Slagerskoppel uit de Westhoek al bijna 30 jaar aan de slag in Gent

Marc Toortelboom, Wim Degrieck en Veerle Toortelboom © FV
Frederic Vansteenkiste
Frederic Vansteenkiste Medewerker KW

Wim Degrieck en Veerle Toortelboom groeiden allebei op in de stevige klei van de westhoek, maar belandden – na een tussenstop in Brussel – toch in Gent. In hun geval niet door de studies, niet door de liefde… wel voor de commerce.

Johan Van De Casteele, ondervoorzitter van de West-Vlaamse vrienden van Gent, zei het maandag al. “Haal in de grote steden de West-Vlamingen weg die een slagerij of bakkerij draaiende houden, en de mensen lijden honger.” Daar is ook een historische reden voor. In West-Vlaanderen had je in Diksmuide en Brugge immers twee scholen waar slagers en bakkers werden opgeleid. En omdat de West-Vlaamse markt al verzadigd was, zwermden de afgestuurde bakkers en slagers dan maar uit over de rest van Vlaanderen, om daar vaak ‘schoon geld’ te verdienen.

Zo liep het ook met Wim Degrieck en Veerle Toortelboom. Wim groeide op in Diksmuide en volgde er ook de opleiding tot slager. Samen met zijn echtgenote Veerle, afkomstig uit Bulskamp, trok hij na zijn opleiding eerst naar Brussel, met de bedoeling daar een zaak (en een leven) op te bouwen. “Maar Veerle wilde liever niet in Brussel blijven”, vertelt Wim. “We zijn dan wat ‘afgezakt’ en zo eigenlijk eerder toevallig in Gent beland. We kenden Gent helemaal niet.”

Het duurt vier, vijf klanten voor we een Gents accent opvangen

Wim en Veerle hielden daarna eerst gedurende negen jaar een slagerij open in het centrum van de stad en trokken daarna naar Baarle, een dorpje bij Drongen in de rand van Gent. Daar bestaat slagerij Wim & Veerle nu al 20 jaar, ‘net voor de bocht over de E40’. Wim en Veerle ondervinden zelf aan den lijve hoezeer de West-Vlamingen present zijn, ook in de Gentse rand. Dat is overigens ook te merken tijdens ons interview, want het duurt vier, vijf klanten voor we een Gents accent opvangen. Ook veel (ex-)West-Vlamingen in het klantenbestand van Wim en Veerle dus.‘t Zyn moar dedie die geld verdoen’, grapt iemand.

Met zo’n gemixt cliënteel spreken Wim en Veerle logischerwijs dan ook regelmatig nog een mondje West-Vlaams, maar zoals bij zovelen stopt dat ook bij hen. “Onze drie kinderen verstaan het, maar ze spreken het zelf niet meer“, vertelt Veerle. “‘t Zijn drie stroppen hé, allemaal in Gent geboren en getogen.”

En Wim en Veerle voelen zich intussen ook meer Gentenaar dan West-Vlaming. “Een terugkeer zit er dan ook niet in”, legt Veerle uit. “Zeg nooit nooit, maar ons leven is hier gemaakt hé.”

Voor Veerles broer Marc ligt dat anders. Hij woont in Bredene, maar komt elke dag naar Baarle om mee in de slagerij te werken. Was het dan voor hem geen optie om zich ook in het Gentse te vestigen? “Als je de kust gewend bent, dan loop je niet weg“, vertelt Marc. “Da’s moeilijk te omschrijven, maar ik zou niet in Gent kunnen wonen. Als je hier een stap zet, heeft iedereen het gezien. Ik zou me hier niet vrij voelen.”