“Beter leren omgaan met onze seksuele vrijheid”

"Af en toe kom ik een paar dagen naar de kust om te schrijven, in Gent is er te veel afleiding."
Nancy Boerjan

De voorstelling van het boek ‘Vuile lakens’, waarin Heleen Debruyne samen met vriendin Anaïs Van Ertvelde onze seksualiteit aan een grondig onderzoek onderwerpt, noemt ze “een trouwfeest voor iemand die nooit zal trouwen”. Zeker van? “Heel zeker. Of tenminste, daar ben ik nú van overtuigd.” Want Heleen houdt van mensen die hun mening durven te herzien, en op dat vlak geeft ze graag het goeie voorbeeld.

Overuren in je hoofd. En met je handen?

“Ik kook graag. Ik vind het prettig om iets lekkers te bereiden en mijn vrienden daar dan van te zien genieten. Maar poetsen bijvoorbeeld vind ik dan weer een deprimerende bezigheid: iets proper maken dat twee dagen later opnieuw vuil is. Ik haat het.”

“Ik sport ook wel heel graag. Twee tot drie keer per week: fietsen, yoga en seks natuurlijk.”

Seks als sport dan?

Er wordt nochtans beweerd dat de meeste vrouwen seks aan gevoelens koppelen. “Ja, en voor sommigen zal het inderdaad wel zo zijn. Ik ondervind voor mezelf dat het ook los van elkaar kan staan. Natuurlijk kunnen er prachtige emoties bij komen kijken. Maar ik hoef niet eerst verliefd te worden op iemand en het hele gamma daarbij horende gevoelens te doorlopen, om met hem of haar seks te hebben. Ik kan vooral erg genieten van het spel van verleiden: van geleidelijk aan insinuaties maken en hoe de ander daarop reageert. Aantrekken, afstoten en dan zien waar je uitkomt…”

Wat kan jou ontroeren?

“De muziek van Jacques Brel, Aretha Franklin, Bach… Het minder luchtigere genre, inderdaad. Meer hedendaagse muziek kan me ook wel raken, maar ik merk dat die dan toch minder blijft ‘hangen’.”

“Maar soms word ik ook ontroerd door gesprekken die ik toevallig opvang. Mensen die elkaar iets moois zeggen, of net compleet langs elkaar heen praten… Zoiets kan me plotseling ‘pakken’. Vooral als ik mijn regels heb. Want geef toe, als vrouwen zijn we toch vooral een bundel soms losgeslagen hormonen, niet?” (lacht)

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 12 januari. Verder in het magazine o.a. een recept voor appelstrudel met speculaas, het ultieme succesrecept van Sandra Bekkari, de beste restaurants volgens Luc Devoldere, de eerste langspeelfilm van Kristof Hoornaert, scoren met Brugge op Instagram, het leven van Kristien Declerck en vijf tips om je zomertuin al in de wintertijd te plannen.

Ben je gauw verveeld?

“Doorgaans kan ik me niet langer dan anderhalf tot twee uur op iets concentreren. Als ik schrijf, maak ik tussendoor wandelingetjes langs het strand. Maar dat heeft minder met verveling als wel met een soort rusteloosheid te maken, denk ik.”

“Mijn vrienden wijzen me er ook wel eens op dat ik zo moeilijk vakantie kan nemen. Eén dag lukt me nog wel, maar een week niet schrijven vind ik echt niet leuk. Een tijdje terug was ik in Venetië. Al na een dag liep ik me daar heel hard af te vragen wat ik er eigenlijk deed.”

Overuren in je hoofd. En met je handen?

“Ik kook graag. Ik vind het prettig om iets lekkers te bereiden en mijn vrienden daar dan van te zien genieten. Maar poetsen bijvoorbeeld vind ik dan weer een deprimerende bezigheid: iets proper maken dat twee dagen later opnieuw vuil is. Ik haat het.”

“Ik sport ook wel heel graag. Twee tot drie keer per week: fietsen, yoga en seks natuurlijk.”

Seks als sport dan?

Er wordt nochtans beweerd dat de meeste vrouwen seks aan gevoelens koppelen. “Ja, en voor sommigen zal het inderdaad wel zo zijn. Ik ondervind voor mezelf dat het ook los van elkaar kan staan. Natuurlijk kunnen er prachtige emoties bij komen kijken. Maar ik hoef niet eerst verliefd te worden op iemand en het hele gamma daarbij horende gevoelens te doorlopen, om met hem of haar seks te hebben. Ik kan vooral erg genieten van het spel van verleiden: van geleidelijk aan insinuaties maken en hoe de ander daarop reageert. Aantrekken, afstoten en dan zien waar je uitkomt…”

Wat kan jou ontroeren?

“De muziek van Jacques Brel, Aretha Franklin, Bach… Het minder luchtigere genre, inderdaad. Meer hedendaagse muziek kan me ook wel raken, maar ik merk dat die dan toch minder blijft ‘hangen’.”

“Maar soms word ik ook ontroerd door gesprekken die ik toevallig opvang. Mensen die elkaar iets moois zeggen, of net compleet langs elkaar heen praten… Zoiets kan me plotseling ‘pakken’. Vooral als ik mijn regels heb. Want geef toe, als vrouwen zijn we toch vooral een bundel soms losgeslagen hormonen, niet?” (lacht)

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 12 januari. Verder in het magazine o.a. een recept voor appelstrudel met speculaas, het ultieme succesrecept van Sandra Bekkari, de beste restaurants volgens Luc Devoldere, de eerste langspeelfilm van Kristof Hoornaert, scoren met Brugge op Instagram, het leven van Kristien Declerck en vijf tips om je zomertuin al in de wintertijd te plannen.

LEVENSVRAGEN

Ben je gauw verveeld?

“Doorgaans kan ik me niet langer dan anderhalf tot twee uur op iets concentreren. Als ik schrijf, maak ik tussendoor wandelingetjes langs het strand. Maar dat heeft minder met verveling als wel met een soort rusteloosheid te maken, denk ik.”

“Mijn vrienden wijzen me er ook wel eens op dat ik zo moeilijk vakantie kan nemen. Eén dag lukt me nog wel, maar een week niet schrijven vind ik echt niet leuk. Een tijdje terug was ik in Venetië. Al na een dag liep ik me daar heel hard af te vragen wat ik er eigenlijk deed.”

Overuren in je hoofd. En met je handen?

“Ik kook graag. Ik vind het prettig om iets lekkers te bereiden en mijn vrienden daar dan van te zien genieten. Maar poetsen bijvoorbeeld vind ik dan weer een deprimerende bezigheid: iets proper maken dat twee dagen later opnieuw vuil is. Ik haat het.”

“Ik sport ook wel heel graag. Twee tot drie keer per week: fietsen, yoga en seks natuurlijk.”

Seks als sport dan?

Er wordt nochtans beweerd dat de meeste vrouwen seks aan gevoelens koppelen. “Ja, en voor sommigen zal het inderdaad wel zo zijn. Ik ondervind voor mezelf dat het ook los van elkaar kan staan. Natuurlijk kunnen er prachtige emoties bij komen kijken. Maar ik hoef niet eerst verliefd te worden op iemand en het hele gamma daarbij horende gevoelens te doorlopen, om met hem of haar seks te hebben. Ik kan vooral erg genieten van het spel van verleiden: van geleidelijk aan insinuaties maken en hoe de ander daarop reageert. Aantrekken, afstoten en dan zien waar je uitkomt…”

Wat kan jou ontroeren?

“De muziek van Jacques Brel, Aretha Franklin, Bach… Het minder luchtigere genre, inderdaad. Meer hedendaagse muziek kan me ook wel raken, maar ik merk dat die dan toch minder blijft ‘hangen’.”

“Maar soms word ik ook ontroerd door gesprekken die ik toevallig opvang. Mensen die elkaar iets moois zeggen, of net compleet langs elkaar heen praten… Zoiets kan me plotseling ‘pakken’. Vooral als ik mijn regels heb. Want geef toe, als vrouwen zijn we toch vooral een bundel soms losgeslagen hormonen, niet?” (lacht)

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 12 januari. Verder in het magazine o.a. een recept voor appelstrudel met speculaas, het ultieme succesrecept van Sandra Bekkari, de beste restaurants volgens Luc Devoldere, de eerste langspeelfilm van Kristof Hoornaert, scoren met Brugge op Instagram, het leven van Kristien Declerck en vijf tips om je zomertuin al in de wintertijd te plannen.

LEVENSVRAGEN

Ben je gauw verveeld?

“Doorgaans kan ik me niet langer dan anderhalf tot twee uur op iets concentreren. Als ik schrijf, maak ik tussendoor wandelingetjes langs het strand. Maar dat heeft minder met verveling als wel met een soort rusteloosheid te maken, denk ik.”

“Mijn vrienden wijzen me er ook wel eens op dat ik zo moeilijk vakantie kan nemen. Eén dag lukt me nog wel, maar een week niet schrijven vind ik echt niet leuk. Een tijdje terug was ik in Venetië. Al na een dag liep ik me daar heel hard af te vragen wat ik er eigenlijk deed.”

Overuren in je hoofd. En met je handen?

“Ik kook graag. Ik vind het prettig om iets lekkers te bereiden en mijn vrienden daar dan van te zien genieten. Maar poetsen bijvoorbeeld vind ik dan weer een deprimerende bezigheid: iets proper maken dat twee dagen later opnieuw vuil is. Ik haat het.”

“Ik sport ook wel heel graag. Twee tot drie keer per week: fietsen, yoga en seks natuurlijk.”

Seks als sport dan?

Er wordt nochtans beweerd dat de meeste vrouwen seks aan gevoelens koppelen. “Ja, en voor sommigen zal het inderdaad wel zo zijn. Ik ondervind voor mezelf dat het ook los van elkaar kan staan. Natuurlijk kunnen er prachtige emoties bij komen kijken. Maar ik hoef niet eerst verliefd te worden op iemand en het hele gamma daarbij horende gevoelens te doorlopen, om met hem of haar seks te hebben. Ik kan vooral erg genieten van het spel van verleiden: van geleidelijk aan insinuaties maken en hoe de ander daarop reageert. Aantrekken, afstoten en dan zien waar je uitkomt…”

Wat kan jou ontroeren?

“De muziek van Jacques Brel, Aretha Franklin, Bach… Het minder luchtigere genre, inderdaad. Meer hedendaagse muziek kan me ook wel raken, maar ik merk dat die dan toch minder blijft ‘hangen’.”

“Maar soms word ik ook ontroerd door gesprekken die ik toevallig opvang. Mensen die elkaar iets moois zeggen, of net compleet langs elkaar heen praten… Zoiets kan me plotseling ‘pakken’. Vooral als ik mijn regels heb. Want geef toe, als vrouwen zijn we toch vooral een bundel soms losgeslagen hormonen, niet?” (lacht)

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 12 januari. Verder in het magazine o.a. een recept voor appelstrudel met speculaas, het ultieme succesrecept van Sandra Bekkari, de beste restaurants volgens Luc Devoldere, de eerste langspeelfilm van Kristof Hoornaert, scoren met Brugge op Instagram, het leven van Kristien Declerck en vijf tips om je zomertuin al in de wintertijd te plannen.

LEVENSVRAGEN

Ben je gauw verveeld?

“Doorgaans kan ik me niet langer dan anderhalf tot twee uur op iets concentreren. Als ik schrijf, maak ik tussendoor wandelingetjes langs het strand. Maar dat heeft minder met verveling als wel met een soort rusteloosheid te maken, denk ik.”

“Mijn vrienden wijzen me er ook wel eens op dat ik zo moeilijk vakantie kan nemen. Eén dag lukt me nog wel, maar een week niet schrijven vind ik echt niet leuk. Een tijdje terug was ik in Venetië. Al na een dag liep ik me daar heel hard af te vragen wat ik er eigenlijk deed.”

Overuren in je hoofd. En met je handen?

“Ik kook graag. Ik vind het prettig om iets lekkers te bereiden en mijn vrienden daar dan van te zien genieten. Maar poetsen bijvoorbeeld vind ik dan weer een deprimerende bezigheid: iets proper maken dat twee dagen later opnieuw vuil is. Ik haat het.”

“Ik sport ook wel heel graag. Twee tot drie keer per week: fietsen, yoga en seks natuurlijk.”

Seks als sport dan?

Er wordt nochtans beweerd dat de meeste vrouwen seks aan gevoelens koppelen. “Ja, en voor sommigen zal het inderdaad wel zo zijn. Ik ondervind voor mezelf dat het ook los van elkaar kan staan. Natuurlijk kunnen er prachtige emoties bij komen kijken. Maar ik hoef niet eerst verliefd te worden op iemand en het hele gamma daarbij horende gevoelens te doorlopen, om met hem of haar seks te hebben. Ik kan vooral erg genieten van het spel van verleiden: van geleidelijk aan insinuaties maken en hoe de ander daarop reageert. Aantrekken, afstoten en dan zien waar je uitkomt…”

Wat kan jou ontroeren?

“De muziek van Jacques Brel, Aretha Franklin, Bach… Het minder luchtigere genre, inderdaad. Meer hedendaagse muziek kan me ook wel raken, maar ik merk dat die dan toch minder blijft ‘hangen’.”

“Maar soms word ik ook ontroerd door gesprekken die ik toevallig opvang. Mensen die elkaar iets moois zeggen, of net compleet langs elkaar heen praten… Zoiets kan me plotseling ‘pakken’. Vooral als ik mijn regels heb. Want geef toe, als vrouwen zijn we toch vooral een bundel soms losgeslagen hormonen, niet?” (lacht)

LEVENSVRAGEN

Ben je gauw verveeld?

“Doorgaans kan ik me niet langer dan anderhalf tot twee uur op iets concentreren. Als ik schrijf, maak ik tussendoor wandelingetjes langs het strand. Maar dat heeft minder met verveling als wel met een soort rusteloosheid te maken, denk ik.”

“Mijn vrienden wijzen me er ook wel eens op dat ik zo moeilijk vakantie kan nemen. Eén dag lukt me nog wel, maar een week niet schrijven vind ik echt niet leuk. Een tijdje terug was ik in Venetië. Al na een dag liep ik me daar heel hard af te vragen wat ik er eigenlijk deed.”

Overuren in je hoofd. En met je handen?

“Ik kook graag. Ik vind het prettig om iets lekkers te bereiden en mijn vrienden daar dan van te zien genieten. Maar poetsen bijvoorbeeld vind ik dan weer een deprimerende bezigheid: iets proper maken dat twee dagen later opnieuw vuil is. Ik haat het.”

“Ik sport ook wel heel graag. Twee tot drie keer per week: fietsen, yoga en seks natuurlijk.”

Seks als sport dan?

Er wordt nochtans beweerd dat de meeste vrouwen seks aan gevoelens koppelen. “Ja, en voor sommigen zal het inderdaad wel zo zijn. Ik ondervind voor mezelf dat het ook los van elkaar kan staan. Natuurlijk kunnen er prachtige emoties bij komen kijken. Maar ik hoef niet eerst verliefd te worden op iemand en het hele gamma daarbij horende gevoelens te doorlopen, om met hem of haar seks te hebben. Ik kan vooral erg genieten van het spel van verleiden: van geleidelijk aan insinuaties maken en hoe de ander daarop reageert. Aantrekken, afstoten en dan zien waar je uitkomt…”

Wat kan jou ontroeren?

“De muziek van Jacques Brel, Aretha Franklin, Bach… Het minder luchtigere genre, inderdaad. Meer hedendaagse muziek kan me ook wel raken, maar ik merk dat die dan toch minder blijft ‘hangen’.”

“Maar soms word ik ook ontroerd door gesprekken die ik toevallig opvang. Mensen die elkaar iets moois zeggen, of net compleet langs elkaar heen praten… Zoiets kan me plotseling ‘pakken’. Vooral als ik mijn regels heb. Want geef toe, als vrouwen zijn we toch vooral een bundel soms losgeslagen hormonen, niet?” (lacht)

“Ik heb geen bucketlist”

“Een bucketlist? Neen, die heb ik niet en het zegt me ook echt niks. Ik heb natuurlijk het geluk dat ik mijn werk graag doe, ik hoef daarnaast dus geen bijzondere verwezenlijkingen neer te zetten. Bovendien ben ik me altijd bewust van het feit dat ik morgen dood kan zijn. Ik leef dus liever vandaag voluit, dan me af te vragen wat ik in mijn latere leven zeker nog eens moet doen.”

Mensen met een mening worden graag gevraagd in panels allerhande. Met jou zit een programmamaker ook altijd goed voor een ongezouten uitspraak.

“Dat is zo, en ik besef dat ik soms om die reden word uitgenodigd. Maar ik geef alleen mijn mening over dingen waar ik veel van weet. Ik lees elke dag de krant, maar dat maakt van mij echt geen expert in om het even wat.”

Rechtuit je mening zeggen, is eerder on-West-Vlaams.

“Ja. (lachje) Maar dat mocht ik thuis ook altijd. Mijn ouders corrigeerden me als ze vonden dat ik foute dingen zei, maar ik mocht wel mijn ideeën uiten. Ik mocht hen ook alles vragen, over om het even wat, dus ook over seks. Daar waren ze nu wel niet de hele tijd over bezig, maar op elke vraag kreeg ik een duidelijk antwoord.”

Vrijuit over seks praten, roept bij velen weerstand op. En toch is het onderwerp niet weg te denken uit de actualiteit.

“Nee, maar daar komt seks vooral op een negatieve manier in beeld. Het #metoo-verhaal, kinderporno… Of op een oppervlakkige manier: tien tips om beter te pijpen, je kent dat wel. Wij proberen seks net te behandelen als eender welk ander onderwerp: als iets wat mensen doen, en dat we daarom bestuderen.”

Erg snel gaat het anders niet met die seksuele emancipatie?

“Ik vind dat eigenlijk goed meevallen. Als je weet dat vrouwen pas stemrecht hebben sinds 1948, dat de seksuele revolutie pas van de late jaren 60 dateert… In het licht van de geschiedenis is dat eigenlijk nog helemaal niet lang geleden. Met die nieuw verworven seksuele vrijheid moeten we duidelijk nog beter leren omgaan, zoals het #metoo-verhaal aangetoond heeft, maar tegelijk en misschien net als gevolg daarvan zie ik veranderingen in goeie zin. Vrouwen durven van langsom meer neen te zeggen. Mannen hoeven zich daardoor niet bedreigd te voelen, met duidelijkheid zijn ook zij gebaat. Van problemen zoals die zich binnen de Kerk hebben voorgedaan, was de omgeving vroeger soms wel degelijk op de hoogte. Maar men zweeg. Dat zie ik nu toch langzaamaan minder gebeuren. Mensen worden mondiger en beseffen dat ze hun grenzen moeten aanduiden. Maar ja, als je kijkt over een mensenleven, gaat het best traag.”

Is je eigen seksualiteit iets waar je openlijk over praat?

“Als me daarover iets gevraagd wordt, geef ik doorgaans wel antwoord. Maar een column waarin ik beschrijf met wie ik die week het bed heb gedeeld en wat we daar precies gedaan hebben, daar ga ik niet aan beginnen. (lacht) Als het over mezelf gaat, is het geen probleem. Ik wil best beschrijven hoe ik masturbeer. Maar ik weet ook dat de mensen met wie ik seks heb er niet om vragen om in een column op te draven.”

“Monogaam of polyamoureus: iedere relatie is aanmodderen”

Je maakt er geen geheim van dat het klassieke gezinsplaatje niks voor jou is. Jij zoekt je weg in de polyamoureuze wereld.

“Ik heb dat ook maar gaandeweg ondervonden natuurlijk. Trouwen en kinderen krijgen was nooit wat ik voor ogen had. Ik wist al vroeg dat ik zowel mannen als vrouwen leuk vond, maar daar deed ik niks mee.”

“In de middelbare school lag ik ook niet goed in de markt: ik was die lange bonenstaak met al dat haar en een grote mond. Het was pas toen ik ging studeren in Gent dat ik ontdekte wat er mogelijk was. Plots leek ik wél bij sommigen in de smaak te vallen en daar kwamen relaties van. Maar toen bleek ook algauw dat monogamie niet helemaal mijn ding was. Ik ontmoette ondertussen mensen die daar ook over reflecteren. Maar stel je daar geen sektarische groep met hippie-idealen bij voor. Ik heb gewoon een groep vrienden en vriendinnen bij wie ik me goed voel, met wie ik heel open over relaties en seks kan praten.”

Vind je polyamorie niet een stuk ingewikkelder dan monogamie?

“Je hoort me niet zeggen dat het onderling altijd rozengeur en maneschijn is bij ons, maar dat is bij anderen ook zo. Polyamorie vraagt een grote openheid en eerlijkheid, en dat is niet altijd gemakkelijk. Maar ingewikkelder dan monogamie is het volgens mij niet. Ongelukkig zijn in een monogame relatie lijkt mij ook tot ingewikkelde toestanden te kunnen leiden. Iedere relatie is aanmodderen.”

Je bent een aanspreekpunt geworden als het over seks gaat. Ga je hierin door of krijg je er ooit genoeg van?

“Het is een misverstand dat ik alles over seks zou weten. Soms vragen mensen me om raad op technisch vlak, maar dan moet ik hen doorverwijzen. Ik ben geen seksuologe. De podcast en het boek Vuile Lakens groeiden vanuit de gesprekken die mijn vriendin Anaïs en ik hadden over seks en de belangstelling die we daarvoor vanuit onze achtergrond we studeerden allebei geschiedenis hebben. Misschien krijg ik er ooit wel genoeg van, maar seks blijkt een heel breed onderwerp te zijn, waar ik nog wel eventjes zoet mee ben. Zo lang het me boeit, ga ik ermee door.”

LEVENSVRAGEN

Ben je gauw verveeld?

“Doorgaans kan ik me niet langer dan anderhalf tot twee uur op iets concentreren. Als ik schrijf, maak ik tussendoor wandelingetjes langs het strand. Maar dat heeft minder met verveling als wel met een soort rusteloosheid te maken, denk ik.”

“Mijn vrienden wijzen me er ook wel eens op dat ik zo moeilijk vakantie kan nemen. Eén dag lukt me nog wel, maar een week niet schrijven vind ik echt niet leuk. Een tijdje terug was ik in Venetië. Al na een dag liep ik me daar heel hard af te vragen wat ik er eigenlijk deed.”

Overuren in je hoofd. En met je handen?

“Ik kook graag. Ik vind het prettig om iets lekkers te bereiden en mijn vrienden daar dan van te zien genieten. Maar poetsen bijvoorbeeld vind ik dan weer een deprimerende bezigheid: iets proper maken dat twee dagen later opnieuw vuil is. Ik haat het.”

“Ik sport ook wel heel graag. Twee tot drie keer per week: fietsen, yoga en seks natuurlijk.”

Seks als sport dan?

Er wordt nochtans beweerd dat de meeste vrouwen seks aan gevoelens koppelen. “Ja, en voor sommigen zal het inderdaad wel zo zijn. Ik ondervind voor mezelf dat het ook los van elkaar kan staan. Natuurlijk kunnen er prachtige emoties bij komen kijken. Maar ik hoef niet eerst verliefd te worden op iemand en het hele gamma daarbij horende gevoelens te doorlopen, om met hem of haar seks te hebben. Ik kan vooral erg genieten van het spel van verleiden: van geleidelijk aan insinuaties maken en hoe de ander daarop reageert. Aantrekken, afstoten en dan zien waar je uitkomt…”

Wat kan jou ontroeren?

“De muziek van Jacques Brel, Aretha Franklin, Bach… Het minder luchtigere genre, inderdaad. Meer hedendaagse muziek kan me ook wel raken, maar ik merk dat die dan toch minder blijft ‘hangen’.”

“Maar soms word ik ook ontroerd door gesprekken die ik toevallig opvang. Mensen die elkaar iets moois zeggen, of net compleet langs elkaar heen praten… Zoiets kan me plotseling ‘pakken’. Vooral als ik mijn regels heb. Want geef toe, als vrouwen zijn we toch vooral een bundel soms losgeslagen hormonen, niet?” (lacht)

“Ik heb geen bucketlist”

“Een bucketlist? Neen, die heb ik niet en het zegt me ook echt niks. Ik heb natuurlijk het geluk dat ik mijn werk graag doe, ik hoef daarnaast dus geen bijzondere verwezenlijkingen neer te zetten. Bovendien ben ik me altijd bewust van het feit dat ik morgen dood kan zijn. Ik leef dus liever vandaag voluit, dan me af te vragen wat ik in mijn latere leven zeker nog eens moet doen.”

Op de koffie met Joseph Roth

“In Oostende ga ik graag een koffie drinken in Hotel du Parc. Om de aparte, authentieke sfeer die er hangt, om het niet bijster vriendelijke maar perfect uitgedoste personeel ook”, lacht Heleen als ik haar naar een favoriet adresje aan de kust vraag. “Bovendien heeft Joseph Roth, een van mijn favoriete auteurs, hier in 1936 enkele weken gelogeerd. Hij verbleef toen wel vaker aan onze kust, net als heel wat andere literaire en artistieke figuren die het nazi-Duitsland van de jaren dertig ontvluchtten. Ik hou van de manier waarop hij in zijn boeken de tijdsgeest van begin twintigste eeuw neerzet, en van hoe raak hij vaak tragische figuren schetst.”

Leef je in een boeiende of eerder verwarrende tijd, vind je?

“Boeiend én verwarrend. Vooral de alomtegenwoordige polarisering maakt me ongerust. Mensen denken alsmaar minder genuanceerd, kiezen kamp zonder naar elkaars argumenten te luisteren. Maar misschien valt dat mij meer op omdat ik regelmatig het publieke forum betreed.”

Ondervind je dat zelf, als iemand die regelmatig het debat opzoekt?

“Ja, ik krijg heel veel reacties op wat ik zeg en doe. Natuurlijk ook wel positieve, van mensen die ons bedanken omdat we een nog altijd heikel onderwerp als seksualiteit bespreekbaar proberen te maken. Maar toch ook veel negatieve, en die zijn dan doorgaans van de grofste soort. En wat ik nog het ergste vind: zoiets zegt niemand me ooit in mijn gezicht. Vanachter een computerscherm daarentegen voelen blijkbaar veel mensen zich sterk. Toch kan dat soort commentaren me niet echt raken.”

“Het is een misverstand dat ik alles over seks zou weten. Ik ben geen seksuologe. De podcast en het boek Vuile Lakens zijn gegroeid van uit de gesprekken die mijn vriendin Anaïs en ik hadden over seks”, aldus Heleen Debruyne. Wij gingen met de Roeselaarse strandwandelen. Het relaas lees je in KW Weekend.© Phile Deprez

Je lijkt inderdaad heftige reacties uit te lokken. Je bent voor of tegen Heleen Debruyne.

“Dat is altijd wel zo geweest. Ik denk dat ik sommige leerkrachten van het Klein Seminarie echt enorm heb geïrriteerd. Ik stelde altijd zo veel vragen, zei hardop wat ik dacht. Beantwoordde ook niet aan het ideaalbeeld van het slimme, ijverige en beleefde meisje. Ik was niet bepaald populair. Maar daar heb ik me snel bij neergelegd. Ik hoefde niet en nog altijd niet overigens door iedereen graag gezien te worden. Dat is gewoon onmogelijk, dus waarom zou ik er dan energie in steken? Zolang je maar een paar goede vrienden hebt.”

“Ik beantwoordde niet aan het ideaalbeeld van het slimme, ijverige en beleefde meisje”

Maar je snapt wel dat sommigen je daardoor arrogant noemen?

“Dat heeft vooral te maken met de manier waarop ik de dingen zeg, denk ik.”

“Ik vind alleen inhoudelijke argumenten belangrijk. En als iemand aantoont dat wat ik zeg fout is, zal ik dat wel aanvaarden. Maar als mensen vinden dat ik te snel of te heftig, of te stellig spreek, denk ik: dat is toch niet waar het om gaat?”

“Nu, ik heb dan ook geen moeite met confrontaties. Ik vind die vooral interessant, je kan eruit leren. Maar ik ben dan ook niet rancuneus. Als ik met iemand discussieer of zelfs ruziemaak, ben ik dat een week later vergeten. Ik heb helaas ook al ondervonden dat het niet voor iedereen op die manier werkt.”

“Ik heb geen bucketlist”

“Een bucketlist? Neen, die heb ik niet en het zegt me ook echt niks. Ik heb natuurlijk het geluk dat ik mijn werk graag doe, ik hoef daarnaast dus geen bijzondere verwezenlijkingen neer te zetten. Bovendien ben ik me altijd bewust van het feit dat ik morgen dood kan zijn. Ik leef dus liever vandaag voluit, dan me af te vragen wat ik in mijn latere leven zeker nog eens moet doen.”

Mensen met een mening worden graag gevraagd in panels allerhande. Met jou zit een programmamaker ook altijd goed voor een ongezouten uitspraak.

“Dat is zo, en ik besef dat ik soms om die reden word uitgenodigd. Maar ik geef alleen mijn mening over dingen waar ik veel van weet. Ik lees elke dag de krant, maar dat maakt van mij echt geen expert in om het even wat.”

Rechtuit je mening zeggen, is eerder on-West-Vlaams.

“Ja. (lachje) Maar dat mocht ik thuis ook altijd. Mijn ouders corrigeerden me als ze vonden dat ik foute dingen zei, maar ik mocht wel mijn ideeën uiten. Ik mocht hen ook alles vragen, over om het even wat, dus ook over seks. Daar waren ze nu wel niet de hele tijd over bezig, maar op elke vraag kreeg ik een duidelijk antwoord.”

Vrijuit over seks praten, roept bij velen weerstand op. En toch is het onderwerp niet weg te denken uit de actualiteit.

“Nee, maar daar komt seks vooral op een negatieve manier in beeld. Het #metoo-verhaal, kinderporno… Of op een oppervlakkige manier: tien tips om beter te pijpen, je kent dat wel. Wij proberen seks net te behandelen als eender welk ander onderwerp: als iets wat mensen doen, en dat we daarom bestuderen.”

Erg snel gaat het anders niet met die seksuele emancipatie?

“Ik vind dat eigenlijk goed meevallen. Als je weet dat vrouwen pas stemrecht hebben sinds 1948, dat de seksuele revolutie pas van de late jaren 60 dateert… In het licht van de geschiedenis is dat eigenlijk nog helemaal niet lang geleden. Met die nieuw verworven seksuele vrijheid moeten we duidelijk nog beter leren omgaan, zoals het #metoo-verhaal aangetoond heeft, maar tegelijk en misschien net als gevolg daarvan zie ik veranderingen in goeie zin. Vrouwen durven van langsom meer neen te zeggen. Mannen hoeven zich daardoor niet bedreigd te voelen, met duidelijkheid zijn ook zij gebaat. Van problemen zoals die zich binnen de Kerk hebben voorgedaan, was de omgeving vroeger soms wel degelijk op de hoogte. Maar men zweeg. Dat zie ik nu toch langzaamaan minder gebeuren. Mensen worden mondiger en beseffen dat ze hun grenzen moeten aanduiden. Maar ja, als je kijkt over een mensenleven, gaat het best traag.”

Is je eigen seksualiteit iets waar je openlijk over praat?

“Als me daarover iets gevraagd wordt, geef ik doorgaans wel antwoord. Maar een column waarin ik beschrijf met wie ik die week het bed heb gedeeld en wat we daar precies gedaan hebben, daar ga ik niet aan beginnen. (lacht) Als het over mezelf gaat, is het geen probleem. Ik wil best beschrijven hoe ik masturbeer. Maar ik weet ook dat de mensen met wie ik seks heb er niet om vragen om in een column op te draven.”

“Monogaam of polyamoureus: iedere relatie is aanmodderen”

Je maakt er geen geheim van dat het klassieke gezinsplaatje niks voor jou is. Jij zoekt je weg in de polyamoureuze wereld.

“Ik heb dat ook maar gaandeweg ondervonden natuurlijk. Trouwen en kinderen krijgen was nooit wat ik voor ogen had. Ik wist al vroeg dat ik zowel mannen als vrouwen leuk vond, maar daar deed ik niks mee.”

“In de middelbare school lag ik ook niet goed in de markt: ik was die lange bonenstaak met al dat haar en een grote mond. Het was pas toen ik ging studeren in Gent dat ik ontdekte wat er mogelijk was. Plots leek ik wél bij sommigen in de smaak te vallen en daar kwamen relaties van. Maar toen bleek ook algauw dat monogamie niet helemaal mijn ding was. Ik ontmoette ondertussen mensen die daar ook over reflecteren. Maar stel je daar geen sektarische groep met hippie-idealen bij voor. Ik heb gewoon een groep vrienden en vriendinnen bij wie ik me goed voel, met wie ik heel open over relaties en seks kan praten.”

Vind je polyamorie niet een stuk ingewikkelder dan monogamie?

“Je hoort me niet zeggen dat het onderling altijd rozengeur en maneschijn is bij ons, maar dat is bij anderen ook zo. Polyamorie vraagt een grote openheid en eerlijkheid, en dat is niet altijd gemakkelijk. Maar ingewikkelder dan monogamie is het volgens mij niet. Ongelukkig zijn in een monogame relatie lijkt mij ook tot ingewikkelde toestanden te kunnen leiden. Iedere relatie is aanmodderen.”

Je bent een aanspreekpunt geworden als het over seks gaat. Ga je hierin door of krijg je er ooit genoeg van?

“Het is een misverstand dat ik alles over seks zou weten. Soms vragen mensen me om raad op technisch vlak, maar dan moet ik hen doorverwijzen. Ik ben geen seksuologe. De podcast en het boek Vuile Lakens groeiden vanuit de gesprekken die mijn vriendin Anaïs en ik hadden over seks en de belangstelling die we daarvoor vanuit onze achtergrond we studeerden allebei geschiedenis hebben. Misschien krijg ik er ooit wel genoeg van, maar seks blijkt een heel breed onderwerp te zijn, waar ik nog wel eventjes zoet mee ben. Zo lang het me boeit, ga ik ermee door.”

LEVENSVRAGEN

Ben je gauw verveeld?

“Doorgaans kan ik me niet langer dan anderhalf tot twee uur op iets concentreren. Als ik schrijf, maak ik tussendoor wandelingetjes langs het strand. Maar dat heeft minder met verveling als wel met een soort rusteloosheid te maken, denk ik.”

“Mijn vrienden wijzen me er ook wel eens op dat ik zo moeilijk vakantie kan nemen. Eén dag lukt me nog wel, maar een week niet schrijven vind ik echt niet leuk. Een tijdje terug was ik in Venetië. Al na een dag liep ik me daar heel hard af te vragen wat ik er eigenlijk deed.”

Overuren in je hoofd. En met je handen?

“Ik kook graag. Ik vind het prettig om iets lekkers te bereiden en mijn vrienden daar dan van te zien genieten. Maar poetsen bijvoorbeeld vind ik dan weer een deprimerende bezigheid: iets proper maken dat twee dagen later opnieuw vuil is. Ik haat het.”

“Ik sport ook wel heel graag. Twee tot drie keer per week: fietsen, yoga en seks natuurlijk.”

Seks als sport dan?

Er wordt nochtans beweerd dat de meeste vrouwen seks aan gevoelens koppelen. “Ja, en voor sommigen zal het inderdaad wel zo zijn. Ik ondervind voor mezelf dat het ook los van elkaar kan staan. Natuurlijk kunnen er prachtige emoties bij komen kijken. Maar ik hoef niet eerst verliefd te worden op iemand en het hele gamma daarbij horende gevoelens te doorlopen, om met hem of haar seks te hebben. Ik kan vooral erg genieten van het spel van verleiden: van geleidelijk aan insinuaties maken en hoe de ander daarop reageert. Aantrekken, afstoten en dan zien waar je uitkomt…”

Wat kan jou ontroeren?

“De muziek van Jacques Brel, Aretha Franklin, Bach… Het minder luchtigere genre, inderdaad. Meer hedendaagse muziek kan me ook wel raken, maar ik merk dat die dan toch minder blijft ‘hangen’.”

“Maar soms word ik ook ontroerd door gesprekken die ik toevallig opvang. Mensen die elkaar iets moois zeggen, of net compleet langs elkaar heen praten… Zoiets kan me plotseling ‘pakken’. Vooral als ik mijn regels heb. Want geef toe, als vrouwen zijn we toch vooral een bundel soms losgeslagen hormonen, niet?” (lacht)

Op de koffie met Joseph Roth

“In Oostende ga ik graag een koffie drinken in Hotel du Parc. Om de aparte, authentieke sfeer die er hangt, om het niet bijster vriendelijke maar perfect uitgedoste personeel ook”, lacht Heleen als ik haar naar een favoriet adresje aan de kust vraag. “Bovendien heeft Joseph Roth, een van mijn favoriete auteurs, hier in 1936 enkele weken gelogeerd. Hij verbleef toen wel vaker aan onze kust, net als heel wat andere literaire en artistieke figuren die het nazi-Duitsland van de jaren dertig ontvluchtten. Ik hou van de manier waarop hij in zijn boeken de tijdsgeest van begin twintigste eeuw neerzet, en van hoe raak hij vaak tragische figuren schetst.”

Wie is Heleen Debruyne?

Heleen Debruyne (29) groeide op in Roeselare, waar ze schoolliep aan het Klein Seminarie. Ze is de dochter van Kathleen Favere en Frank Debruyne.

Ze studeerde geschiedenis aan UGent en woont sindsdien in Gent.

Ze werkt op de cultuurredactie van de VRT-radiozender Klara en schrijft behalve over kunst en cultuur ook tal van columns. In 2016 maakte ze haar debuut als romanschrijfster met De Plantrekkers. Samen met Anaïs Van Ertvelde maakt ze de podcast Vuile lakens, over seks en het lichaam, waarvan vorig jaar ook een boek verscheen.

Ze staat bekend als voorvechtster van feminisme en seksuele vrijheid.

Een weekje Oostende net voor eindejaar, daar had Heleen nood aan om even voluit haar gedachten op schrijven te zetten. In Gent is er te veel afleiding, de afzondering aan zee dwingt haar om letters op papier te zetten. Ze schrijft een nieuw boek nadat ze in 2016 al haar eerste roman De plantrekkers en vorig jaar Vuile lakens uitbracht over een vrouw die ongelukkig is in haar relatie. “Er zitten fragmenten uit mijn eigen gevoelswereld in, maar het is uiteraard fictie. In onze podcast en het boek Vuile Lakens gaat het om feiten, daar doen Anaïs en ik veel research naar, daarom doet het nu deugd om opnieuw mijn fantasie de vrije loop te laten.” Ze wil zich er niet op vastpinnen, maar allicht ligt het boek eind dit jaar in de winkel.

Maar wat zal jou intussen op persoonlijk vlak bijblijven uit 2017?

“Weinig. Er zijn geen grote drama’s gebeurd of andere momenten die ik me voor altijd zou moeten herinneren. De voorstelling van Vuile Lakens is voor mij het hoogtepunt geweest. We hebben er een feest van gemaakt, met vrienden en alle mensen die ik er graag bij wilde. Het leek me leuk om dat te vieren, in plaats van bijvoorbeeld een trouwfeest, want trouwen zal ik toch nooit doen. En kinderen krijgen ook al niet.”

Op de koffie met Joseph Roth

“In Oostende ga ik graag een koffie drinken in Hotel du Parc. Om de aparte, authentieke sfeer die er hangt, om het niet bijster vriendelijke maar perfect uitgedoste personeel ook”, lacht Heleen als ik haar naar een favoriet adresje aan de kust vraag. “Bovendien heeft Joseph Roth, een van mijn favoriete auteurs, hier in 1936 enkele weken gelogeerd. Hij verbleef toen wel vaker aan onze kust, net als heel wat andere literaire en artistieke figuren die het nazi-Duitsland van de jaren dertig ontvluchtten. Ik hou van de manier waarop hij in zijn boeken de tijdsgeest van begin twintigste eeuw neerzet, en van hoe raak hij vaak tragische figuren schetst.”

Leef je in een boeiende of eerder verwarrende tijd, vind je?

“Boeiend én verwarrend. Vooral de alomtegenwoordige polarisering maakt me ongerust. Mensen denken alsmaar minder genuanceerd, kiezen kamp zonder naar elkaars argumenten te luisteren. Maar misschien valt dat mij meer op omdat ik regelmatig het publieke forum betreed.”

Ondervind je dat zelf, als iemand die regelmatig het debat opzoekt?

“Ja, ik krijg heel veel reacties op wat ik zeg en doe. Natuurlijk ook wel positieve, van mensen die ons bedanken omdat we een nog altijd heikel onderwerp als seksualiteit bespreekbaar proberen te maken. Maar toch ook veel negatieve, en die zijn dan doorgaans van de grofste soort. En wat ik nog het ergste vind: zoiets zegt niemand me ooit in mijn gezicht. Vanachter een computerscherm daarentegen voelen blijkbaar veel mensen zich sterk. Toch kan dat soort commentaren me niet echt raken.”

“Het is een misverstand dat ik alles over seks zou weten. Ik ben geen seksuologe. De podcast en het boek Vuile Lakens zijn gegroeid van uit de gesprekken die mijn vriendin Anaïs en ik hadden over seks”, aldus Heleen Debruyne. Wij gingen met de Roeselaarse strandwandelen. Het relaas lees je in KW Weekend.© Phile Deprez

Je lijkt inderdaad heftige reacties uit te lokken. Je bent voor of tegen Heleen Debruyne.

“Dat is altijd wel zo geweest. Ik denk dat ik sommige leerkrachten van het Klein Seminarie echt enorm heb geïrriteerd. Ik stelde altijd zo veel vragen, zei hardop wat ik dacht. Beantwoordde ook niet aan het ideaalbeeld van het slimme, ijverige en beleefde meisje. Ik was niet bepaald populair. Maar daar heb ik me snel bij neergelegd. Ik hoefde niet en nog altijd niet overigens door iedereen graag gezien te worden. Dat is gewoon onmogelijk, dus waarom zou ik er dan energie in steken? Zolang je maar een paar goede vrienden hebt.”

“Ik beantwoordde niet aan het ideaalbeeld van het slimme, ijverige en beleefde meisje”

Maar je snapt wel dat sommigen je daardoor arrogant noemen?

“Dat heeft vooral te maken met de manier waarop ik de dingen zeg, denk ik.”

“Ik vind alleen inhoudelijke argumenten belangrijk. En als iemand aantoont dat wat ik zeg fout is, zal ik dat wel aanvaarden. Maar als mensen vinden dat ik te snel of te heftig, of te stellig spreek, denk ik: dat is toch niet waar het om gaat?”

“Nu, ik heb dan ook geen moeite met confrontaties. Ik vind die vooral interessant, je kan eruit leren. Maar ik ben dan ook niet rancuneus. Als ik met iemand discussieer of zelfs ruziemaak, ben ik dat een week later vergeten. Ik heb helaas ook al ondervonden dat het niet voor iedereen op die manier werkt.”

“Ik heb geen bucketlist”

“Een bucketlist? Neen, die heb ik niet en het zegt me ook echt niks. Ik heb natuurlijk het geluk dat ik mijn werk graag doe, ik hoef daarnaast dus geen bijzondere verwezenlijkingen neer te zetten. Bovendien ben ik me altijd bewust van het feit dat ik morgen dood kan zijn. Ik leef dus liever vandaag voluit, dan me af te vragen wat ik in mijn latere leven zeker nog eens moet doen.”

Mensen met een mening worden graag gevraagd in panels allerhande. Met jou zit een programmamaker ook altijd goed voor een ongezouten uitspraak.

“Dat is zo, en ik besef dat ik soms om die reden word uitgenodigd. Maar ik geef alleen mijn mening over dingen waar ik veel van weet. Ik lees elke dag de krant, maar dat maakt van mij echt geen expert in om het even wat.”

Rechtuit je mening zeggen, is eerder on-West-Vlaams.

“Ja. (lachje) Maar dat mocht ik thuis ook altijd. Mijn ouders corrigeerden me als ze vonden dat ik foute dingen zei, maar ik mocht wel mijn ideeën uiten. Ik mocht hen ook alles vragen, over om het even wat, dus ook over seks. Daar waren ze nu wel niet de hele tijd over bezig, maar op elke vraag kreeg ik een duidelijk antwoord.”

Vrijuit over seks praten, roept bij velen weerstand op. En toch is het onderwerp niet weg te denken uit de actualiteit.

“Nee, maar daar komt seks vooral op een negatieve manier in beeld. Het #metoo-verhaal, kinderporno… Of op een oppervlakkige manier: tien tips om beter te pijpen, je kent dat wel. Wij proberen seks net te behandelen als eender welk ander onderwerp: als iets wat mensen doen, en dat we daarom bestuderen.”

Erg snel gaat het anders niet met die seksuele emancipatie?

“Ik vind dat eigenlijk goed meevallen. Als je weet dat vrouwen pas stemrecht hebben sinds 1948, dat de seksuele revolutie pas van de late jaren 60 dateert… In het licht van de geschiedenis is dat eigenlijk nog helemaal niet lang geleden. Met die nieuw verworven seksuele vrijheid moeten we duidelijk nog beter leren omgaan, zoals het #metoo-verhaal aangetoond heeft, maar tegelijk en misschien net als gevolg daarvan zie ik veranderingen in goeie zin. Vrouwen durven van langsom meer neen te zeggen. Mannen hoeven zich daardoor niet bedreigd te voelen, met duidelijkheid zijn ook zij gebaat. Van problemen zoals die zich binnen de Kerk hebben voorgedaan, was de omgeving vroeger soms wel degelijk op de hoogte. Maar men zweeg. Dat zie ik nu toch langzaamaan minder gebeuren. Mensen worden mondiger en beseffen dat ze hun grenzen moeten aanduiden. Maar ja, als je kijkt over een mensenleven, gaat het best traag.”

Is je eigen seksualiteit iets waar je openlijk over praat?

“Als me daarover iets gevraagd wordt, geef ik doorgaans wel antwoord. Maar een column waarin ik beschrijf met wie ik die week het bed heb gedeeld en wat we daar precies gedaan hebben, daar ga ik niet aan beginnen. (lacht) Als het over mezelf gaat, is het geen probleem. Ik wil best beschrijven hoe ik masturbeer. Maar ik weet ook dat de mensen met wie ik seks heb er niet om vragen om in een column op te draven.”

“Monogaam of polyamoureus: iedere relatie is aanmodderen”

Je maakt er geen geheim van dat het klassieke gezinsplaatje niks voor jou is. Jij zoekt je weg in de polyamoureuze wereld.

“Ik heb dat ook maar gaandeweg ondervonden natuurlijk. Trouwen en kinderen krijgen was nooit wat ik voor ogen had. Ik wist al vroeg dat ik zowel mannen als vrouwen leuk vond, maar daar deed ik niks mee.”

“In de middelbare school lag ik ook niet goed in de markt: ik was die lange bonenstaak met al dat haar en een grote mond. Het was pas toen ik ging studeren in Gent dat ik ontdekte wat er mogelijk was. Plots leek ik wél bij sommigen in de smaak te vallen en daar kwamen relaties van. Maar toen bleek ook algauw dat monogamie niet helemaal mijn ding was. Ik ontmoette ondertussen mensen die daar ook over reflecteren. Maar stel je daar geen sektarische groep met hippie-idealen bij voor. Ik heb gewoon een groep vrienden en vriendinnen bij wie ik me goed voel, met wie ik heel open over relaties en seks kan praten.”

Vind je polyamorie niet een stuk ingewikkelder dan monogamie?

“Je hoort me niet zeggen dat het onderling altijd rozengeur en maneschijn is bij ons, maar dat is bij anderen ook zo. Polyamorie vraagt een grote openheid en eerlijkheid, en dat is niet altijd gemakkelijk. Maar ingewikkelder dan monogamie is het volgens mij niet. Ongelukkig zijn in een monogame relatie lijkt mij ook tot ingewikkelde toestanden te kunnen leiden. Iedere relatie is aanmodderen.”

Je bent een aanspreekpunt geworden als het over seks gaat. Ga je hierin door of krijg je er ooit genoeg van?

“Het is een misverstand dat ik alles over seks zou weten. Soms vragen mensen me om raad op technisch vlak, maar dan moet ik hen doorverwijzen. Ik ben geen seksuologe. De podcast en het boek Vuile Lakens groeiden vanuit de gesprekken die mijn vriendin Anaïs en ik hadden over seks en de belangstelling die we daarvoor vanuit onze achtergrond we studeerden allebei geschiedenis hebben. Misschien krijg ik er ooit wel genoeg van, maar seks blijkt een heel breed onderwerp te zijn, waar ik nog wel eventjes zoet mee ben. Zo lang het me boeit, ga ik ermee door.”

LEVENSVRAGEN

Ben je gauw verveeld?

“Doorgaans kan ik me niet langer dan anderhalf tot twee uur op iets concentreren. Als ik schrijf, maak ik tussendoor wandelingetjes langs het strand. Maar dat heeft minder met verveling als wel met een soort rusteloosheid te maken, denk ik.”

“Mijn vrienden wijzen me er ook wel eens op dat ik zo moeilijk vakantie kan nemen. Eén dag lukt me nog wel, maar een week niet schrijven vind ik echt niet leuk. Een tijdje terug was ik in Venetië. Al na een dag liep ik me daar heel hard af te vragen wat ik er eigenlijk deed.”

Overuren in je hoofd. En met je handen?

“Ik kook graag. Ik vind het prettig om iets lekkers te bereiden en mijn vrienden daar dan van te zien genieten. Maar poetsen bijvoorbeeld vind ik dan weer een deprimerende bezigheid: iets proper maken dat twee dagen later opnieuw vuil is. Ik haat het.”

“Ik sport ook wel heel graag. Twee tot drie keer per week: fietsen, yoga en seks natuurlijk.”

Seks als sport dan?

Er wordt nochtans beweerd dat de meeste vrouwen seks aan gevoelens koppelen. “Ja, en voor sommigen zal het inderdaad wel zo zijn. Ik ondervind voor mezelf dat het ook los van elkaar kan staan. Natuurlijk kunnen er prachtige emoties bij komen kijken. Maar ik hoef niet eerst verliefd te worden op iemand en het hele gamma daarbij horende gevoelens te doorlopen, om met hem of haar seks te hebben. Ik kan vooral erg genieten van het spel van verleiden: van geleidelijk aan insinuaties maken en hoe de ander daarop reageert. Aantrekken, afstoten en dan zien waar je uitkomt…”

Wat kan jou ontroeren?

“De muziek van Jacques Brel, Aretha Franklin, Bach… Het minder luchtigere genre, inderdaad. Meer hedendaagse muziek kan me ook wel raken, maar ik merk dat die dan toch minder blijft ‘hangen’.”

“Maar soms word ik ook ontroerd door gesprekken die ik toevallig opvang. Mensen die elkaar iets moois zeggen, of net compleet langs elkaar heen praten… Zoiets kan me plotseling ‘pakken’. Vooral als ik mijn regels heb. Want geef toe, als vrouwen zijn we toch vooral een bundel soms losgeslagen hormonen, niet?” (lacht)

Wie is Heleen Debruyne?

Heleen Debruyne (29) groeide op in Roeselare, waar ze schoolliep aan het Klein Seminarie. Ze is de dochter van Kathleen Favere en Frank Debruyne.

Ze studeerde geschiedenis aan UGent en woont sindsdien in Gent.

Ze werkt op de cultuurredactie van de VRT-radiozender Klara en schrijft behalve over kunst en cultuur ook tal van columns. In 2016 maakte ze haar debuut als romanschrijfster met De Plantrekkers. Samen met Anaïs Van Ertvelde maakt ze de podcast Vuile lakens, over seks en het lichaam, waarvan vorig jaar ook een boek verscheen.

Ze staat bekend als voorvechtster van feminisme en seksuele vrijheid.