Frigobox

© Pixabay
© Pixabay
Leen Dendievel
Leen Dendievel Columniste

De een vloog uit naar Antwerpen, de ander woont nog altijd in Kortrijk. De West-Vlaamse stad waar zowel Leen als Stephanie geboren werden. Beiden delen ze een liefde voor schrijven en het goede leven. Elk om beurt geven ze hier een inkijk in hun week. Deze week is dat Leen Dendievel (37), actrice en auteur.

Zo’n tien jaar geleden ging ik met mijn oudste broer en mijn neefje, toen acht jaar, naar de dierentuin. Gisteren ging ik ernaartoe met mijn jongste broer, schoonzus, nichtje en neefje, ook bijna acht. De tijd vliegt als je niet goed hebt opgelet. En zelfs al sta je bij elk moment stil, dan nog raast alles aan je voorbij.

Gelukkig blijven sommige dingen hetzelfde. Wat in die tijd niet is veranderd is de verlokking van lekkers. IJsjes, hotdogs, frietjes en hamburgers; alles om kinderen te doen watertanden. Of hij frietjes mag, vraagt mijn neefje. Nee, want mama en papa hebben sandwiches klaargemaakt. Ik ben geen vrek, maar gooi toch ook niet graag eten weg. En we kennen de aantrekkingskracht van slechte dingen, dus beter voorkomen dan genezen moeten mijn broer en mijn schoonzus gedacht hebben. Ik ga akkoord. Alleen, daar heeft een kind weinig aan. Mijn neefje ziet iedereen frietjes eten. Hij heeft ‘honger’ (lees ‘goesting’). Dat mijn broer vroeger zelf dorst had naar cola en water niet goed was, was hij vergeten. Dus ik begrijp ook mijn petekind. Bij een dagje uit horen frietjes. Alleen weet hij nog niet dat hij van dit verhaal later zal smullen.

Een warm geworden boterham met een geklutst eitje hoorde gewoon bij een schoolreis

Zoals mijn broers en ik dat nu doen als we het over een warm geworden boterham met een geklutst eitje hebben. Dat hoorde gewoon bij een schoolreis. Of als we terugdenken aan ons jaarlijkse tripje naar de kust of Bellewaerde. Heerlijk vonden we het. Op de piratenboot, de theekopjes en niet te vergeten de boomstammetjes. Waarna we steevast een foto konden kopen waarop we jaar na jaar de haarstijl van onze moeder nu nog ‘mooi zien evolueren’. Te gepasten tijde lachen we er gretig mee. Fantastische herinneringen. En er kwamen geen frietjes aan te pas. Daar zaten we dan, op een bankje, met de frigobox naast ons, met onze stuute mé een ei . En daarna een cola. Ik kan me niet herinneren dat we frietjes wilden, maar ons brein onthoudt dan ook alleen maar de goede dingen. Wat ik wel nog weet is dat we zeker een softijsje kregen, al moesten we er een uur voor in de rij staan.

Mijn neefje zal zich deze dag herinneren als een zonnige dag waarop hij een raketijsje kreeg en hij met een knuffelaap (want ja, meter Leentje was natuurlijk mee) naar huis treinde. En ik onthoud dat mama’s en papa’s veel moeten dragen. Een lege buggy want je kind wil dan toch wandelen en een rugzak vol zekerheden. Ocharme mijn moeder die elke keer weer de frigobox meezeulde. Dank je ma! Alleen, die frigobox zorgt er niet voor dat die ‘honger’ naar frietjes verdwijnt. Net zoals wanneer mijn kleerkast vol hangt en ik online toch een nieuw kleedje in mijn gezicht geworpen krijg. Verlokking zal er altijd zijn. De volgende keer wanneer ik bij mijn moeder op bezoek ga wil ik wel een eitje. Daar mogen frietjes bij. En de tijd mag op dat moment gerust even stil blijven staan.