Slow fashion (deel 2): De kleermaker moet zichzelf opnieuw uitvinden

Bij Café Costume creëren ze een beleving die je nergens anders vindt.
Nancy Boerjan

Modeontwerpers hebben vandaag geen verhaal meer tegen het fast-fashiongeweld. In dit tweede deel van ons dossier luisteren we naar hoe het kostuumontwerpers als Erwan Daneels en Bruno Van Gils vandaag vergaat. In een tijd waarin alsmaar minder maatpakken worden gedragen, zoeken zij naar een meerwaarde om hun vak in stand te kunnen houden.

SP.A-voorzitter Conner Rousseau hield zijn eerste nieuwjaarsspeech in jeans en trui en Mark Zuckerberg ruilt zijn hoodie alleen voor een maatpak als hem in het Amerikaanse Congres uitleg wordt gevraagd bij alweer een Facebookschandaal. Maar daar laat Bruno Van Gils, zaakvoerder van maatpakkenbedrijf Café Costume – met ook in West-Vlaanderen verschillende vestigingen, in Kortrijk en Brugge – zich niet door uit het lood slaan. Café Costume vormt met een jaarlijks stijgende verkoop – in 2018 gingen er 8.000 maatpakken over de toonbank – een uitzondering op de dalende tendens in de globale markt van het maatpak. Maar hij ziet het maatpak sowieso nog niet meteen uit beeld verdwijnen.

Mannen kiezen opvallend vaker voor gedurfde kleuren

“De algemene daling in de maatpakkenverkoop vind ik niet verrassend, mannen dragen gewoon minder formele kleding. Het is dan ook belangrijk om die markt anders te gaan bekijken. Want mensen kleden zich nog altijd graag op, ze doen dat alleen op een andere manier dan voorheen. Daarbij worden het maatpak en casual wear alsmaar meer gemengd met elkaar. Ik vind dat een normale evolutie die bovendien ook eigen is aan mode. Doorheen de hele geschiedenis is kleding onderhevig geweest aan veranderingen, de huidige tendens is niet meer dan een logisch vervolg daarop.”

Roer omgegooid

Voor heel wat bedrijven is het kostuum lange tijd een vast gegeven geweest. In een nu veranderende markt hebben velen zich niet tijdig gewapend om de nieuwe houding tegenover het maatpak op te vangen, met snel dalende cijfers als gevolg. De markt zal zich ook niet herstellen, Bruno Van Gils gelooft dat het aan de ondernemers zelf is om innovatief uit de hoek te komen.

Erwan Daneels:
Erwan Daneels: “Als ik mensen uitleg hoe een kostuum gemaakt wordt, begrijpen ze doorgaans wel dat er een duurder prijskaartje aan hangt.”

Met Café Costume gooide hij tijdig het roer om: “Klanten komen naar ons toe omdat we enerzijds specialisten in het vak zijn, en daar al lang om bekend staan, maar anderzijds omdat we een doorgedreven gepersonaliseerde aanpak hebben ingevoerd. Die aanpak zorgt voor een extra aankoopreden. Een gewoon blauw pak kan je op verschillende plaatsen kopen, maar wij creëren er een beleving rond, die je ergens anders niet vindt.”

Mannen stappen doorgaans bij Café Costume binnen als ze een pak nodig hebben voor een evenement of feestelijke gelegenheid. En daarbij willen ze eigenzinnig voor de dag komen. Een pak op maat versterkt dat gevoel en laat toe om zich door een persoonlijke touch te onderscheiden. Daarnaast maakt het zakensegment een groot deel van hun verkoop uit. Maar ook hier speelt de mogelijkheid om zich te onderscheiden een rol: “Een stof die net iets anders is dan wat andere zakenmannen dragen bijvoorbeeld, maakt hier dan het verschil.”

Mannen willen alsmaar vaker een pak met een verhaal

En een maatpak is dan wel bedoeld om een tijdje mee te gaan, toch spelen ook modetrends een rol: “De stoffenkeuze wordt in de eerste plaats gedicteerd door wat de leveranciers op de beurzen aanbrengen, en wordt voorts geselecteerd door de consument. En op dat vlak zie ik interessante evoluties”, meent Bruno Van Gils. “Blauw blijft koploper, maar daarnaast kiezen mannen nu ook opvallend vaker voor meer gedurfde kleuren. Een keuze die past in de trend naar meer differentiatie ook.”

Pak met een verhaal

Net als de maatpakkenondernemingen zagen ook de op zichzelf staande kleermakers zich de voorbije decennia geconfronteerd met de dalende vraag naar maatwerk. Tal van ateliers sloten dan ook voorgoed de deuren. Toch proberen enkelingen zich overeind te houden. Erwan Daneels ontwerpt en maakt kostuums in zijn atelier in Menen, onder de naam Erwan Tailleur. Ook hij zoekt naar manieren om zich te profileren op de markt van het maatwerk voor mannen. Erwans interesse voor het mannenpak groeide uit zijn jeugd die hij doorbracht tussen de stoffen waarmee zijn moeder kleren maakte en de officiersuniformen van zijn vader. Maar pas tien jaar terug besloot hij een pak te leren maken volgens de regels van het vak. De Ledegemse meester-kleermaker Guido Vanpoucke leidde hem op; een opleiding die zeven jaar in beslag nam. In zijn eigen atelier wordt hem het meest gevraagd naar een klassiek, tweedelig pak. Maar ook hij ondervindt dat langzaam maar zeker meer mensen op zoek zijn naar persoonlijker kleding, naar ‘een pak met een verhaal’. “Mijn stoffen ga ik ver zoeken, onder meer bij een weverij in Ierland. Mijn klanten appreciëren dat aspect. Maar ze willen ook aangeven hoe ze hun pak het liefst dragen: met een hogere taille of een nauwer vallend vest. Ook het draagcomfort speelt dus een grote rol bij het publiek dat voor een pak op maat kiest. En daarop aansluitend heb ik ook klanten die door hun gestalte geen passende kleding vinden in de winkelrekken.”

Bruno Van Gils:
Bruno Van Gils: “Maatpak en casual wear worden alsmaar meer gemengd met elkaar.” (foto Alexander Popelier)

Kleermaker worden was Erwans ambitie, maar vanuit zijn interesse voor historische kostuums ging hij ook op zoek naar oude patronen. “Er blijkt vraag naar bijvoorbeeld een Victoriaans kostuum. Het gaat uiteraard om een nichemarkt, maar daar wil ik me graag voort in specialiseren en me in onderscheiden.”

De prijs blijft een drempel, een pak op maat is een luxeproduct. “Maar als ik mensen uitleg hoe een kostuum gemaakt wordt, begrijpen ze doorgaans wel dat er een duurder prijskaartje aan hangt. Die boodschap probeer ik over te brengen op een beurs als De Vitrine onlangs, waar ik wel heel wat nieuwsgierigheid ondervond.” Voor Erwan blijft maatwerk voorlopig hoe dan ook een evenwichtsoefening. Hij houdt het noodgedwongen op ‘kleermaker in bijberoep’.