De Wondere Wereld van Luc: De Panne – Knokke – De Panne

Luc Dufourmont

Echt rustig is het nooit in het hoofd van Luc Dufourmont. Sommigen noemen het een afwijking, anderen een gave. In deze column neemt hij ons elke week even mee in zijn denkwereld. Soms grappig en dan weer intriest, maar altijd recht uit het hart en met een flinke dosis buikgevoel.

In mijn garage staat een gesponsorde racefiets, Eddy Merckx, Biarritz 69. Reden daarvoor is een uitdaging die ik in 2017-’18 aanging, die resulteerde in een heel gezond en sportief jaar. Niettegenstaande al mijn goede voornemens om daarna nog te blijven ‘gaan’ moet ik toegeven dat het hete vuur dat mij toen dreef inmiddels is herleid tot een zwak waakvlammetje.

Een ‘bijna-doodervaring’ vorige week, mijn overtollige kilo’s en een kast vol bijna vervallen energierepen en sportdranken waren de reden dat ik maandag een beslissing nam. De Panne-Knokke en terug zou het worden. Plat, heen en met wind op kop, terug met de wind in ‘t gat.

Heen verliep vlotter dan verwacht, de eerste 45 minuten waren de lastigste maar dan kwam de oude diesel weer op gang. Na een goeie drie uur fietsen, zes energierepen en twee liter sportdrank zag ik het schone strand van Lippens opdoemen aan den einder. In rennersoutfit, beslagen bril en met de zeer lichte fiets op mijn rug liep ik het strand op tot aan de kustlijn. De raceschoenen en kousjes gingen uit en met mijn gezwollen voeten liep ik het zilte sop tegemoet. Heerlijk.

Terug op adem plofte ik neer op een meter van het water en haalde mijn pistolets met kaas en mosterd uit mijn rugzakje, het blikje Rodenbach was nog koel genoeg. Even genieten en dan terug naar De Panne was het plan. “Je weet toch dat Lippens geen fan is van mensen die picknicken op het strand?”

Van waar kwam die stem? Ik deed mijn helm en bril af, keek achter me en op nog geen twee meter afstand zat een adembenemende schoonheid met ontbloot bovenlijf, omzwachtelt met een wit doek vanaf haar navel.

Praten kon ik even niet, mijn hart bonsde in mijn hoofd, was dit echt?

“Sorry, als ik je liet schrikken”, lachte ze, “Een renner op het strand, het heeft wel iets.”

“Zo’n schoonheid halfnaakt op het strand op een frisse herfstdag heeft ook wel iets”, zei ik, terug bij mijn positieven.

Daar zat een adembenemende schoonheid met ontbloot bovenlijf

“Ja, ik weet het, ik heb eb en vloed niet goed ingeschat en was een paar meter te laat, nu moet ik wachten tot het water terug tot bij mij komt, tenzij je mij wil helpen?”

Ik keek haar aan, haar lange blonde lokken hingen netjes over haar frêle borstjes.

In een vloeiende beweging trok ze het witte laken weg, het bleek een tafellaken van Café Kiki Beach te zijn, en daar verscheen haar imposant blauwgroene staart. Het staarteinde flapperde vrolijk op en neer op het mulle zand.

“Be…be…ben jij een zeemeermin?”, stamelde ik.

“Nee een olifant, komaan vent, pak me op en breng me naar het water asjeblieft.”

Ik boog voorover, ze sloeg haar armen om mijn nek, lichtte haar staart een beetje op zodat ik haar mooi van het strand kon tillen.

Toen ik tot aan mijn knieën in het water stond liet ze los, kuste me en zwom bliksemsnel zeven meter in achterruit een kirrend geluid makend, armenzwaaiend verdween ze onder water.

Ik heb de kusttram teruggenomen naar de Panne, mijn energierepen zijn voor de kippen.

Volgende week fiets ik naar Wervik op boterkoeken en plat water.

https://www.youtube.com/watch?v=vMTEtDBHGY4

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier