Brihang tussen twee platen in: “Ik ben niet bang om mijn plek te verliezen”

© Christophe De Muynck
© Christophe De Muynck
Olaf Verhaeghe

Eerst papa, dan weer rapper. Vandaag Brussel, later Heuvelland. En nu even wat stiller, maar straks komt die derde plaat. Met Boudy Verleye, op de radio en het podium beter bekend als Brihang, gaat het goed zoals het loopt. Niets moet, alles mag. Als de tijd rijp is. “Ik zoek naar een nieuw evenwicht. Carrière maken was belangrijk. Dat is nu een beetje gaan liggen.”

Helemaal klaar voor als het weer mag, maar tot die tijd wel op zijn gemak. Dat een festivalzomer voor de tweede keer op rij aan zijn neus voorbijgaat, heeft Boudy Verleye – rapper Brihang – intussen een plaatsje kunnen geven. “Soms voel ik nog eens zo’n tiksje frustratie opkomen, maar eigenlijk ça va wel. Vorig jaar had ik het daar veel moeilijker mee. Ik voelde me heel onveilig, te onveilig om te kunnen creëren. Nu lukt het wel om los te laten.”

Hij zit op zijn gemak, dat zie je en voel je aan alles. Aan de tijd die hij neemt, aan de woorden die hij kiest en aan de glimlach die komt piepen als hij over zijn dochtertje spreekt. Over de tien maanden oude Inti Verleye-Garnica straks meer. Nu eerst over de muzikant die al maanden niet echt meer speelt.

Op een huzarenvideoclip te midden van de Noordzee na, is het de jongste maanden heel stil rond Brihang.

“Ja, absoluut. Maar dat is heel bewust ook. Het heeft nu toch geen zin om een nieuwe plaat uit te brengen, je kan er toch nergens mee spelen. En ergens geeft me dat ook rust. Ik heb de luxe om mijn tijd te kunnen pakken. Ik ben bij mijn gezin, ik heb mijn sociale media overboord gegooid. Ik duik graag naar de achtergrond. Op mijn dooie gemakje knutselen aan mijn muziek. Ik zit niet stil, dat niet.”

Ben je nu vooral papa Boudy, eerder dan muzikant Brihang?

“Zeker en ik denk wel dat het nog even zo zal blijven. Ik ben op zoek naar een nieuw evenwicht. Vroeger vond ik het belangrijk om carrière te maken, misschien is dat nu een beetje gaan liggen.”

“Er is de optie om in Nederland te beginnen bijvoorbeeld. Als je in België de AB uitverkoopt… Tja, dan is er nog de Lotto Arena of het Sportpaleis maar daar ligt mijn ambitie niet. Dat past ook niet bij mijn muziek. En dus kijkt het label al snel naar Nederland: misschien moeten we dat toch eens echt proberen. We hebben daar al shows gedaan in het verleden, en dat loopt allemaal goed. ‘t Is meganice , maar toch is er iets…”

 © Christophe De Muynck
© Christophe De Muynck

Sinds ik jonge papa ben, ben ik te moe om ’s nachts nog te liggen piekeren

Je voelt het zelf niet?

“Nee, voilà. Ik geloof misschien niet dat West-Vlaams daar kan werken. Er is geen specifieke reden, maar ik ben vooral content met hoe het nu is. Of was, voor corona. Het hoeft voor mij niet groter te worden. Ik ben echt niet op zoek naar het grote publiek of de big cash. Gewoon hoe het is, is meer dan genoeg.”

“Ik zit in een mooie positie, dat besef ik. Zelfs in de grootste crisis in jaren lukt het me om rond te komen. De radio heeft mijn nummers uiteindelijk opgepikt, ik kan mezelf de tijd gunnen om aan iets nieuws te werken. Dat mag twee, drie jaar duren. Liefst zelfs. Ik weet dat die nieuwe plaat er komt. Velen willen altijd heel aanwezig zijn, ergens uit angst om vergeten te worden. Ik ben daar soms bang voor, maar ik wil er niet altijd mee bezig zijn.”

Had je schrik voor het uitblijven van de radio?

“Vanaf het moment dat ik aan een album begon, voelde ik de stress al komen. Moet je dan iets maken dat op de radio komt? Ik heb daar lang mee gezeten. Uiteindelijk heb ik dat kunnen loslaten en met zolangmogelijk gemaakt wat ik echt wilde maken. Dat album heeft een traag, omgekeerd proces gekend bij het publiek. Mensen hebben die plaat – zo voel ik het toch – mondjesmaat opgepikt, geluisterd en geapprecieerd. Uitgedokterd en doorverteld. Dat vind ik wel mooi. Door veel live te spelen ook zijn mensen over Brihang beginnen te babbelen. Als ze dan achteraf tegen me komen zeggen je plaat vond ik wel goed, maar nu ik het live hoor en zie, ben ik mee . Ik vind dat een heel groot compliment.”

 © Christophe De Muynck
© Christophe De Muynck

Heb je het gevoel dat je je plek intussen hebt opgeëist? Dat zou terecht zijn.

“Niet echt. Maar ik ben ook niet bang om een plek te verliezen.”

Het ietwat onzekere, dat zit er nog altijd in. Hoe komt dat? Je staat er toch. Stevig, en al eventjes.

“Omdat ik nog altijd onzeker ben. Dat zal nooit weggaan denk ik. Ik zou dat ergens ook jammer vinden. Ik weet niet of ik muziek zou maken, mocht ik me superzelfzeker voelen. Mijn teksten en mijn muziek zijn voor mij net een manier om te ventileren.”

“Ik ben trots en blij met wat ik heb gemaakt, dat zeker. Maar die onzekerheid zal blijven. Ik ben ook iemand die altijd zoekt naar een manier om zichzelf heruit te vinden. Het is gemakkelijk maar gevaarlijk om altijd hetzelfde te doen.”

In veel van je teksten zit een soort bezorgdheid, iets oprecht. Ben je een piekeraar?

“Ik ben iemand die bezorgd is, ja. Eigenlijk schrijf ik om mezelf te troosten, om een gevoel dat ik moeilijk kwijt kan, naar buiten te brengen. Ik zie dat ook als een spel, met mezelf. Maar ook met taal, met gevoelens,met die bezorgdheden.”

Het is wel impressionant dat veel mensen dat dan op zichzelf kunnen projecteren.

“Wat ik zot vind, is dat mensen van sommige nummersdie eigenlijk geen echte meezingers zijn, wel de tekst van het eerste tot laatste woord kennen. Dat is ook het toffe aan mijn publiek. Ze zijn mee met wat ik wil zeggen. En je voelt ook een enorme liefde in die zaal. Geen trucjes, geen handjes in de lucht, geen moshpit . Ik lach daar soms een beetje mee, maar eigenlijk vind ik het echt nice dat niet nodig te hebben. Er zit niets agressief in, enkel liefde.” (even stil ) “Kijk hé, ik mis het. Dat podium, dat publiek. Ik mis het.”

 © Christophe De Muynck
© Christophe De Muynck

Eigenlijk schrijf ik om mezelf te troosten

Slaap je vandaag goed?

“Los van de baby? (lacht luid ) Eigenlijk wel. Vroeger, voor ik een kind had, zou ik nog meer aan het piekerenzijn. Dat heb ik nu niet meer, je valt in slaap omdat je zo uitgeput bent. (glimlacht ) Ik hoop wel dat het zal terugkeren, want uit al dat nadenken en dat malen haal ik mijn beste ideeën en inspiratie. Ik doe dat eigenlijk graag.”

Je dochtertje Inti wordt in juni één jaar. Maar voor ze werd geboren, zei je vaak: ik ben bang om papa te worden. Ben je vandaag bang om papa te zijn?

“Dat is grappig. In de verloskamer waren die angsten weg. Ik was vooraf echt bang, maar toen we daar stondenen ik Inca (Boudy’s echtgenote, red.) zag liggen afzien, wist ik dat ik er klaar voor was. Zo mooi, zo sterk dat ze was. Toen voelde ik dat ik het wél zou kunnen.”

Als zij dat kan, dan lukt de rest ook wel.

“Ja, zoiets. Ik ben nog volop aan het ontdekken hoe opvoeden nu eigenlijk moet. Ik heb ooit aan mijn ouders gevraagd hoe dat te doen. Zij zeiden toen dat je dat sowieso kan, dat dat gewoon in je zit en dat je je gevoel moet volgen. Ik merk dat, je neemt automatisch die verantwoordelijkheid op. En een baby is ook zo schattig, je móét daar gewoon voor zorgen. Ik sta daar van te kijken, hoe zot dat allemaal loopt en hoe verbonden Inti en Inca met elkaar zijn. Dat is echt crazy.”

“Ik zal zien wat we Inti meegeven. Alles wat we denken dat goed en juist is, zeker? Maar tegelijk wil ik haar ook niets opleggen. Laat haar maar de weg zoeken.Wij zullen haar alle kansen geven die ze wil, haar laten proberen, haar op haar bek laten gaan, haar weer oprapen en op pad sturen.”

 © Christophe De Muynck
© Christophe De Muynck

Je bent naar de Brusselse gemeente Schaarbeek verhuisd, de studies van Inca achterna. Heeft Brussel je veranderd als persoon?

“Nu met die corona weet ik waarom ik vroeger niet in Brussel wilde wonen. ( lacht ) Brussel moet leven om er te kunnen leven. Dat wringt nu een beetje, maar ik ben zeker dat na corona de schoonheid en dat bruisende weer zichtbaar zullen worden.”

“Veranderd? Misschien wel, ja. Ik sta wat meer op mijn strepen. Dat harde, die iets ruwere kant vind ik iets hebben. Maar anderzijds is Brussel ook heel zacht, heel liefdevol, heel vriendelijk. Hier woon je echt in de wereld, tussen alle verschillende culturen. Je hebt hier het gevoel dat er niet één juist pad is. Dat vind ik het mooie. Iedereen trekt hier zijn plan op zijn eigen manier, en niemand oordeelt daarover.”

Was je daar vroeger naar op zoek, naar zo’n omgeving?

“Ik ben opgegroeid in Knokke. Dat is het tegenovergestelde, vind ik. Ik heb het gevoel dat iedereen daar mee in de pas loopt. Ik had dat ook, doen wat iedereen doet. Niet omdat je het graag doet, maar omdat dat de verwachting is.”

“Dat klinkt misschien negatief, maar ik heb eigenlijk wel een megamooie tijd gehad in Knokke. Ik zou willendat Inti ook al die verschillende kanten ziet. Dat ze én in Knokke én in Gent én in Brussel kan opgroeien. Ik vind dat belangrijk, ja.”

Keer je nog terug naar Knokke?

“Ik zie mezelf daar niet meer wonen, neen. Niet nu in elk geval. Heel veel van mijn goede maten wonen daar nog in de streek, maar voor mij… Neen, voor mij hoeft Knokke niet meer. Op bezoek wel. En voor vakantie.”

 © Christophe De Muynck
© Christophe De Muynck

Brihang is het pseudoniem van Boudy Verleye.De nu 28-jarige rapper groeide op in Knokke-Heist, studeerde kunst in Gent en woont vandaag in de Brusselse gemeente Schaarbeek samen met zijn vrouw Inca Garnica en hun dochtertje Inti (10 maanden).

In 2014 won Brihang de talentenjacht De NieuweLichting van Studio Brussel. Op dat moment had hij al twee eigen ep’s uit. Met zijn debuut-album zolangmogelijk maakte hij in 2017 zijn naam als talent waar, in 2019 deed hij daar met het geroemde Casco een schepje bovenop. Datzelfde jaar verkocht Brihang ook de AB uit en werd hij genomineerd voor zes MIA’s.

En elders in West-Vlaanderen?

(zonder twijfel ) “Heuvelland. Dat is écht het omgekeerde van Brussel. Echt in het groen, het desolate. Ik zou het kunnen, ja. Nu kan ik Brussel nog niet verlaten, maar ik voel dat ik het ooit zal doen. Heuvelland staat zeker op mijn lijstje. Elke keer als ik er kom, voel ik het weer. Dat volkse, dat gevoel van nergens . En die prachtige uitzichten. Die echte West-Vlaamse mentaliteit ook. Dat heeft iets heel schoons. Ja, Heuvelland. Mooi.”

Zie je jezelf op je veertigste nog deze muziek maken?

(denkt na ) “Dat is een goede vraag. Ik vraag mezelf dat ook af. Ik ben geen Flip Kowlier, ik kan geen gitaar vastpakken en zo spelen.”

“Ik zie mezelf over tien, vijftien jaar eerder in Fake Records (het Gentse muzieklabel van Brihang, red.) zitten om jonge artiesten de weg te wijzen. Ik heb de keuze gemaakt om heel mijn leven bij Fake te blijven, ik wil dat mee uitbouwen. Mee beslissingen nemen, jonge gasten begeleiden, dat vind ik heel interessant. Sta ik op mijn veertigste nog op het podium? Ik weet het niet. Qua stijl is dat geen evidente.”

Waar droom je nog van?

(heel lang stil ) “Goh. Dromen. Ik zei het al: wat nu is, is goed. Wat komt, zien we wel. Mensen verwachten misschien dat ik nog grote carrièreplannen of dromenheb, maar nee, niet echt. Ik hoop ergens in Heuvelland te mogen wonen, op een boerderij of een hoeve met een groot atelier. Dat is nog niet voor morgen, maar die stap komt er wel. Ik hoop ook dat mijn vrouw nooit hoeft te werken voor een ander. Zo’n familiebedrijf vind ik iets heel moois, je doet alles voor jezelf en je dichte kring.”

“Of ik word baas van Fake. Dat kan ook. Dan is de cirkel rond.” (lacht )

 © Christophe De Muynck
© Christophe De Muynck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier