Goed gestekt

Je kan nooit genoeg groen in huis hebben, vindt Gillian Lowyck. De Oostendse is zot van alles wat planten en bloemen zijn en schrijft hier tweewekelijks over alles wat groeit en bloeit.

Je kamerplanten vermeerderen is een leuke en goedkope manier om aan meer planten te raken. Sommige planten laten zich makkelijk stekken, bij andere moet je wat meer moeite doen. Bij de ene heb je snel een mooie, grote plant en bij andere moet je dan weer jaren geduld uitoefenen vooraleer je een volwassen exemplaar hebt. Maar eerlijk gezegd doet dat er niet toe: het allerleukste is je plantje zien wortelen op je vensterbank.

Bij sommige planten groeien de ‘baby’s’ gewoon in de pot. Denk aan een pannenkoekenplant of bananenplant. Stekken is dan heel eenvoudig. Haal heel voorzichtig! het plantje uit de moederpot en geef het een nieuwe thuis in een eigen pot. Het hoeft zelfs niet in water te wortelen. Bij de spinnenplant groeien de nieuwe exemplaren aan de plant zelf. Gewoon ervan trekken, dus. Die plant is in mijn ervaring zo robuust dat je ze ook gewoon zo in een pot kan steken.

Op ontdekking

Andere stekjes hebben eerst wat extra liefde en een tijdje in water nodig vooraleer ze klaar zijn voor grond. Een monstera bijvoorbeeld. Haal voorzichtig een blad van de moederplant en laat die wortelen in een glas water. Het kan zijn dat je hier toch wel even geduld voor moet hebben. Ververs het water regelmatig. Na een tijdje heb je een mooi wortelgestel. Dan kun je je kersverse plantje in een pot zetten. Deze planten kun je op deze manier stekken: monstera, ficus, rhipsalis… Bij planten zoals de vaderplant neem je geen blad, maar wel een stengel. Vetplanten zijn nog gemakkelijker. Haal gewoon een blad van de moederplant en leg die op wat aarde. Duw het er heel oppervlakkig in. That’s it!

Elke plant laat zich op een andere manier stekken bij een begonia kan je zelfs de bladeren in stukken knippen en dat is net het fijne. Tijd om op ontdekkingstocht te gaan!