Droomhuis

© Pixabay
Nancy Boerjan

Het is een van de meest aangename kanten van mijn job: mooie woningen bezoeken. Van trendy nieuwbouwprojecten tot charmante renovaties, om daar een portret van te borstelen, zoals je er verder in dit magazine ook weer eentje vindt.

Van een ruïne maakten Lut en Hasan een eigentijdse woning, niet zonder slag of stoot, maar dat was het hen waard: door de glazen achtergevel kijken ze nu recht de duinen van de Hoge Blekker in. Ik steek mijn bewondering nooit onder stoelen of banken, en zie de bewoners steevast een beetje zwellen van trots.

Ik ben er ook zo eentje, die valt voor de charme van oud. Of het nu om een deel van een vervallen fabriekspand ging of later om een uitgeleefde rijwoning. Dat je daar door moet kijken, klinkt het dan. En dat kon ik zeker: ik droomde me het ultieme huis bijeen, waar elke tegel, elke kraan, elk meubelstuk zorgvuldig door mij uitgekozen werden en dankzij mijn exquis gevoel voor vorm en kleur tot een architecturaal kunstwerk ineen vielen. Een huis dat de monden van bezoekers zou doen openvallen. Van oprechte bewondering, wel te verstaan.

Ik ben er ook zo eentje, die valt voor de charme van oud

De droom is uitgebleven. Ik heb er de handen niet voor. Het geduld ook al niet. Geen zin om zelf leidingen te leren leggen. Keuzes werden eerder door het op dat moment beschikbare budget gemaakt dan door mijn stijlgevoel. De droom is dan ook, maar niet eens met spijt, ingeruild voor een warm nest. Geen openvallende monden bij het binnentreden. Maar dat ik daar echt wel gezellig woon, zeggen bezoekers. En dan zwel ik vanzelf al een beetje op.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier