Katrien Roels: “Familie en vriendinnen noemen mijn huis wel eens het magazijn”

© STEFAAN BEEL
Nancy Boerjan

“Als ik iets in mijn kop steek, dan doe ik er ook alles aan om het tot stand te brengen”, vertelt Katrien Roels. En ze steekt véél in haar kop. Van de eigenzinnige renovatie van een prachtig herenhuis in centrum Roeselare tot een hoedencollectie gemaakt uit mooie materialen en met veel liefde.

“Ik heb er altijd van gedroomd om in een huis te wonen, dat nostalgie ademt. Dus toen ik hier enkele jaren geleden binnenkwam – in dit grote maar vervallen herenhuis van rond 1900 – wist ik meteen: hier kan ik iets moois van maken. Ik heb nog veel werk voor de boeg, maar ik doe niks liever dan ideetjes bedenken en spullen zoeken om mijn huis in te richten naar mijn goesting. Ik snuister graag op rommelmarkten, in kringloopwinkels, op zoek naar objecten die hier een nieuw leven krijgen, en ik combineer die met hedendaagse meubelen en voorwerpen.”

Katrien Roels:
© STEFAAN BEEL

“Die voorliefde voor mooie, liefst antieke stukken en materialen had ik al toen ik jong was. Ik knutselde met stofjes, combineerde kleuren, recycleerde spullen en verzamelde ongeveer álles. (lacht) Toen ik pas getrouwd was, woonden we op een appartementje, maar dat was niks voor mij: het barstte uit zijn voegen omdat ik niks kan weggooien. Nu noemen familie en vriendinnen mijn huis wel eens ‘het magazijn’; als ze iets nodig hebben, is de kans groot dat ze het hier ook vinden. Allemaal spullen waar ik ooit iets mee wil doen. Ik weet het, mijn leven zal te kort zijn.”

Katrien Roels:
© STEFAAN BEEL

“Lesgeven bleek me niet te liggen. Ik rolde in andere jobs en volgde daarnaast opleidingen waar ik mijn creativiteit in kwijt kon, zoals modeontwerp en hoeden maken aan Syntra West. Vooral van dat laatste kreeg ik de smaak te pakken. Een hoed is voor mij méér dan iets om op je hoofd te zetten. Hij moet aansluiten bij wie hem draagt: letterlijk, maar ook figuurlijk. Ik wil weten wie de mens voor wie ik een hoed maak, ís. Vanuit dat aanvoelen ontwerp ik een hoed die eigenlijk alleen door die persoon gedragen kan worden, met een heel persoonlijk verhaal… Het geeft me veel voldoening als iemand volledig meegaat in dat verhaal; dan is het alsof ik hen via die hoed een stukje van mezelf geef.”

Katrien Roels:
© STEFAAN BEEL

“Ik ben gefascineerd door het fin-de-sièclegevoel: een exuberante, decadente en zelfs duistere periode. Dat gevoel valt voor mij samen met de muziek van Tom Waits, de tekeningen van Egon Schiele, Toulouse Lautrec… En dat probeerde ik dan ook op te roepen in mijn eindwerk als modiste. Uit het gedicht An Anna Blume van Kurt Schwitters – Anna belichaamde voor de dichter de perfecte vrouw – puurde ik vijf personages die een aspect van die vrouwelijkheid weergeven, en ik ontwierp voor elk een hoed. Op het boek dat daarvan het resultaat is, ben ik wel trots.”

Katrien Roels:
© STEFAAN BEEL

“Mijn vader was meubelmaker. We hadden het plan opgevat dat hij voor mij mallen zou maken, en ik de hoeden. Naar die samenwerking keek ik uit. We begrepen elkaar met één woord. Hij geloofde in me. Maar het is nooit zo ver gekomen, want enkele jaren geleden overleed hij plots. Dat heeft me flink geraakt.”

Katrien Roels:
© Getty Images/iStockphoto

“Ik ben best impulsief en boek dan soms onverwacht een citytrip. Om even weg te zijn van huis – hoe graag ik er ook ben -, te ervaren wat er leeft in de wereld, tijd door te brengen met mijn kinderen… Onlangs was ik samen met mijn zoon in Kopenhagen. Daar wordt weinig aan voorbereid, ik vertrouw er altijd op dat we wel ergens terechtkunnen en dat alles goed komt… Een mens heeft weinig nodig om gelukkig te zijn.”