Ondernemer Frank Deceuninck jeunt zich tussen zijn Ensors

Frank Deceuninck bij een zelfportret van James Ensor. (foto Tom Desnoeck)
Redactie KW

Het begon in Gent met… postkaarten van Picasso, Magritte, Van Gogh, Delvaux en Ensor. In zijn studententijd. En veertig jaar later selecteerde hij een 100-tal werken uit zijn eigen Ensorverzameling voor een unieke expositie in de ambassade van Luxemburg in Brussel.

“Ik jeun mij tussen de Ensors”, vertelt de Roeselaarse ondernemer Frank Deceuninck, die intussen een Ensorstichting in het leven riep waarmee hij het werk van de Oostendse kunstenaar voort wil promoten en doorgeven aan de volgende generaties.

Vorige week werden uit een West-Vlaamse privécollectie twee werken van de jonge Vincent Van Gogh geveild. En nu laat alweer een West-Vlaamse kunstverzamelaar van zich horen. Deze keer met een tentoonstelling van werken uit een unieke Ensorcollectie. “Er zijn in onze provincie nogal wat verzamelaars”, weet Frank Deceuninck. “Maar of er meer zijn dan elders, dat denk ik niet.”

“Ik ben een autodidact op dit vlak,” bekent hij. “Geen kunsthistoricus. Maar ik hield altijd al van kunst en als ondernemer – hij is de zoon van wijlen Roger Deceuninck, stichter van het gelijknamige wereldbedrijf Deceuninck Plastics – kwam ik op veel plaatsen in de wereld. En altijd ging ik er op zoek naar Ensors.”

Mijn moeder is 98, ze heeft James Ensor ooit nog ontmoet in Oostende

“Misschien heb ik die interesse van kunst wel van mijn moeder, wie weet? ” bekent Frank Deceuninck tussendoor. “Zij is 98 en ze schilderde. Als hobbyschilder. Ze is van Oudenburg afkomstig, kende Oostende goed en ze heeft James Ensor ooit wel eens ontmoet.”

Moeder schilderde ook

Maar dat is niet de reden waarom hij uiteindelijk werk van James Ensor is gaan verzamelen. Denkend aan zijn postkaartencollectie die hij in zijn studententijd aan de muren van zijn kot in Gent spijkerde, had het net zo goed een verzameling Delvaux-schilderijen kunnen zijn. “Of Magritte”, vult hij aan. “Ik hou erg van het werk van Magritte, maar daar valt niet veel meer te verzamelen. Het meeste werk van Magritte zit vast in collecties en is bovendien haast onbetaalbaar. Met James Ensor was dat anders, zijn werken waren, toen ik eraan begon, nog redelijk betaalbaar én er viel nog veel te verzamelen. Bovendien, ik vond en vind Ensor nog altijd een grote, unieke en bijzondere kunstenaar. Ik jeun mij tussen de Ensors. Echt,” zegt hij.

Gedreven op zoek

“Ensor heeft 133 etsen gemaakt, van sommige zijn er diverse staten (de kunstenaar bracht aan de oorspronkelijke ets kleine maar betekenisvolle wijzigingen in, red.). Ik heb ze de voorbije dertig jaar bijna allemaal kunnen verzamelen. Op twee etsen na. Het moet, denk ik, mogelijk zijn om ze nog te vinden. Je mag niet vergeten, gaandeweg bouw je over de hele wereld een netwerk uit van mensen die weten waar je mee bezig bent. Geregeld laat iemand uit die kringen dan weten: hé Frank, volgende week wordt hier een werk van Ensor te koop aangeboden…”, legt Frank Deceuninck uit.

“Verzamelaars kennen dat van elkaar: er maakt zich een soort van gedrevenheid meester over jezelf. En dat stopt nooit. Mijn vrouw zegt dan wel eens dat ik zo zot ben als een achterdeur, maar kijk, het is sterker dan mezelf. En neen, ik verzamel niet om dan weer te verkopen.”

Verzameling ontsluiten

Het is niet de eerste keer dat Frank Deceuninck naar buiten komt met zijn Ensorverzameling. Naar aanleiding van de 150ste verjaardag van de Oostendse kunstenaar bracht Frank Deceuninck al een groot deel van zijn collectie op een expositie naar buiten. “Intussen is de hele verzameling ondergebracht in een vzw Ensorstichting”, legt de Roeselaarse verzamelaar uit. “Ik beschouw me als een soort huisbewaarder van de collectie. Je kan van zo’n verrukkelijk kunsterfgoed nooit de enige eigenaar zijn. Ik vermeld niet voor niets de Latijnse spreuk ‘Vita brevis, ars longa’ in de catalogus van de tentoonstelling die nu in Brussel loopt. Het leven is kort, maar de kunst leeft voort. Ik hoop dat mijn kinderen via die stichting later de collectie blijven ontsluiten.”

Zo’n tentoonstelling is een uitgelezen kans, ook voor de verzamelaar, om het werk ten volle te tonen. “Dat lukt anders maar moeilijk. Thuis kan je onmogelijk al die werken ophangen uiteraard. Ze worden veilig in de beste omstandigheden bewaard,” zegt hij. Of hij de werken die thuis hangen dan niet geregeld eens wisselt met tekeningen, schilderijen of etsen die zijn opgeborgen? “Nee, dat gebeurt maar zelden”, zegt Frank Deceuninck.

Eerste collectiestuk

Herinnert hij zich nog de eerste Ensor die hij heeft gekocht? “De eerste ets die ik kocht was een zelfportret van Ensor. Het werk is te zien op de expositie die in Brussel loopt. Er zijn drie staten van die ets: een waarvan hij zijn gezicht ‘normaal’ heeft geschetst’, een tweede staat – en die is te zien op de tentoonstelling – waarin hij zijn gezicht al in een lichte staat van ontbinding heeft getekend en er is een derde staat waarin het gezicht is herleid tot een doodshoofd. Ik heb dat werk nog maar één keer gezien, maar ik hoop het ooit te kunnen vinden.”

Niet in Oostende maar wel in Brussel in Huis van Luxemburg om het werk van Ensor internationale uitstraling te geven

Aan heel veel werken van Ensor hangt een geschiedenis vast. Een opmerkelijk verhaal is dat van een spotprent. Vrij scrabuleus tekende Ensor een bisschop, een priester, een rijkswachter, een volksvertegenwoordiger en koning Leopold II die hun gevoeg doen boven een massa volk. Titel van het etswerk: ‘Belgique en 1889. Alimentation doctrinaire’.

Baron Ensor

“In 1929 ontving Ensor een brief van de hofmaarschalk van het paleis met de mededeling dat de koning hem in de adelstand wou verheffen. Maar, zo liet de maarschalk weten, de koning zat wel verveeld met de spotprenten van Ensor. Waarop de kunstenaar de verspreide etsen en drukken van die spotprenten ging zoeken en ze vernietigde.” Maar… enkele vond Ensor niet, Frank Deceuninck wel. Een druk én een originele plaat van de ‘koning die kakt op het volk’ hangen op de expositie in Brussel. “Ja, het was een complex figuur, James Ensor,” weet de Roeselaarse ondernemer. Een rebel en revolutionair die dan toch voor de koning door de knieën gaat? “Op rijpere leeftijd was hij toch behoorlijk ijdel,” zegt Frank Deceuninck.

Brussel of Oostende?

Vastgoedondernemer Frank Deceuninck is honorair consul voor Luxemburg. Het consulaat is in Oostende gevestigd. Waarom die speciale Ensortentoonstelling naar aanleiding van de zeventigste verjaardag van het overlijden van de kunstenaar in Brussel en niet in Oostende wordt georganiseerd?

“Wij hebben een zeer goede band met Luxemburg en willen die band met het groothertogdom levendig houden en zelfs nog versterken. Met onze Ensorstichting werken we aan de internationale uitstraling van het werk van de Oostendse kunstenaar. Als we dan de kans krijgen om in de ambassade van Luxemburg in Brussel de expositie in te richten, dan moeten we die grijpen,” legt Frank Deceuninck uit. Volgend jaar volgt een tentoonstelling in Luxemburg zelf.

De expositie James Ensor schilderijen, prenten en tekeningen loopt tot 19 oktober in Maison du Grand-Duché de Luxembourg in de Kortenberglaan 75 in Brussel. De tentoonstelling is vrij toegankelijk van maandag tot vrijdag van 13 tot 17 uur.