Lore Provoost: “Ik zie mezelf wel ergens boeren”

Gillian Lowyck

In een zijstraat van de Torhoutsesteenweg in Oostende woont Lore Provoost boven haar zaak Marcelline, een groene oase in de anders zo drukke stad. Bakken, planten en vooral familie en gezelligheid staan centraal in haar leven.

“Ik heb lang in Gent gewoond, maar toen kwam het moment om een huis te kopen. Mijn zus woont in Oostende en ik kwam hier dus al heel veel. Eigenlijk is Oostende ideaal: je hebt het stedelijke, veel cultuur en plots stopt het dan en ligt daar die zee. Gent is een heel toffe stad, maar het voelde er beklemmend. Het was genoeg geweest voor mij. Het was mooi, maar afgerond en ik had er niets meer te zoeken.”

Lore Provoost:

“Ik droomde van een klein, gezellig restaurantje dat ook een ontmoetingsplek is. Mijn zus spoorde me aan om zoiets te openen in Oostende. Mijn broer had een pand in de Weeshuisstraat, waar vroeger een café gevestigd was. Maar hij kreeg het maar niet verkocht: de kelder was te vochtig, de gevel was in slechte staat… Maar ik zag wel het potentieel. Samen met vennoten Siska en Dimi ben ik gestart met Marcelline. Verbouwen vond ik eigenlijk heel leuk. Ik heb veel afwisseling nodig. Mocht ik de hele dag taarten moeten bakken in Marcelline, zou ik mij snel vervelen. Nu organiseren we veel verschillende activiteiten, werk ik nog deeltijds in Gent… Ik ben zeker geen honkvaste persoon.”

Lore Provoost:

“Marcelline was de naam van mijn oma. Ze kon héél goed bakken. Ze at ook heel graag, op het einde – toen ze in een rolstoel zat – was het ook het enige wat ze nog had, samen met haar kleinkinderen en achterkleinkinderen. Ze heeft zeven jaar bij mijn ouders ingewoond. Toen ik op bezoek ging, nam ik haar mee naar de keuken en gingen we aan het bakken. Oma likte de potten uit en je voelde dat het haar lang leven was. De liefde voor het bakken en koken heb ik wel van haar meegekregen, ja.”

“Ik heb veel afwisseling nodig. Mocht ik de hele dag taarten moeten bakken in Marcelline, zou ik mij snel vervelen”

Lore Provoost:

“Vroeger wilde ik dierenarts worden, maar ik ben allergisch voor katten, honden en paarden… Daarom ben ik dan maar biologie gaan studeren. Ik had zo’n toffe professor van plantkunde dat ik uiteindelijk voor die richting koos. Daar heb ik nog geen moment spijt van gehad, ik zou het meteen opnieuw doen. Let op, ik zie nog altijd graag dieren, maar planten zijn echt wel mijn ding. Ik vind het heel leuk om ergens rond te lopen en alle planten te kunnen benoemen.”

Lore Provoost:

“Ik heb een groentetuintje op Raversijde. Ik ben graag buiten, hou van bezig zijn met eten. Ook alles rond de korte keten vind ik belangrijk. We werken volledig biologisch. Het ecologische is altijd al belangrijk voor mij geweest. Ik heb dat wel mee van thuis; mijn vader had zijn eigen kippen en konijnen, had ook een moestuin. Voor mijn generatie wordt dat meer en meer belangrijk. Zo denk ik dat er niet veel meer zijn met een eigen moestuin die nog willen sproeien.”

Lore Provoost:

“Ik droom er dan ook van om met Marcelline zelfvoorzienend te worden, toch zeker op het vlak van groenten. ‘s Morgens gaan oogsten en ‘s middags op het bord, dat zou ik fantastisch vinden. Waar ik nog van droom? Op heel lange termijn zie ik mezelf wel ergens boeren. Maar dat zien we wel. Ik heb ook het gevoel dat er nog veel potentieel zit in Marcelline. Ook het sociale aspect wil ik uitbouwen. Met nieuwe Oostendenaars en vluchtelingen, op een zachte manier integratie bevorderen.”