Het zoemen van de breimachine

Nancy Boerjan

Voor Mathilde Vandenbussche (27) heeft het weekend eigenlijk weinig anders in petto dan waar ze zich doordeweeks al moeilijk los van kan maken: ook dan hoort ze nog het liefst het typische zoemgeluid van haar handbreimachines.

Op die machines, tweedehands op de kop getikt of gekregen van wie er zelf niks meer mee zag aan te vangen, leeft ze zich dan uit in het bedenken van nieuwe manieren om in breiwerk kleuren, materialen en technieken te combineren. In het ateliertje bij haar ouders thuis in Brugge, twee hoog, is het stil. Als Mathilde zich er op zaterdagen terugtrekt, zet ze op de achtergrond een filmpje op. Meer zen dan dat kan een zaterdag voor haar niet worden. “In het breiwerk zelf is het het experimenteren met het creatieve en technische aspect dat me een goed gevoel geeft. Ik geniet ook van het werken met een prettig materiaal als wol. Zelfs het typische geluid van de machine, niet luid maar toch telkens duidelijk hoorbaar, brengt me in een soort meditatieve toestand.”

Mathildes fascinatie voor breigoed groeide uit haar studies Textile Design aan de KASK in Gent. Sinds ze de Prijs Jonge Makers 2019 won eind vorig jaar uitgereikt aan jonge ambachtelijke makers met passie en ambitie én een link met Brugge en ze een deeltijdse job in het Textielmuseum in Tilburg aangeboden kreeg, hoopt ze van het ontwerpen van breiwerk ooit haar beroep te kunnen maken. Ze droomt ervan een eigen collectie breigoed op de markt te brengen en een breistudio waar verschillende ontwerpers samen kunnen werken, op te richten.