Fit-date (81): Overwin elk obstakel

Delphine Steelandt
Delphine Steelandt Bewegingsexpert

Delphine Steelandt is sportinstructrice en voedingsdeskundige en is als bestsellerauteur van onder meer #fitfood, #fitmom en #fitbody expert inzake alles wat gezonde voeding, uitdagend sporten en bewegen is. Elke week geeft ze hier tips voor een fitte levensstijl.

Nu we al weer wat meer mogen en het zonnetje met een beetje geluk van de partij is, komen er tal van toffe obstacleruns aan. Tien tot twintig kilometer loopplezier door de modder, over de heuvels, in het water met leuke hindernissen onderweg. Met deze tips bereid je jezelf optimaal voor op zo’n loopevent en kan je deze uitdaging zonder twijfel aan.

Een goed begin

Een basisconditie is een kleine vereiste, al kan je ook stappend het parcours afleggen, maar dat is wat saai. Wanneer je een vijftal kilometer kan lopen, ongeacht je snelheid, ben je klaar voor een obstakelparcours van tien kilometer.

Als je vijf kilometer kan lopen, ben je klaar voor een obstakelparcours van tien kilometer

Er zijn veel hindernissen waar je niet moet lopen en waar je dus wat kan recupereren. Hoe sneller je loopt, hoe groter de uitdaging natuurlijk.

Kracht opbouwen

Er zijn tal van gerichte oefeningen om technieken onder de knie te krijgen, maar de sleutel is vooral ‘sterk’ worden. Ideale laagdrempelige oefeningen zijn carry’s. Oefeningen waarbij je een gewicht draagt van punt A naar punt B en dan terug. De gewichten kunnen bijvoorbeeld met water gevulde jerrycans zijn (goedkoop en je kan het gewicht makkelijk aanpassen). Draag de gewichten onderhands met je armen naast je lichaam. Je moet je volledige lichaam gespannen houden om je balans te bewaren, waardoor het eigenlijk een staande plank wordt, en je op die manier je volledige lichaam traint. Word je beter en sterker, dan kan je voor zwaardere gewichten gaan, of carry’s boven de schouders.

Goeie grip

Een goeie grip is ook een enorme plus. Je kan dit oefenen met wat zandzakjes of zelfs nog eenvoudiger, met een handdoek (al dan niet nat) die je probeert uit te rekken.

Work-out van de week

Ik leg drie oefeningen wat duidelijker uit.

Oefening 1

Eerste carry. Vul twee flessen of jerrycans met water tot ze een uitdagend, maar draagbaar gewicht krijgen. Wandel voorwaarts een parcours heen en terug.

Oefening 2

Volgende carry! Draag één fles boven of op de schouder terwijl de andere arm (met gewicht) naast je lichaam hangt. Leg hetzelfde parcours af.

Oefening 3

Grip! Neem de rand van een handdoek in beide handen, met de handdoek goed in de vuist, tussen de vingers gerold. Zorg voor spanning, dus neem een kleine handdoek. Trek de uiteinden van de handdoek zo ver mogelijk uit elkaar.