“Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse”

© Kurt Desplenter
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

Omdat een goeie zus zijn meer is dan de zussen hun champagne opdrinken in ruil voor een luisterend oor, ben ik gisterenmiddag gaan zwemmen met mijn vier jaar oude nichtje. Gisteren was zondag en dat zwemmen vond plaats in het zwemparadijs hier naast de deur, Lago Kortrijk. Als je je moeilijk een idee kunt vormen omtrent het soort belevenis dat zo’n zondagse zwempartij is, denk dan ‘Ikea op zaterdagmiddag’ of ‘Floralux op een zondag voor kerst’. Inderdaad, zoiets doet geen volwassen weldenkend mens voor zijn plezier. Je doet het namelijk voor het plezier van je vierjarige nichtje.

Het kind was het eerste uur zo enthousiast dat ze alleen maar krijste. Op een toon die normaal alleen voor dolfijnen hoorbaar is. Vlak bij mijn oor. Maar gehoor wordt overschat en de lach van een kind verveelt nooit. Ik weet niet of je ooit al eens in zwemparadijs Lago bent geweest maar als dat het geval is, weet je vast en zeker dat daar veel mensen kunnen komen zwemmen. En dat de kans dus bestaande is dat daar een kennis tussen zit. Bijvoorbeeld een ex die je al twee jaar niet meer gezien hebt. Of vrienden van de ex waarbij zowel jij als de vrienden na de breuk nog heel even krampachtig probeerden de vriendschap in stand te houden, beide partijen dat tot hun grote opluchting niet lang volhielden en de wegen uiteindelijk scheidden. Die mensen staan op zo’n middag bijvoorbeeld opeens halfnaakt voor je. Net zoals jij, tot aan jullie enkels in een kinderbad waar de penetrante geur van chloor nauwelijks die van urine kan verhullen. Dus sla je even een ongemakkelijk beleefdheidspraatje: “Goh, zijn dat de kinderen? Zo groot? Haha, neen, niet van mij neen, mijn nichtje. Ja, heel leuk. Af en toe moet dat eens, hé, de goeie tante uithangen. Haha. Ha. Hm…”

Na een kleine minuut wil je heel graag afronden maar je weet dat als je ook maar zou durven afscheid te nemen je elkaar nog minstens tien keer tegen het (halfnaakte) lijf loopt. En dan komt daar opeens de redding onder de vorm van een vierjarig meisje dat haar handen heel hard tegen haar poep duwt, in blinde paniek naar je opkijkt en smeekt: “Tante Steph? Toilet!” Ergens vermoed ik dat in de functieomschrijving van redder nergens ‘kak vissen met een netje’ staat. Dus ik gris het kind uit het zwembad, spurt naar de dichtstbijzijnde faciliteiten en plant haar net op tijd op de pot. Om daar volgende educatieve interactie tussen vader en zoon te vernemen: “Jij moet alweer pipi doen? Je bent toch nog maar juist in het zwembad geweest?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier