“Ik herken mezelf in Woody Allen”

© BELGAIMAGE DAVID STOCKMAN
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Klein Duimpje, Anna Karenina of Jommeke… Stephanie Coorevits gaat elke week op zoek naar de alter ego’s van Bekend Vlaanderen.

Deze week in Alter Ego: Herman Brusselmans. Weinig Vlaamse schrijvers die meer polarisering teweegbrengen dan Herman. Ik las vele jaren geleden een column van hem in Humo getiteld Zegeningen, waarin hij de liefde voor zijn toenmalige vrouw zo ontroerend mooi beschreef dat ik de column heb uitgeknipt en in mijn portefeuille heb bewaard tot het papier nog slechts een gerafeld vodje was. Om maar te zeggen: ik ben fan.

Herman, heb jij een alter ego?

“Als ik iemand zou moeten noemen, dan kan dat niet anders dan Woody Allen zijn. Mijn persoonlijke idool. Eén: omdat ik alle films van hem gezien heb en die ook allemaal goed vind. Zelfs zijn minste films vind ik nog altijd beter dan de beste films van vele andere regisseurs.

Twee: omdat het ook een neuroot is. Drie: omdat hij een relatie heeft met een veel jongere vrouw. Vier: omwille van zijn ongelofelijke werkethiek. Die man is al meer dan vijftig jaar non-stop films aan het maken. Dat is bijna bandwerk. Ik ben zelf bezig aan mijn 75ste boek. Die enorme drang om te werken, herken ik bij mezelf. En ten slotte: hij is ook niet moeders mooiste. Dus ja, er zijn wel een aantal overeenkomsten. Mocht je mij vragen om mijn hele carrière in te ruilen voor die van een ander, dan zou ik voor die van Woody Allen kiezen. Maar goed, ik ben natuurlijk geen filmmaker.”

Heb je hem ooit ontmoet?

“Nee. Maar ik heb wel de kans gekregen. Een paar jaar geleden was er dat programma met Rob Vanoudenhoven –Via Vanoudenhoven- waarbij ze aan bekende Vlamingen vroegen wie ze graag eens wilden ontmoeten. Voor mij was dat dus Woody Allen. Ze zouden dat regelen. Alleen, ik moest ervoor naar New York en ik vlieg niet graag. Voorts zag ik me daar al zitten in een hotelkamer met een cameraploeg op ons gericht, mezelf voorstellend als: ‘Hi, I’m Herman from Belgium and I’m a fan of your work’. Die mens zit daar ook niet op te wachten. Dus ik heb ervan afgezien.”

Ik kan me voorstellen dat, wanneer je iemand in die mate bewondert, een beetje mysterie overhouden, geen kwaad kan.

“Ja, dat is ook de reden waarom ik nog nooit Gerard Reve (Hermans favoriete schrijver, red.) heb willen ontmoeten. Ik hoor overal dat hij geen makkelijke mens is. Ik wil liever mijn beeld van hem in stand houden.”

Dat snap ik. Woody Allen is nogal voor absurde humor. Diezelfde humor vind ik terug in jouw boeken. Een bewuste overeenkomst?

“Ergens wel. Ik hou van absurditeit, onzin, liefde en al die bullshit. En daar schrijf ik dus over. Ik zeg hier nogal ironisch bullshit omdat mensen die mijn boeken lezen het soms zo noemen. Ik vind dat niet. Absurde humor is een abstractie van het leven. En wat de liefde betreft: dat is mijn nummer één prioriteit. Heb je Manhattan van Woody Allen gezien?”

Neen.

“Moet je doen. Dat is mijn favoriet. Het is een zwart-witfilm waarin het hoofdpersonage, een 42-jarige man, verliefd wordt op een 17-jarig meisje. Heel grappig, silly, is misschien een juister woord, maar in wezen heel mooi en ontroerend.”

Wat is je nummer twee prioriteit?

“Literatuur. Liefde en literatuur, Stephanie, daar draait het allemaal om in mijn leven.”