(Droom)huis met ziel

© Pixabay
© Pixabay
Leen Dendievel
Leen Dendievel Columniste

De een vloog uit naar Antwerpen, de ander woont nog altijd in Kortrijk. De West-Vlaamse stad waar zowel Leen als Stephanie geboren werden. Beiden delen ze een liefde voor schrijven en het goede leven. Elk om beurt geven ze hier een inkijk in hun week. Deze week is dat Leen Dendievel (37), actrice en auteur.

Ik trein sinds lang nog eens langs Vlaamse wegen. Op kosten van de overheid. Je weet wel, die twaalf gratis ritten die we gekregen hebben en waarvan alvast de maand was ingevuld. Want, o wee, stel je voor dat we die op een ander of beter moment zouden gebruiken (emoticon draaiende ogen). Enfin, gratis blijft gratis. Dat is dan weer 22 euro uitgespaard voor mijn droomhuis. Een huis met veel lichtinval. Ik stel me al voor dat ik aan een lange boerentafel zit en de krant doorspit of bedrijvig het begin van een boek aan het typen ben. Ik stel me rond die boerentafel op Thanksgiving ook mijn vrienden voor, die na een avondje met te veel drank toch blijven slapen, want plaats genoeg (ik mag dromen).

Ik voel het al een tijdje, ik heb mijn tijd van ronddolen in de stad gehad. Ik ben graag thuis. Nachten heb ik op café versleten, amper mijn appartement gezien, genoeg de dag zien verschijnen. Vanaf nu wil ik op mijn terras de zon zien opgaan, of vanuit mijn bed de stralen zien binnenkomen. Ik ben intussen heel wat weiden en een mix van huizen gepasseerd; dank je overheid voor dit gratis uitzicht. Moderne huizen, kleine huizen, oude huizen, vervallen huizen, huizen met een grotere tuin dan het huis groot is, huizen zonder tuin, vuile tuinen en nieuwe huizen zonder ziel. Waar de geur van cement nog waar te nemen is.

Terwijl ik met een snelheid van 140 kilometer per uur passeer, vraag ik me af wat daar achter de gevels gebeurt

Ik krijg kriebels als ik oude huizen zie die worden opgekocht en helemaal gestript worden. Wat heeft de Vlaming toch een lelijke baksteen in de maag. Ofwel wordt al het groen overbouwd, ofwel gooien mensen pareltjes plat om er een betonnen blok op te zetten. Ik wil behalve licht ook een ziel in de tegels van de badkamer. Gelukkig hebben mijn man en ik dezelfde smaak. Wij dromen van een huis uit de jaren 70. Een van die pareltjes die alleen in West-Vlaanderen te vinden zijn. In Antwerpen zijn ze meestal niet te betalen. Maar we hebben nog wat geduld nodig, want in die huizen wonen gezonde oudere mensen met een goeie smaak, een ziel en een geschiedenis. Hopelijk een mooie. Want terwijl ik met een snelheid van 140 kilometer per uur passeer, vraag ik me af wat daar achter de gevels gebeurt. Zit een oud vrouwtje te wachten op haar zoon? Is het een man die zijn partner mist? Een jong koppel dat net vijf minuten telt om twee streepjes te zien? Of is iemand zijn geld aan het tellen? Misschien wel zijn laatste centjes om een brood te kunnen kopen. Of is er weer iemand tegen een kast gelopen? Welk huis je ook hebt, achter elke voordeur zit een living, waar fraaie maar ook minder fraaie dingen gebeuren. Daarom zit je maar beter op een trein, alles gaat aan je voorbij. Ik zet mijn koptelefoon op en neurie in gedachten mee. ‘Altijd iemand in de buurt die van je houden kon. Ja alles kan een mens gelukkig maken. De zon die doorbreekt, een vers kopje theeeeeeee!’