Actrice en theatermaker Silke Thorrez: “Ik wil altijd tot het uiterste gaan”

Silke Thorrez: “Dat je zonder trauma’s geen goeie acteur kunt worden, is uiteraard onzin. Maar iets van de wereld gezien hebben, een beetje levenservaring hebben, is wel degelijk van belang.” (Foto Titus Simoens)
Nancy Boerjan

Silke Thorrez verdient al jaren haar strepen in de theaterwereld, en breekt nu ook door op televisie. Ze zette een no-nonsense Anke neer in de tv-serie Nonkels, en dartelt nu als de naïeve Sylvie rond in het eerste seizoen van Chantal. Theater maken en acteren hebben haar al bloed, zweet en tranen gekost, even dreigde ze zichzelf in haar ambities te verliezen. “Maar ik heb leren luisteren naar mezelf, ik kom stilaan tot rust”, klinkt het vanuit het landelijke Beselare.

Sinds ze de rol van Anke speelde in de tv-serie Nonkels wordt Silke Thorrez herkend op straat. Of ze dat leuk vindt, daar is ze nog niet uit. Het níét leuk vinden, zou ze ondankbaar en arrogant vinden. En dat is het laatste wat ze wil. “Want de mensen bedoelen dat allemaal goed, ik moet daar dus blij om zijn.” Maar herkend worden is eigenlijk niet waar ze naar op zoek was. Ze vindt het allemaal nogal verwarrend. Tel daar een onrustige natuur en een overvolle agenda bij op. Dan wordt het soms plots allemaal te veel.

En dan zoekt ze de tuin van haar ouders in Beselare op. “Opstaan en de vogeltjes horen fluiten, een wandelingetje maken, me afvragen wat ik die dag wil doen en mezelf tegelijk inprenten dat er écht geen haast bij is. Bewust op slippers rondbanjeren omdat je daar niet snel op kúnt lopen. Boeken gelezen, vriendschappen aangehaald… Ik had rust nodig voorbije zomer, ik moest weer een beetje tot mezelf komen”, vertelt ze aarzelend. Ze schakelt schijnbaar moeiteloos tussen ernst en lach, komt er even later toch weer op terug.

Brussel was een cultuurschok voor een meisje uit Beselare

Intussen kent Vlaanderen haar dus als Anke uit Nonkels, en als Sylvie van Chantal, een rol die in het tweede seizoen prominenter wordt uitgespeeld. Maar Silke draait al jaren mee in het theatercircuit. Een passie die ze opliep in de Beselaarse toneelkring Vreugde na Arbeid, waar ook haar ouders acteerden. “Ik ging mee naar alle repetities, lipte mijn moeders tekst mee in de zaal. Maar ook hoe de belichting werd ingezet, zelfs hoe de koelkast gevuld werd voor na de voorstelling… Werkelijk alles boeide me aan die wereld, ik voelde me daar op mijn plaats.”

Silke speelde er zelf ook een paar rolletjes en nam in 2011 deel aan een voorstelling voor jongeren bij Theater Antigone in Kortrijk, onder leiding van regisseur Jan Sobrie. Het gaf haar de beslissende zet om er vol voor te gaan als theatermaker en actrice.

Niet dat dat vanzelf ging. Van Studio Herman Teirlinck kreeg ze op haar zeventiende nul op het rekest. En ze wist zelf wel waar het schoentje wrong: “Niet matuur genoeg! Ik groeide op in een beschermd milieu, heb een gelukkige jeugd gehad… Dat je zonder trauma’s geen goeie acteur kunt worden, is uiteraard onzin. Maar iets van de wereld gezien hebben, een beetje levenservaring hebben, is wel degelijk van belang. Ik had zelfs nog nooit een metro genomen, want die hebben we niet in Beselare. Wat zou ik dus iets te vertellen hebben gehad?”

Je ging communicatiewetenschappen studeren in Brussel. Om daarmee je droom om te acteren te begraven?

“Ik wilde vooral ontdekken wat er buiten Beselare leeft. Weg uit de klei ook. Ik hou van mijn dorp, maar er gebeurt niet veel, hé. Die vier jaar in een grootstad waren voor mij een cultuurschok. Het liep er vol mensen met een andere culturele achtergrond dan de mijne. Voor een meisje dat in haar dorp nooit één donkerder gekleurde mens zag, was dat even wennen. Ik heb in Brussel de wereld leren kennen. Je maakt er wel eens iets minder prettigs mee, maar ik vond het vooral tof en leerrijk om er te wonen. Leerde er voor mezelf zorgen, mezelf beter kennen ook: als ik me slecht voelde was er geen mama om me te troosten. Ik moest zelf op zoek naar een manier om me weer beter te voelen. Kortom, Brussel was alles wat ik op dat moment nodig had. Nadat ik afstudeerde, voelde ik me dan ook beter gewapend voor de theateraudities, en plots mocht ik in elke theaterschool beginnen.”

“En dan nog werden het zware jaren aan het Conservatorium. Ook daar werd ik opnieuw serieus met mezelf geconfronteerd. Maar het is me wel gelukt.”

Wat maakt acteren zo’n noodzaak voor jou?

“Als ik vroeger ontroerd werd door een theateropvoering of film, wist ik telkens dat ik dat ook wilde doen: anderen raken met een verhaal. Daar kwam later het spelplezier bij: een personage zo vormen, of dat nu dicht bij me staat of net ver van me af, dat het een soort uitlaatklep wordt. Een kantje van mezelf tonen dat in het dagelijkse leven niet aanvaard zou worden. Ik vind het oprecht belangrijk om lief, vriendelijk en respectvol te zijn, maar soms doet het deugd om dat eens allemaal niet te zijn. En op een podium of voor een camera kan dat.” (lacht)

“Het is moeilijk uit te leggen, maar spelen is het enige wat me intens gelukkig maakt.”

In je afstudeerproject ‘Fontanelle’ had je het over kindsheid, in ‘Coupe Familiale’ voor Theater Antigone nam je familierelaties onder de loep, voor Rode Neuzen werkte je rond de relatie met je vader en stond je ook samen met hem op de planken -, je onderzoekt een nieuw project rond ex-gedetineerden: het mag wel ergens over gaan?

“Mijn buik is mijn barometer, daar voel ik het als iets een thema, een krantenartikel, een uitspraak… me raakt. En daar wil ik dan iets mee doen. Het is niet dat ik per se maatschappijkritisch theater wil maken, daar voel ik mezelf te weinig beslagen voor. Ik wil eerder de kleine verhalen naar boven brengen, waar de grote thema’s toch ook altijd weer in besloten liggen, en de gevoelens die daarmee samengaan. Onrecht, de underdog, het ‘net niet’-verhaal… Dat raakt me allemaal zo hard.”

Mag ik je een gevoelsmens noemen?

“Ja! Het is verschrikkelijk! (lacht) En het geeft me inspiratie maar het kan ook enorm vermoeiend zijn.”

“Een bewuste strategie steekt daar niet achter. Ik probeer wel graag uit wat me ligt en wat minder. Ik weet nu dat sketches me minder liggen, maar stemmen inspreken was een openbaring. Dat ik alleen maar met mijn stem zo veel kan doen, wist ik zelf niet. Die afwisseling boeit me, en duwt me telkens een stap verder. Een jaar geleden had ik zo’n stemmenopdracht zelfs niet durven aan te nemen.”

Blaken acteurs dan niet van zelfvertrouwen?

“Ik in elk geval niet. Ik was zelfs destructief onzeker, haalde mezelf altijd naar beneden, het was nooit goed genoeg. Een jaar geleden dreigde het fout te lopen en heb ik een psycholoog opgezocht. Ik heb grote stappen gezet sindsdien. Nog altijd niet té zelfzeker, en dat mag ook, een mens mag zichzelf in vraag stellen. Maar het idee dat ik er mag zijn en dat ik mag maken wat ik belangrijk vind, heeft eindelijk vaste vorm gekregen.”

Naar welke acteur of actrice kijk je zelf op?

“Veerle Baetens! Begin deze zomer zat ik als gevolg van corona een week in quarantaine en heb ik er de volledige reeks van Code 37 opnieuw door gedraaid. Wat ze ook doet, van Sara tot Cheyenne & Lola: elke keer opnieuw heeft ze me te pakken. En elke keer slaagt ze erin om je de rollen die ze eerder speelde te laten vergeten. En dan kan ze nog eens waanzinnig goed zingen ook.” (lacht)

Waar keek of kijk je graag naar op televisie?

“Ik speelde liever buiten, maar als ik televisie keek waren dat Vlaamse series.”

“In tegenstelling tot al mijn leeftijdsgenoten die alles behalve dat bekeken. Politiereeksen waren en zijn mijn guilty pleasures, Flikken, Witse… Ik twijfelde toen nog: actrice worden of criminologie studeren.” (lacht)

De voorbije jaren scoort West-Vlaanderen op televisie. Hoe kijk jij tegen het fenomeen aan?

“Zolang de kwaliteit van die series goed blijft, heb ik er geen moeite mee. En zolang daarbij niet constant op dezelfde nagel geklopt wordt: het moet niet alleen maar over de West-Vlaamse kleinburgerlijkheid gaan.”

Mijn buik is mijn barometer, daar voel ik het als iets me raakt

“Maar het werkt wel. Ik stel voor mezelf vast dat ik tot nu toe niet vaak een televisierol te pakken kreeg. Maar de twee keer dat ik auditie deed voor een rol in het West-Vlaams, had ik ze allebei. Misschien zorgt de taal die je het meest eigen is want bij ons thuis werd West-Vlaams gesproken er toch voor dat je een meer naturelle rol neerzet.”

Is er ook een leven naast theater en tv?

“Vroeger bestond er niets buiten mijn job. Als ik een boek las om me te ontspannen, vond ik al op de eerste bladzijde een mooie zin en greep ik een notitieboekje, want ‘daar moest ik zeker iets mee doen’. Het stopte nooit, ik was constant in werkmodus. En ik was er ook van overtuigd dat ik niets meer nodig had. Al mijn vriendinnen zijn intussen getrouwd en hebben kinderen, maar voor mij hoefde dat huisje-tuintje niet. Nu besef ik dat ik, net omdat mijn job zo hectisch is, wel degelijk een rustpunt nodig heb, een plek om thuis te komen. Dat leven is nu in opbouw, en daar ben ik heel blij om.”

“Geen idee, ik loop wel nog altijd graag en regelmatig. Maar ook daarin moet ik mezelf temperen. Ik heb echt de neiging om het extreme op te zoeken in alles wat ik doe. Om altijd tot het uiterste te gaan. Altijd nog willen schaven aan een tekst, alsmaar harder willen lopen, een liedje dat ik graag hoor een week aan een stuk draaien… Maar dat gaat allemaal beter nu. Ik kan al een dag langmet mijn leeg gat in de tuin van mijn ouders rondhangen, zónder me schuldig te voelen.” (lacht)

Wie is Silke Thorrez?

• Silke Thorrez (32) groeide op in Beselare waar ze haar eerste stappen op de planken zette bij toneelkring Vreugde na Arbeid.

• Ze studeerde communicatiewetenschappen aan de VUB. In 2017 studeerde ze af als master in drama, afstudeerrichting kleinkunst, aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen.

• Ze speelde en speelt bij diverse theatergezelschappen als Theater Antigone, hetKIP, de Mannschaft en Blauwhuis. Naast spelen, creëert en regisseert Silke ook. Coupe familiale, dat ze in 2019 voor Theater Antigone maakte, werd geselecteerd voor het theaterfestival 2020.

• Op televisie was ze te zien in Onder Vuur (Eén) en Nonkels (Play4), en momenteel speelt ze Sylvie Velghe in de Eén-reeks Chantal.

Tips van Silke

• Naima Joris’ titelloze debuut-ep. “Mijn buik is mijn radar, mijn kompas. En als ik deze stem te horen krijg, voel ik alle windrichtingen in één keer. Dit is zo ongelooflijk mooi. Vooral bij het nummer Bellybutton kan ik wenen als een klein kind. Haar stem gaat zo diep, de sfeer is zo raak.”

Agata van Bieke Depoorter. “Dit boek toont een onwaarschijnlijke fotoreeks waarin Bieke speelt met de vraag wie nu het echte object is, de fotografe of het ‘model’ – hier een prostituee. Het boek is zo opgebouwd dat je zelf kunt kiezen om bepaalde pagina’s open te scheuren en meer te zien te krijgen, of het mysterie te behouden. Eens opengescheurd, is er geen weg terug meer. Onwaarschijnlijk mooie – theatrale – foto’s, waarbij ik meteen een hele wereld bijeen fantaseer.”

Regent en regentes door Compagnie Cecilia. “Een herneming van een van de grootste toneelmakers in Vlaanderen: Eric De Volder. De absurde speelstijl en de make-up maken de kleine verhalen telkens weer zo universeel en ongelooflijk ontroerend. Zijn stukken zijn een heel grote inspiratiebron voor mijn theaterwerk geweest. Het bevreemdt en beklijft tegelijk. En deze herneming is een unicum.”

• Caroline Pauwels’ Ode aan de verwondering. “Tijdens mijn opleiding communicatiewetenschappen aan de VUB van 2008 tot 2012 – en nog lang nadien – heeft Caroline mijn blik op de wereld geopend. Vijf jaar later studeerde ik af aan het Conservatorium met Fontanelle, een ode aan de kindsheid en de verwondering. Dat dat thema ons bindt, voelt als een cirkel die rond is.”