Ann Demeulemeester ziet carrière beloond met prijs: Telkens opnieuw grensverleggend

Handbeschilderd porselein met clair-obscur effect, ontwerp uit de eerste collectie van Ann Demeulemeester voor Serax.© Marc Wouters
Handbeschilderd porselein met clair-obscur effect, ontwerp uit de eerste collectie van Ann Demeulemeester voor Serax.© Marc Wouters
Redactie KW

Het creatieve universum van Ann Demeulemeester reikt veel verder dan mode alleen. Haar drang naar schoonheid vertaalt zich in diverse materialen, van zijde tot porselein, van kristal tot metaal. Die veelzijdigheid als ontwerper leverde haar onlangs de Henry Van de Velde Lifetime Achievement Award op.

Je kan geen mode-encyclopedie van de laatste decennia openslaan of Ann Demeulemeester neemt er een plaats in met haar avant-gardeontwerpen. Haar signatuur is uniek en balanceert tussen rock-’n-roll en pure poëzie. Een tikje tegendraads en tegelijk harmonieus. Haar vormentaal komt het best tot uiting in schakeringen van zwart en wit, in een spel van licht en schaduw. Mode is echter nooit een doel op zich geweest, maar een medium om haar creativiteit vorm te geven. Sinds ze in 2013 haar modehuis verliet, is ze blijven ontwerpen. Haar creatieve taal blijft dezelfde, alleen het materiaal verandert.

Hoe kijk je terug op je carrière als modeontwerper? Wat waren de hoogtepunten?

“Mijn eerste hoogtepunt was afstuderen aan de Antwerpse Modeacademie. Het is het moment waarop je gekatapulteerd wordt in het onbekende, je moet je eigen weg zoeken. Een jaar later won ik de Gouden Spoel, dat heeft mijn zelfvertrouwen gesterkt. De volgende mijlpaal was mijn deelname aan de London Fashion Week, als een van de ‘Zes van Antwerpen’. Ik had een kleine collectie gemaakt ze kon op één rek maar elk kledingstuk was een echt bijou , ik had de lat voor mezelf heel hoog gelegd. Die zin voor perfectie is altijd gebleven, het is mijn beste en mijn slechtste eigenschap. Tot mijn verbazing kocht het luxewarenhuis Barneys mijn collectie aan, andere topboetieks uit de hele wereld volgden. Ik had geen strategie, het heeft mij geleerd dat wat goed is, zijn weg vindt. Ik ben bewust op mijn tempo blijven groeien, volgens mijn financiële mogelijkheden.”

“Mijn eerste defilé kwam er pas enkele jaren later, wanneer ik er mentaal en financieel klaar voor was. Je krijgt maar één kans om je entree te maken, het moet meteen raak zijn. De reacties waren geweldig. Dat eerste defilé betekende mijn internationale doorbraak. Na mijn tweede defilé stond ik al op nummer twee in ‘de hitparade’ van het Journal du Textile , naast namen zoals Jean-Paul Gaultier. Het ging zo snel dat ik klanten op de wachtlijst moest zetten. Ik wou niet te snel groeien zodat ik alles met eigen middelen kon bolwerken. In die zin ben ik altijd heel realistisch geweest, succes heeft mij nooit doen zweven. Toen de werkdruk te groot werd, is mijn man Patrick gestopt met zijn job als fotograaf en is hij mee in het bedrijf gestapt. Hij is bewust altijd in de schaduw gebleven, dat is zijn natuur. Patrick is al sinds mijn jeugd mijn compagnon de route, we vormen een sterke tandem. We zijn heel verschillend maar ook heel complementair. Sinds we samenwerken, evalueren we elke creatie onderling voor we ze de wereld insturen. We stellen elkaars werk in vraag, zo blijven we elkaar artistiek stimuleren. Die eerste spraakmakende defilés waren fantastisch, maar eigenlijk is elk defilé een topmoment waar je een heel seizoen naartoe werkt.”

Waren er ook dieptepunten?

“Er waren uiteraard ook mindere momenten, maar die heb ik uit mijn geheugen gewist. Ik kan snel het blad omslaan en vooruitkijken. Als ik terugblik, vind ik de stressmomenten de moeilijkste. Het ritme van vier defilés op een jaar is hels. Dat brengt een ongelooflijke druk met zich mee: elk seizoen moet je verrassen en proberen beter te doen, het is alsof je telkens een examen aflegt. Aan de top staan, is één zaak, aan de top blijven is minder evident. Het vraagt veel energie. Anderzijds heb ik ook veel teruggekregen van de energie die ik in mijn werk gestopt heb.”

Mijn zin voor perfectie is mijn beste én mijn slechtste eigenschap

“Het is fijn om te ervaren dat mensen geraakt worden door de schoonheid die je de wereld instuurt. Ik heb dankzij mijn werk gelijkgestemde zielen ontmoet. Soms hebben mijn creaties mij bij mensen gebracht naar wie ik zelf opkeek. Het is een wisselwerking van inspireren en geïnspireerd worden. Zo is het ook gegaan met Patti Smith. Toen ik als tiener haar eerste album Horses in de platenzaak zag, kende ik haar muziek niet, maar haar foto op de hoes intrigeerde mij. Ik kocht de plaat, haar muziek was een revelatie en had tegelijk iets vertrouwds. Voor mijn eerste defilé koos ik voor haar muziek omdat het gewoon klopte met wie ik ben. Later heb ik haar ontmoet, het was het begin van een levenslange vriendschap.”

Vanwaar komt die werkethiek en die eeuwige drang naar perfectie?

“Ik ben een geboren perfectionist, maar het heeft ook deels met mijn opvoeding te maken. Mijn ouders hebben mij geleerd dat je de talenten die je krijgt moet benutten. Ik mocht studeren wat ik wou, zolang ik er maar voor de volle honderd procent voor ging. Dat was voor mij een extra stimulans om mij te bewijzen. Die werkethiek is wellicht eigen aan mijn West-Vlaamse aard. Hard werken, je werk zo goed mogelijk doen en met de voeten op de grond blijven, zijn zaken die ik herken in mezelf, maar ook in de West-Vlaamse bedrijven waar ik ooit mee samengewerkt heb. Patrick en ik komen allebei uit Waregem, waarvan ik mij trotse ereburger mag noemen. Ondank het feit dat we het grootste deel van ons leven in de provincie Antwerpen wonen, hebben we nog altijd voeling met onze West-Vlaamse roots, we schakelen zelfs onbewust naar het West-Vlaams over wanneer we met z’n tweeën zijn. Ik ben tot mijn achttiende in West-Vlaanderen gebleven. Ik was een tiener toen ik naar Brugge trok om er kunsthumaniora te volgen. Mijn ouders vonden mij te jong om mij naar Sint-Lucas in Gent te laten gaan. In de naweeën van de flowerpowertijd hing er een sfeertje van drugs en vrijheid-blijheid rond die Gentse kunstschool. Het internaat bij de Brugse Maricolen leek hen een beschermende omgeving. Het was er streng en het onderwijs was er heel degelijk.”

Waarom heb je voor een modeopleiding gekozen?

“Tijdens mijn kunstopleiding schilderde ik graag portretten. Het waren niet alleen de gezichten die mij fascineerden, maar ook de kleren die mijn modellen droegen. Toen al was ik geboeid door de relatie tussen de mens en zijn kledij. Ik vond mode een modern medium. Zo ben ik op de Antwerpse Modeacademie beland, het contrast met het Brugse internaat kon niet groter zijn. Antwerpen was een openbaring, er gebeurde van alles op het vlak van muziek en kunst. De lat lag heel hoog aan de Antwerpse Academie. Je moest hard aan jezelf werken, je leerde er zoveel als je zelf wou. Het was sowieso een heel stimulerende omgeving, dankzij de mix van talenten in onze groep die achteraf bekeken een magische formule bleek te zijn. We waren allemaal ambitieus en competitief ingesteld, maar op een positieve, constructieve manier. We tilden elkaar naar een hoger niveau. Ook toen we samen naar Londen trokken omdat Londen ons toegankelijker leek voor nieuw talent hadden we elk onze stijl. De basis was toen al gelegd.”

Lifetime Achievement Award

Voor sommigen is een lifetime achievement award een soort orgelpunt, een bekroning om wat geweest is. Niet voor Ann Demeulemeester. Ze blijft verder ontwerpen, haar grenzen verleggen. Weliswaar niet meer in de spotlights van de catwalk, maar vanuit haar atelier dat veel weg heeft van een monasterium. Met monnikengeduld werkte ze jaren in alle stilte aan mooie objecten voor zichzelf. Sinds een paar jaar deelt ze deze met de wereld, dankzij een samenwerking met Serax.

Het is fijn mensen te kunnen raken met de schoonheid die je de wereld instuurt

“Deze award is voor mij een erkenning voor mijn werk als universele ontwerper. Ik voel mij ontwerper in hart en nieren, ongeacht of het nu om een kledingstuk of om een vaas gaat. Het idee dat je iets maakt dat er zonder jou nooit geweest zou zijn, geeft veel voldoening. Ik herkauw nooit bestaande zaken. Als ik iets ontwerp, ga ik tot op het bot. Ik heb mode vanuit een andere invalshoek bekeken, ik ben altijd met vorm bezig geweest, niet met decoratie. Als modeontwerper kan je het lichaam als het ware sculpteren, door ronde of rechte, scherpe of zachte belijningen te creëren. Op die manier stop je veel emoties in een kledingstuk. Ik mag dan wel gestopt zijn met mode, mijn creatieve drive is gebleven. Ik ben nog altijd met schoonheid bezig. Mijn stijl blijft, alleen de materialen veranderen. Vroeger was ik dag en nacht met mode bezig. Na meer dan dertig jaar ononderbroken werken, vond ik het tijd voor iets anders. Ik droomde ervan om in de natuur als kluizenaar te kunnen creëren, weg van alle drukte.”

“Stoppen met mode voelde dan ook aan als een bevrijding. Op dat moment was ik niet op zoek naar een nieuwe start, alles is heel organisch en spontaan gegroeid. Ik heb trouwens nooit echt een planning gemaakt, ik heb mijn leven lang vanuit mijn gevoel gewerkt. Ik vind het spannend als de toekomst open blijft, het biedt veel vrijheid. Het was oorspronkelijk de bedoeling om gewoon dingen te maken voor onszelf. Patrick en ik zijn echte makers. Willen we een mooi bord, een kopje, een lamp, dan maken we die zoals ze volgens ons moeten zijn. Ook onze tuin hebben we zelf ontworpen. We vinden het een uitdaging om schoonheid toe te voegen aan dagelijkse dingen. Net zoals vroeger wil ik de technieken perfect beheersen wanneer ik iets creëer. Zo heb ik opleidingen gevolgd in het buitenland om objecten in porselein te kunnen maken. Het vraagt veel nederigheid en geduld om een eenvoudig object zoals een kopje of een bord perfect te maken, er gaan veel prototypes vooraf aan het definitieve ontwerp. Toen Serax me vroeg om mijn ontwerpen te commercialiseren, was het op één voorwaarde: de creaties moesten gemaakt worden zoals ik ze zelf gemaakt had. We hebben de juiste ambachtslui in China gevonden die we mijn technieken schaduwschilderen aangeleerd hebben. Deze samenwerking laat mij toe om op creatief vlak tot het uiterste te gaan, binnen de grenzen van het betaalbare.”

Robuuste vazen ‘edu’ in watergroen kristal, uit de derde collectie van Ann Demeulemeester voor Serax.© Victor Robyn
Robuuste vazen ‘edu’ in watergroen kristal, uit de derde collectie van Ann Demeulemeester voor Serax.© Victor Robyn

Ann Demeulemeester x Serax, part 3

Na een collectie tafeldecoratie heeft Ann Demeulemeester een collectie verlichting ontworpen voor Serax. Ondertussen is de derde collectie afgewerkt die binnenkort verkrijgbaar is. Ze bestaat onder meer uit robuuste kandelaars in dik kristal die in combinatie met een opaque of transparante koker omgevormd kunnen worden tot een windlicht. Een ander intrigerend ontwerp is de lampvaas die uitgebracht wordt in verschillende versies. Telkens rust de vaas op een sokkel waarin een lichtbron verwerkt is die via USB opgeladen kan worden. Voor Ann Demeulemeester is het een nieuwe manier om haar eeuwige spel van licht en schaduw vorm te geven.

“We zijn inmiddels al bezig aan een vierde hoofdstuk. De ideeën blijven komen. Met elke creatie voel ik mij een stuk completer als mens en als ontwerper. Mijn werk is nog lang niet af, niettegenstaande er mij alsmaar minder tijd rest. Daarom blijf ik heel gefocust, het moet vooruitgaan. Corona heeft mij evenwel doen beseffen hoe fragiel het leven is en dat we zorg moeten dragen voor elkaar en voor onszelf. En vooral, dat we ons geluk moeten koesteren.” (Lut Clincke)

Wie is Ann Demeulemeester?

– Geboren in Waregem op 29/12/1959.

– 1978-1981: volgt de opleiding modeontwerp aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen.

– 1982: wint de Gouden Spoel.

– 1985: richt samen met haar man Patrick Robyn BVBA 32 op.

– 1987: neemt deel aan de London Fashion Week.

– 1988: lanceert collectie schoenen en accessoires.

– 1992: geeft eerste defilé in Parijs, op muziek van Patti Smith.

– 1993: neemt deel aan ‘Antwerp ‘93 culturele hoofdstad van Europa” met de installatie Eyes by Patrick Robyn & Ann Demeulemeester .

– 1996: lanceert mannencollectie die samen met haar vrouwencollectie geshowd wordt tijdens de modeweek in Parijs.

– 1996: creëert Table Blanche voor Bulo.

– 1999: opent eerste boetiek in Antwerpen aan de Leopold De Waelplaats.

– 2003: neemt deel aan de tentoonstelling Woolgathering in samenwerking met Patti Smith, in het Haus der Kunst in München.

– 2005: geeft eerste mannendefilé in Parijs.

– 2006: is eregast op het Festival d’Hyères met 17x Ann de hier pour Hyères .

– 2013: verlaat haar gelijknamige modehuis.

– 2014: geeft het boek Ann Demeulemeester uit bij Rizzoli, een naslagwerk met beeldmateriaal uit 30 jaar creaties.

– 2019: brengt eerste collectie tafeldecoratie uit in samenwerking met Serax.

– 2020: brengt collectie verlichting uit in samenwerking met Serax.

– 2021: ontvangt de Henry Van de Velde Lifetime Achievement Award.