Vlonk)
Bert Vanden Berghe

Volgende maand laat regisseur Wannes Destoop zijn langverwachte Canvas-reeks Albatros op de wereld los, tien jaar nadat hij met zijn kortfilm Cannes veroverde. Hij heeft naar eigen zeggen een lange, eigen weg afgelegd, van lastige puber tot mollige twintiger. Maar vandaag zit Wannes goed in zijn vel. Nu brengt hij verhalen van mensen die nog niet zover zijn. “Maar ik wil niet de grote moraalridder zijn.”

Hij houdt doorgaans van op café gaan, maar nu zoekt Wannes zijn heil op de koersfiets. En wandelt hij. Dan trekt hij de natuur in, met een podcast in de oren. Wie weet maakt hij er ooit zelf nog één, grijnst hij, alleen al omdat je auditief zoveel kan vertellen. Wannes is zelf ook een begenadigd verteller, al is hij bescheiden genoeg om dat niet over zichzelf te zeggen. Hij ziet er de schoonheid van in, zo zegt hij, in die kleine verhalen van het leven. De afgelopen jaren heeft het verhaal van Albatros zijn leven beheerst, weekdag, zondag. In deze fictieserie zien we hoe een groep onbekenden naar de Ardennen trekken omdat ze worstelen met hun gewicht, maar vooral met zichzelf.

Je kortfilm Badpakje 46 zette ook al overgewicht centraal. Vanwaar die fascinatie voor – excusez le mot – dikkere mensen?

“Ik denk dat die er komt omdat ik ook zelf zwaarder ben geweest. Ik woog tegen de honderd kilo, ergens tussen mijn 25ste en 30ste. Liefde gaat door de maag, dus kwamen de kilo’s er toen vlot bij. Tot mijn relatie na acht jaar op de klippen liep en ik het best mogelijke dieet volgde: liefdesverdriet. Eigenlijk wou ik al lang iets doen zoals de Fat Fighters van Little Britain, maar dan bij ons. Toen ik Dominique Van Malder leerde kennen op de set van de film Belgica, kreeg dat idee na een paar Duvels vorm. We zijn beginnen schrijven, en blijven schrijven. Tot het goed zat. Mijn grootste fascinatie is hoe de maatschappij naar dikkere mensen kijkt. ‘Eet gezonder, sport meer en dan is het opgelost’, klinkt het heel vaak. Terwijl er bij veel mensen met obesitas een achterliggende reden is. In Albatros gaan ze de strijd aan met hun lichaam, maar vooral met wat daaronder schuilt. De mentale kilo’s die ze meesleuren. Denk aan iemand die last heeft van een scheiding, worstelt met zijn geaardheid,… Het zijn eigenlijk zeer universele en herkenbare thema’s.”

Je zet de acteurs letterlijk en figuurlijk in hun blootje.

“Mijn taak bestaat er vooral in om hen zover te krijgen dat ze de emotie tonen die nodig is voor het verhaal. Ik denk dat Albatros groot is in zijn kwetsbaarheid.”

“Ik had tijd nodig om te staan waar ik vandaag sta.” (foto Eva Vlonk)

Schuilt er au fond een wereldverbeteraar in je?

“Nee, ik wil niet de grote moraalridder zijn. (denkt na) Ik ben dat op kleine schaal misschien wel. Maar daarom hoef ik niet de grote wereldproblemen te vertellen. Geef mij dan maar die diepmenselijke dingen.”

Zat je ook als tiener niet zo goed in je vel?

“Ik denk dat ik vroeger niet zo’n aangename tiener was. Het botste vaak met mijn ouders. Mijn vader kon zijn ongelijk nooit toegeven. En ik dus ook niet. (lacht) Tja, puberen, zeker? Niet kunnen omgaan met gezag, dat ook. Ik was soms echt een pain in the ass. Ik bleef zitten op school, veegde er mijn broek aan… Dat is pas veranderd op de filmschool. Omdat ik eindelijk iets deed wat mij boeide, waar ik mijn ziel kon in leggen. Ik had de vrijheid nodig om mijn ding te doen.”

“Ik denk dat Albatros groot is in zijn kwetsbaarheid.”

Was je zo’n filmstudent die er meteen in vloog?

“Ik kon niet zo goed inschatten wat het inhield. Maar ik zat erg vaak op sets. Ik zette er koffie, hield het verkeer tegen met een hesje aan,… Allemaal minder spannende jobs, maar wel de reden dat ik mijn kortfilm met bijna enkel professionele mensen heb kunnen maken, omdat ik zoveel contacten had. Ik keek wat anderen deden op de sets en vond dat heel inspirerend. Door de opleiding zelf heb ik leren ontdekken wat het is om een verhaal te vertellen. Ik had toen al een voorliefde voor kleinere verhalen over mensen die ergens niet thuishoren. Zo maakte ik in mijn eerste jaar een documentaire over een hamburgerkraam aan Gent-Sint-Pieters, waar je de rondborstige moederkloek had en de verstotene, die er kwam lachen en wenen. Ik hou wel van mensen die zoekende zijn.”

“Ik was allesbehalve een aangename puber.” (foto Eva Vlonk)

Omdat het herkenbaar is. Maar toen stond je met je kortfilm wel opeens in het glorieuze Cannes.

“En dat was een gigantische springplank, maar het heeft me tegelijkertijd ook onzeker gemaakt. Omdat je meteen op de hoogste sport van de ladder staat. Ik denk ook niet dat ik het toen ten volle heb beseft. Ik was er slechts met een handvol mensen. Nu zie ik in dat het once in a lifetime was. Dat ik een villa met zwembad had moeten afhuren voor mijn vrienden en dat mijn ouders daar ook moesten zijn, maar ik kon dat echt niet inschatten.”

Wannes zet nog snel een koffie in het kantoor van De Wereldvrede, waar hij onder meer samenwerkt met zijn beste vriend Gilles Coulier, regisseur van Bevergem en De Dag. Ook Gilles scoorde op Cannes en begon daarna heel snel met zijn eigen werk. Wannes deed dan weer zijn eigen ding op andere sets. Of het dan niet voelt alsof hij te lang gewacht heeft?

“Integendeel. Ik denk niet dat ik dit vijf jaar geleden had kunnen maken. Het was minder matuur geweest. Omdat je groeit als mens en als maker. Tien jaar geleden was het leven nog één groot feest en kon ik alles kapot relativeren. Ik had tijd nodig om te staan waar ik vandaag sta. Ik was er niet klaar voor om met mijn onzekerheden geconfronteerd te worden en ik had ook meer last van uitstelgedrag.”

“Ik was schijtenerveus op de eerste draaidag van Albatros.” (foto Eva Vlonk)

In de aftiteling van Badpakje 46 zag ik bij de grip Robrecht Heyvaert staan, terwijl die vorig jaar al cameraman was van Bad Boys For Life.

“Ja! En dat is leuk om mee uit te pakken. Maar het heeft nooit zin om te vergelijken, al betrap ik mezelf daar soms wel op. Ik had de afgelopen jaren misschien kunnen meewerken aan grote projecten, maar dan kon ik er niet helemaal mijn stempel op drukken. Met Albatros kan ik dat wel, van begin tot einde. Dat is een heel speciaal gevoel, en dat kan niemand mij afpakken.”

Heb je nu het gevoel dat het goed zit qua mindset?

“Ja. Alhoewel ik al weer denk aan mijn eerste langspeelfilm. Er zijn altijd nieuwe uitdagingen en je blijft geconfronteerd worden met je onzekerheden. Je moet die proberen te omarmen, maar dat is vaker gemakkelijker gezegd dan gedaan. De ene dag ben je trots op je werk. De andere dag denk je: kan ik dit wel? Ik weet dat ik het heel moeilijk zal hebben als er kritiek komt op Albatros, uit welke hoek dan ook.”

Wat is daarin een graadmeter?

“Vrienden die creatief bezig zijn, zoals Gilles en Wouter (Bouvijn, regisseur van De Twaalf, red.). We volgen elkaar van heel dichtbij, zijn kritisch maar zeggen het ook als het goed is. Als Gilles goedbedoelde commentaar geeft, denk ik: ‘Fucker, gij moet mij niet komen vertellen hoe ik het moet doen’. Terwijl het vaak terecht is en hij het op de meest menselijke manier brengt. Maar ik voel me dan gewoon ambetant omdat het van mijn beste maat komt. Zo heb ik geleerd dat ik eigenlijk wel een ego heb.” (lacht)

“Ik wil gewoon mooie verhalen vertellen”

En wil je je ook bewijzen aan je ouders?

“Tuurlijk. Toen ik Badpakje 46 had gemaakt, zei mijn vader na de première: ‘Ge zijt toch een klootzakje. Ge wilt niet eens vertellen of ze die wedstrijd wint of niet.’ Eigenlijk moest ik ontcijferen: ‘Mijn liefste zoon, ik ben supertrots op u, alleen kan ik dat niet zo goed onder woorden brengen’. (lacht) Hij geeft wel vaak opmerkingen om iemand uit zijn kot te lokken. Zo zei hij ooit tegen Gilles dat Bevergem over niks leek te gaan. Mijn vader deed kort mee in de De Dag en nu heb ik hem als gimmick ook in Albatros gestopt. Alleen was dat op de allereerste dag, was ik al schijtenerveus en begon hij toen zijn ene zin heel ostentatief voor te dragen. Zeg dat dan toch eens normaal! (lacht) Nu, het is toch nog goed gekomen.”

Straks je eigen serie, daarna een langspeelfilm? Heb je nog dromen?

“Altijd. Want er zijn te veel mooie verhalen die moeten verteld worden. En dat hele Hollywoodverhaal… Ik weet niet of het iets voor mij zou zijn. Zo’n Europese reeks draaien, dat wel. Ik wil gewoon mooie verhalen vertellen. En niet zoals over de plas, waar een producer steeds over je schouders meekijkt in de montagecel. Nee, geef mij dan maar de vrijheid van nu. Van schrijven in de tuin van Gilles en ‘s avonds het kampvuur aansteken. Daar kan maar weinig aan tippen.”

Albatros, vanaf begin juli volledig te bekijken op Play en Play More van Telenet en later op Canvas.

Iedereen thuis, dus?

Wat doe je thuis het liefst?

“Films en series kijken. Zo heb ik nu pas Chernobyl kunnen bekijken, wow! En als het iets minder dramatisch mag zijn: De Container Cup (op Vier, red.). Pedro Elias en Wesley Sonck zouden hun eigen show moeten krijgen.”

Wat is je favoriete nummer van het moment?

“Dead Stop met Done With You.”

En je favoriete gerecht?

“De ‘garnalencappuccino’, de signature dish van mijn goeie vriend Willem Hiele. Héérlijk!”

Ben je normaal een huismus?

“Ik ben echt niet vaak thuis. Maar als ik thuis ben, ben ik er wel heel graag.”

Voelt deze periode als tot rust komen of loop je eerder de muren op?

“Sowieso tot rust komen. Door de lockdown ‘moest’ er plots veel minder.”

Wat is de eerste bestemming waar je naartoe trekt als we weer mogen reizen?

“Deze zomer met een bubbel vrienden naar een huisje in de Ardennen. Ik hoef niet per se ver weg te gaan. Zolang het gezelschap maar geestig is. Een hele week aperitieven en barbecueën: wat wil een mens nog meer?”

“Op reis moet ik niet per sé ver weg.”

Wie is Wannes Destoop?

Wannes Destoop (35) groeide op in Waregem in een gezin van zeven.

Na zijn studies in Oudenaarde trok hij naar het KASK in Gent. Zijn thesisproject, Badpakje 46, kreeg op het filmfestival van Cannes de juryprijs. In 2014 maakte hij de kortfilm Billy the Bully.

In juli verschijnt zijn eigen reeks Albatros op Telenet. Later dit jaar is de reeks te zien op Canvas.