“De boom bepaalt het uiteindelijke ontwerp”

Gillian Lowyck

Van boom tot afgewerkt eindproduct: bij Howt gebeurt zo goed als álles. Het resultaat: een uniek meubelstuk waarin de – lokale – boom zelf nog duidelijk zichtbaar is.

Je laten leiden door de boom om tot unieke meubelstukken te komen, dat is waar Howt om draait. Het bedrijf werd vorig jaar opgericht door Alexander Yde (31), een Oostendenaar die op de dienst bevolking van Bredene werkt, maar ook iets met zijn passie voor hout wou doen.

Een passie die nogal onverwacht ontstond. “Ik had eigenlijk geen ervaring met hout, maar volgde bij VDAB toch een opleiding tot schrijnwerker”, bekent Alexander. “Daar leerde ik werken met de machines, kwam ik echt in contact met houtbewerking. Uiteindelijk vond ik werk in een andere sector en bij nader inzien is een job als schrijnwerker ook niet meteen mijn ding – deuren plaatsen en dergelijke is niet echt iets voor mij – maar de passie voor hout bleef.”

Op bomenjacht

Alexander verdiepte zich in de stijl die live edge furniture wordt genoemd. Een stijl waarbij de natuurlijke vorm van de boom wordt gerespecteerd en ook duidelijk aanwezig blijft in het meubelstuk. “Het komt er eigenlijk op neer dat je de boom als basis neemt”, legt hij uit. “Daarmee bedoel ik dat je eerst kijkt naar je boom en dan pas beslist wat je er van zal maken. Een boom die een heel dikke tak had bijvoorbeeld, of heel wat twijgjes… dat zorgt voor een bijzondere vorm en die probeer je zoveel mogelijk te bewaren.”

“Het hout dat ik gebruik, vind je ook niet in de gewone houthandel”, gaat Alexander verder. “Daar heeft alles een mooi, rechte vorm en mogen er geen kronkels in zitten.” En dus gaat Alexander zelf op bomenjacht. “De bomen die ik gebruik, red ik eigenlijk van de houtkachel (lacht). Vanwaar ik de bomen dan haal? Van verschillende plaatsen: bij particulieren, openbare diensten, maar ook van werven bijvoorbeeld. Ik moet veel rondrijden…”

Belangrijk is wel dat de boom nog altijd in goede staat verkeert. “Sommige exemplaren zijn gewoon te ver heen, zijn gerot en niet meer te redden. Alles hangt ook af van de weersomstandigheden en dergelijke. Maar schimmels zijn niet altijd slecht: soms merk je dat een boom door een schimmel zwarte lijntjes krijgt. Dit heet vervuring of ‘spalting’. Dat hout kan perfect gedroogd worden, waarbij die lijntjes bewaard blijven, wat voor een erg mooi effect kan zorgen. Iets wat je niet ziet bij de commerciële houthandel.”

“De bomen die ik gebruik, red ik eigenlijk van de houtkachel”

Veel mogelijkheden

Wat Alexander doet, wordt ook wel urban salvage genoemd: bomen redden uit de stad. “Een methode die vooral in de Verenigde Staten en Canada bekend is, hier wat minder. Maar qua recyclage telt dit goed mee natuurlijk.”

“Eens de boom gezaagd, kijk je wat er kan”, zegt Alexander. “Er zijn heel wat mogelijkheden: van bijzettafels en hakblokken over salontafels tot bloembakken.” Al is niet elke boom voor alles geschikt. “Je vertrekt van de boom, dat is het uitgangspunt. Je doet niet gelijk wat met gelijk welke boom. Sommige houtsoorten zijn bijvoorbeeld niet geschikt om met voedingsmiddelen in contact te komen. Andere kan je dan weer niet gebruiken voor tafels, omdat ze snel deuken krijgen. Maar er zijn weinig bomen waar je niets mee kan doen.”

En zoals het een echte houtbewerker betaamt, heeft Alexander ook favoriete houtsoorten. “Esdoorn vind ik heel mooi. Een iep – ook bekend als een olm – ook, maar die zijn helaas aan het verdwijnen door de iepziekte. Voor de rest hou ik ook van walnoot, kerselaar, Canadese populier…”, somt Alexander op. “Als ik ergens op stap ga, hou ik meestal wel mijn ogen open en heb ik een boekje bij om de boomsoorten te identificeren.”

Zonnedroogoven in de tuin

“Hoe ik te werk ga? Er zijn heel veel verschillende stappen. Na het verzagen – dat doe ik ook zelf – laat ik de boom drogen. Daartoe heb ik een solar kiln gebouwd in de tuin. Dat is eigenlijk een soort serre/zonnedroogoven om hout te drogen. Want nadat het hout luchtgedroogd is, bedraagt het vochtpercentage nog altijd 20 procent. Met een solar kiln kan je het percentage terugbrengen tot een 8 tot 10 procent, wat nodig is om meubels te maken. Is het vochtpercentage hoger, dan zou het hout helemaal verdraaien en scheeftrekken. Dat is natuurlijk niet de bedoeling.”

Alexander doet alles zelf, van vlakfrezen en schuren tot zelfs lassen. “Enkel poederlakken besteed ik uit”, zegt hij. “Het is allemaal heel tijdsintensief, ja. Aangezien ik nog fulltime werk, doe ik alles in het weekend en na de uren. Maar voor mij is het wel meer dan een tijdsinvulling. Na een werkdag kan het erg ontspannend zijn om zware fysieke arbeid te verrichten”, glimlacht hij. “Het is gewoon ik, het hout en het verstand op nul.”

“Het mooiste aan werken aan hout? De geur, zeker en vast. Het is een warm materiaal, zalig om mee te werken. Ik kan er ook echt van genieten om bij het schuren de tekening die in het hout zit beetje bij beetje tevoorschijn te zien komen. Elke boom is anders, en het is elke keer weer bijleren”, besluit Alexander.