“Wees gerust: het Gentse dialect is véél meer gecontamineerd dan het ‘Gentse’ West-Vlaams”

Redactie KW

Bart Vandewiele uit Beernem vond zijn vrouw in Gent en liet de West-Vlaamse grenzen al jaren achter zich. Zijn kinderen zijn het West-Vlaams dan ook niet machtig, al koesteren ze wel enkele termen uit die rare taal van de papa.

Voelt de West-Vlaming zich thuis in Gent? Ontdek alle artikels, video- en audioreportages op www.KWkaaptGent.be.

Bart Vandewiele heeft zijn roots in Beernem. “Niet eens zo diep in West-Vlaanderen, maar o zo’n groot verschil met de taal enkele kilometers verder”, zegt hij zelf. Bart ging zes jaar na het Sint-Lodewijkscollege in Brugge voor hij op z’n 18de op kot ging in Gent. “Na vijf jaar – en een paar West- én Oost-Vlaamse liefjes, ben ik dan in juni direct na de examens alleen gaan wonen aan Gent-Sint-Pieters.”

Bart ging toen aan de slag bij AG Insurance, waar hij ook tegenwoordig nog Program Management doet. Drie jaar later verhuisde hij dan naar de omgeving van de Blaarmeersen en nog eens twee jaar later leerde hij z’n huidige vrouw Kate kennen. “Kort daarop zijn we gaan samenwonen op 150 meter van mijn appartement, om dan na twee jaar een huis te kopen in Wetteren. Een jaar geleden zijn we dan in ons bouwproject getrokken in Drongen-Baarle, met onze drie kleuters.”

https://www.youtube.com/watch?v=tCZJmc_MkGI

“Die werden allemaal binnen een tijdsspanne van 13 maanden geboren, dus je begrijpt zo ongeveer wat onze voornaamste tijdsbesteding omvat”, lacht Bart, die toch ook wat tijd vindt voor zo’n 55 (ultra)marathons en andere loopwedstrijden op jaarbasis…

Uit onze enquête bleek dat er soms wat gelachen wordt met het West-Vlaams in Gent. Je vrouw is een Gentse… durft ook zij wel eens met de West-Vlamingen te lachen?

“Uiteraard. Zeg maar eens ‘muggengeheugen’ in ‘t West-Vlaams. Vooral met de ‘g’ en de ‘h’ dus, maar ik vind, of misschien beter ‘vond’ dat helemaal niet erg. Ik lach ook wel eens graag met anderen, dan moet je daar absoluut tegen kunnen.”

“Nu lacht ze niet zoveel meer. Ik zeg haar zelfs dat Gent de hoofdstad van West-Vlaanderen is geworden. Als je ziet hoeveel West-Vlamingen er alleen al in Baarle wonen! Zelfs de slager is hier een West-Vlaming, dat was echt een positieve verrassing! Meer nog, heel wat vriendinnen en nichten van haar zijn ondertussen met een West-Vlaming getrouwd. Hoe goed moeten wij wel niet zijn! (lacht)”

De West-Vlaamse identiteit blijft gevrijwaard dus?

“Zeker. Maar langs de andere kant wil ik dat mijn kinderen wel goed kunnen articuleren. Dat wil niet zeggen dat ze geen dialect mogen kennen, maar ik vind het niet onbelangrijk dat ze wél weten hoe ze goed kunnen spreken zodat iedereen hen verstaat. Bij mij heeft dat toch heel wat tijd in beslag genomen, gezien ik 100% in het West-Vlaams ben opgevoed. Voor mijn vrouw is dat belangrijk, maar ook voor in de latere ‘grote’ (werk)wereld, die niet alleen uit West-Vlamingen zal bestaan.”

“Ik zie dat als kennis van andere talen: zowel Nederlands als Frans, Engels, Duits en waarom ook niet het Spaans? Wij als universele Vlaming mogen daar terecht trots op zijn! Op mijn werk is de voertaal bijvoorbeeld Frans en nu zit ik 6 maanden op een project met hoofdzakelijk Indiërs, dus is dat nu allemaal in het Engels.”

“Maar met de Vlamingen wordt onderling vaak veel gelachen met alle Vlaamse dialecten. Gewoon omdat het leutig is. En het verbindt ons.”

Je antwoordde dat je kinderen eigenlijk geen West-Vlaams meer spreken. Zijn er toch niet een paar termen/woorden doorgedrongen?

“Kinderen imiteren graag hé. Zo zeggen ze vaak – al is het maar om hun moeder te plagen – met opzet West-Vlaamse ‘doorslikwoorden’ als ‘plaknn’, ‘knipnn’, ‘fietsN’, ‘eetN’ en ‘fretN’, met sterke nadruk op de N. Ook ‘moagowzeg’, hoor ik wel eens passeren. Bovendien: als je aan de schoolpoort staat dan hoor je veel West-Vlaams. Mijn ma verschoot daar ook van toen ze de kindjes eens moesten oppikken.”

“Om nog één doorgedrongen woord te melden: stuutn. Bij de twee meer rebelse kinderen dan toch. Ik zal ter illustratie eens een frequente scene van aan de ontbijttafel schetsen.”

Kind 1: ‘Papa krijg ik nog een boterham?’

Papa: ‘Neen, maar een stuutje wel’

Kind 1: ‘Mama het zijn boterhammen hé?’

Mama: ‘Ja’

Kind 2: ‘Neen, ik hoor ook liever stuutjes.”

Kind 3, gevolgd door kind 2: ‘STUUTJES! STUUTJES! STUUTJES! STUUTJES! STUUTJESSSSSSSSSSSSS!’

“Ik vind dat de max.”

Valt het voor jou niet te verbergen dat je in Beernem bent opgegroeid?

“Sommige mensen beweren soms ‘dat ze het niet direct opgemerkt hadden dat ik West-Vlaamse roots had’, maar natuurlijk hoor je dat wel soms nog. Zeker als ik boos ben, dan is’t ol westvlams ze!

Als je onder vrienden West-Vlaams spreekt, is het West-Vlaams dan soms ook al wat ‘gecontamineerd’ met Gentse woorden of klanken eigenlijk?

“Als ik West-Vlaams spreek, dan is dat pùùr West-Vlaams. Dat doet nog altijd deugd, ne kji jeun eigen toale kunn klapn. Al merk ik dat sommigen de ‘ei’ of de ‘ij’ mooi uitspreken, in plaats van de ‘ee’ te gebruiken. Maar wees gerust: het Gentse dialect is véél meer gecontamineerd dan het ‘Gentse’ West-Vlaams. West-Vlaams is een sterke taal, omdat het ‘ niet zo nauw steekt’. Zie daarvoor ook alle verschillen tussen het West-Vlaams: Kortrijk, Brugge, ‘t Zèètje,…”

(FV/videoreportage Nick Vandierendonck)