Gezinsuitbreiding

Rosse katjes zijn de sympathiekste. © Getty Images
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

“Of ik misschien geïnteresseerd was in een kitten?”, vroeg een vriendin me laatst. Dat was ik zeker. Ik mag dan wel 35 zijn, wanneer iemand me een babydier aanbiedt, regresseer ik een paar jaar. Ik spring klappend op en neer en smeek onwillekeurig: ‘Oh, mama, pleaaaasee, please mag ik een katje? Ik moet noooit meer een cadeautje hebben als ik nu een katje mag. Mama! pleaaaasee!’

Om dan te beseffen dat een van de weinige voordelen aan 35 zijn, is dat ik geen toestemming meer moet vragen aan mijn mama. Wel nog aan Het Vriendje maar gelukkig is hij jong genoeg om nog altijd in zijn handjes te klappen bij de aanblik van dieren in miniatuurformaat. Dus worden wij over een paar weken de trotse pleegouders van een ros katje.

De kleur was de enige voorwaarde. Niet omdat ik een vreemde fetisj heb voor oranje katten, wel omdat ik er een even vreemde theorie over heb. Ik denk namelijk dat rosse katten sympathieker zijn dan katten in een andere kleur. Het zal je niets verbazen dat die theorie op geen enkele manier wetenschappelijk onderbouwd is maar louter steunt op mijn eigen ervaringen met zwarte katten, beter bekend als de hitlers onder hun soort. Of misschien had ik gewoon pech met mijn vorige kat.

We verwelkomen binnenkort Pablo Fernando Coorevits

Basiel(tje voor de vrienden mocht hij die gehad hebben) was de meest asociale f*ck*r die ooit op vier poten heeft rondgelopen. In de paar jaar dat ik hem onder mijn vleugels had, is hij niet één keer spinnend op mijn schoot komen liggen. Ik denk zelfs dat hij nooit binnen een straal van drie meter van mijn schoot is gekomen. Wanneer ik hem wilde strelen, kromp hij in elkaar alsof mijn vingers brandwonden op zijn tere velletje nalieten. Een keer kwam Basieltje binnentrippelen terwijl er een vriend op bezoek was. Basieltje hield niet van bezoek of bij uitbreiding van eender welk levend organisme en verstijfde prompt bij de aanblik van die indringer op zijn territorium. Hij wierp me een vernietigende blik toe en moonwalkte terug door het open raam. Ik heb hem daarna nooit meer gezien. Basieltje was geen lieverd en misschien lag het aan zijn kleur (Terwijl ik dit schrijf besef ik net dat dit ongelofelijk racistisch klinkt, dus ik herneem even). Waarschijnlijk lag het aan het feit dat ik hem Basieltje heb genoemd. Daarom neem ik geen enkel risico en verwelkomen we binnenkort Pablo Fernando Coorevits als nieuw gezinslid!