“Ik heb puin geruimd, het is tijd voor iets nieuws”

Redactie KW

Isabelle Beernaert kende zotte tijden nadat ze in 2011 het tv-programma ‘The Ultimate Dance Battle’ won en succes oogstte met haar choreografieën voor ‘So you think you can dance’. Maar zo goed het haar op het podium verging, zo miserabel voelde ze zich ernaast. Tot lijf en geest haar tot kalmte dwongen en ze zich nu weer klaar voelt voor een nieuw leven. Met dank aan de bossen en de zee.

Dé jeugdherinnering die choreografe Isabelle Beernaert aan de zee bewaart, is die aan de vakantiedagen die ze doorbracht bij haar grootouders die een appartement in Middelkerke hadden. “Ik heb er hopen mosselen gegeten”, lacht ze. Ze denkt ook graag terug aan de tijd dat ze choreografieën voor missverkiezingen uitwerkte, waarvoor ze regelmatig in Knokke en Oostende was.

In 1999 kwam ze zelfs een jaar in een huisje middenin de duinen van Koksijde wonen. “Ik was 25 en net bevallen van mijn tweede kindje. Ik danste toen nog zelf en had heel wat voorstellingen gedaan, maar was echt aan rust toe en dacht die te vinden aan zee. Een beetje een idyllisch idee allicht, want ik herinner me dat de winter er toch wel erg stil was. Maar ik kwam er op adem. We gingen regelmatig côte à l’os eten bij Mieke…”, mijmert ze.

“Ik heb de zee nodig. Zeker de laatste jaren voel ik een drang om de oneindigheid van de zee te kunnen zien. Het geeft me het gevoel dat ik zelf oneindig ben, en dat mijn mogelijkheden dat ook zijn. Aan zee zijn, is op die manier een verademing, ook letterlijk. De zee reset mij, geeft me telkens een nieuwe boost.”

“Ik wil weten waarom mensen doen wat ze doen, ik zoek naar de drijfveren die het leven kleuren.”

Al is de zee voor Isabelle niet per definitie de Noordzee. “Ik ben vaak in Nederland en daar vind ik de zee dan in Domburg, Middelburg… Onlangs was ik met mijn mama een weekje in Le Touquet. Het was er bijzonder rustig. Ik voelde me helemaal herleven door de openheid, de kleurschakeringen, de leegte die geen echte leegte is, maar eigenlijk alles is…”

Maar ik geniet net zo goed van de Middellandse Zee, die heeft gewoon een andere flavour. En toen ik nog samen was met de vader van mijn jongste zoon John-Matthew kwam ik vaak in Florida, op de uitgestrekte stranden van West Palm Beach. Aan zee heb ik liever niet veel volk om me heen, ik blijf doorgaans weg van de zeedijk. Geef mij maar een leeg strand of de duinen.”

De zee maakt klaarblijkelijk een en ander in je los. Vindt dat ook een weg naar je dansproducties?

“Zeker weten. Ik vergelijk de zee met onze levens: soms deinen we rustig verder, dan weer slaan de golven over ons heen. In mijn nieuwe dansvoorstelling Tabula Rasa, die eind dit jaar in de zalen komt, ontketen ik een tsunami. (lacht) Er zit passie, woede en frustratie in, maar dan wel op een positieve manier. Ik voel opnieuw energie! Ik moet schoon schip maken, maar er is plaats voor een nieuwe toekomst. Ik voel opschudding, en dat is ook wat mijn choreografie moet weergeven.”

Sinds 2011 bracht je elk jaar een nieuwe dansvoorstelling uit, telkens goed voor volle zalen in ons land en Nederland. Je maakte er nooit een geheim van dat elke voorstelling je eigen emoties in die periode weergaf. Confronterend toch?

“Ik ben een emotionele, passionele vrouw, dat klopt. Maar ik ben ervan overtuigd dat iedereen die emoties kent, alleen schaam ik er mij allerminst voor om ze te uiten en heb ik er dus ook geen moeite mee om ze in een voorstelling te verwerken. Noem dat maar de rebel in mij. Ik heb er grote moeite mee als iemand zijn of haar emoties niet wil of kan uiten. Het maakt een mens ziek.”

“Tussen mijn 20 en 35 heb ik te snel geleefd, te veel gewild…”

Was je altijd al zo extravert?

“Op artistiek vlak wel. Bij ons thuis was er altijd muziek, mijn vader is jazzmuzikant. Ik reageerde daarop door altijd te bewegen. Op familiefeestjes vond ik het saai om braaf aan tafel te blijven zitten. Ik improviseerde showtjes waarin ik mijn zussen en nichtjes liet opdraven. Ik koos toen al de muziek en de kostuums, en vertelde iedereen wat zijn of haar rol was. Logisch dus dat ik naar de balletschool in Antwerpen trok en op mijn twaalfde wist ik al heel bewust dat ik choreografe zou worden.”

“Maar bovendien ben ik altijd erg nieuwsgierig geweest. Ik wil weten waarom mensen doen wat ze doen, ik zoek naar de drijfveren die het leven kleuren. Ik vermoed dat het emotionele aspect daardoor gaandeweg in mijn voorstellingen gegroeid is.”

Gepassioneerd én rusteloos…

“Ik ben rusteloos, ja. Maar mijn artistieke rusteloosheid noem ik gezond, het is een kracht die me vooruit stuwt. Die heb ik nodig om te kunnen creëren. De rusteloosheid die veroorzaakt werd door mijn liefdesrelaties daarentegen, deed me geen goed…”

De eerste dansvoorstelling ‘Ne me quitte pas’ liet daar al weinig twijfel over bestaan. Artistiek en zakelijk ging het je voor de wind, maar op persoonlijk vlak liep het goed fout.

“Ik was ontgoocheld in de liefde. Ik heb nooit dieper in de put gezeten dan toen. Maar net wat ik toen voelde, veroorzaakte ook de klik waardoor ik me artistiek volledig heb laten gaan. Ik had succes, van langsom meer, en ik beet me daarin vast om door te gaan. Ook op persoonlijk vlak raasde ik door: ik had nieuwe relaties, mijn zusje overleed… Er gebeurde van alles met en rondom me, maar ik nam niet de tijd om erbij stil te staan, zelfs niet om te rouwen. Tot ik in december 2015 instortte. Mijn lijf én mijn geest blokkeerden. Het was alsof het leven me letterlijk lamlegde.

“En sindsdien leef ik trager. Ik kocht me voor het eerst in mijn leven een eigen huisje, in de bossen van Kluisbergen. Daar heb ik mezelf verplicht om gas terug te nemen. Mezelf geleerd ook om opnieuw tijd te nemen voor wat ik doe, om weer bewust te genieten. Vraag me niet of dat een burn-out was. Ik weet alleen dat ik drie maanden geen muziek of televisie kon verdragen, amper at en sloten thee dronk, en in mijn eentje eindeloze wandelingen maakte. En ik las stapels boeken, alsof ik daar echt nood aan had.”

“Tussen mijn 20 en 35 heb ik te snel geleefd, te veel gewild, te veel gedaan misschien. Rust en stilte hebben me tot inzicht gebracht. En nu is het tijd om anders, bewuster te leven.”

Wat niet betekent dat je voortaan een kluizenaarsbestaan leidt?

“Neen! Ik blijf een bezige bij. Een vrouw vol passie en vuur! (glimlacht) Nee, ik maak opnieuw met veel goesting een productie, maar ik neem er nu de tijd voor.”

Heeft dat alles je iets geleerd over jezelf?

“Dat ik een zeer zachte kant heb, die ik vroeger te weinig liet zien. Ik heb mijn ambitie, mijn mannelijke kant, te veel de overhand laten nemen. Die zachtheid toon ik nu wel, en ik wil het nooit meer anders.”

Je bent opnieuw gelukkig nu.

“Ik heb een enorme bocht genomen en nu wordt alles nóg mooier. Ik kan vanaf nu nog meer doordringen tot de kern van wat ik wil meegeven in mijn choreografieën. Dat maakt me gelukkig, ja.”

“Ik bedacht een dans voor een meisje dat nooit op haar benen heeft kunnen staan”

Ook in de liefde waar je zoveel belang aan hecht?

“Ik mag het zo nog niet noemen, want ik wil mezelf deze keer echt de tijd gunnen, maar ik heb opnieuw euh gevoelens. (lacht) Ik heb drie kinderen uit verschillende relaties, ik draag op het vlak van de liefde een behoorlijke rugzak met me mee. Nu voelt het voor het eerst stabiel aan, rustiger…”

“Ik heb altijd heel graag gedanst, maar de drang om anderen te doen dansen was nog groter. Een dans maken geeft me meer voldoening.”

“Ik heb geprobeerd te begrijpen wat er de vorige keren fout liep. Een relatie ís niet simpel, je moet eraan werken en compromissen leren maken. Ik verloor mezelf ook te gauw in een relatie. Als ik van iemand houd, ga ik daar enorm in op en dan dreig ik mezelf weg te cijferen. Ik besef nu dat de aandacht die je elkaar geeft en de energie die je in elkaar steekt, in evenwicht moeten zijn. Ik denk nu zelfs dat liefde gebaseerd op een intense vriendschap meer kans op slagen heeft.”

Nu je weer overeind gekrabbeld bent, wat ligt er behalve de voorstelling ‘Tabula Rasa’ nog op het schap de komende maanden?

“Ik heb meegewerkt aan een pilootproject voor de Nederlandse televisie. Daarin proberen mensen uit verschillende disciplines een koppel dat op het punt staat uit elkaar te gaan, toch weer naar elkaar toe te laten groeien. Ik heb een choreografie gemaakt die die mensen met elkaar moeten dansen. Op een subtiele manier raken ze elkaar opnieuw aan, kijken ze elkaar in de ogen en zien ze elkaar weer zoals ze dat vroeger deden. En het heeft gewerkt, ze zijn nog bij elkaar! (lacht) De kans dat er een reeks komt, is groot.”

“Voor VTM heb ik dan weer meegewerkt aan een programma voor dit najaar, waarin Koen Wauters mensen met een beperking de kans geeft om iets heel bijzonders te doen. Een meisje dat in een rolstoel zit, droomde ervan danseres te worden. Ik heb dus een dans uitgewerkt voor iemand die nooit op haar benen heeft kunnen staan. Het zijn projecten waar ik liever dan ooit aan meewerk. Ik heb het gevoel dat het zo moest zijn, dat alles op zijn plaats valt.”