Koen Naert over Berlijn 2018: “Ik kan mezelf één keer per jaar overtreffen”

De emoties laaiden hoog op toen Koen Naert in Berlijn de finish overschreed. Met de vlag in zijn handen. "Exact zoals ik het al weken in mijn gedachten had." © belga
Tom Vandenbussche

“Denk jij nu echt dat je tussen de Afrikanen iets gaat voorstellen?” Koen Naert is verbouwereerd als Paul Rowe, algemeen directeur van Sport Vlaanderen, in 2013 een vraag stelt waarop hij zelfs geen antwoord hoeft te geven. Zijn vraag om topsporter bij Defensie te worden, is afgewezen. Naert wijkt echter niet en maakt in 2015 in Hamburg zijn debuut op de marathon met een veelbelovende 2u.13’39”. De Waalse topsportvleugel Adeps geeft hem meteen een nieuw profcontract. Amper drie jaar later wordt Naert Europees kampioen. “Ik weet dat ik mezelf één keer per jaar kan overtreffen. Berlijn was zo’n dag.”

Geen sportzomer zeg je? Wij maken er de mooiste ooit van. Onze sportmannen Frank Buyse en Tom Vandenbussche selecteerden dé 15 West-Vlaamse topsportmomenten, onze lezers maakten er een top 10 van. Een zomer lang herbeleven we jullie mooiste momenten.


24 maart 2018, Valencia. Koen Naert wordt op het WK halve marathon 22ste, derde Europeean en tweede blanke in 1 u. 01’41”, een verbetering van zijn persoonlijk record met bijna twee minuten. “Dit is echt wel straf. Ik hoor nu bij de Europese top. Dit opent perspectieven voor het EK marathon in Berlijn.”

Alle signalen tonen het aan: met deze Naert zal men straks rekening moeten houden. Trainer Raymond Van Paemel: “Als Koen in topvorm is, ligt zijn tempo op zijn aerobe grens (tempo voor snelle duurtrainingen, red.) op 3’06” per kilometer. Fenomenaal.” Koen Naert: “Ik herinner me in de voorbereiding op Valencia een heel cruciale training met Stijn Fincioen en Loewis Kinget in Assebroek. Mijn extensieve tempoblokken zijn perfect combineerbaar met hun intensieve intervallen. Ik deed reeksen van drie kilometer, zij van 400, 500 en 600 meter. We begonnen telkens samen en als ik de volgende ronde passeerde, begonnen zij aan hun volgende interval… Mijn training was zo voorbij. Door Stijn en Loewis rond mij te hebben, was die training niet meer zo lastig.”

Eind april, nog zestien weken. Naert weet het: nu moet hij een knop omdraaien. Geen snoep of frietjes meer. “Dan loop ik tot 200 kilometer per week, weeg ik af hoeveel ik eet en ga ik drie keer per dag op de weegschaal staan om mijn vochtbalans op peil te houden. Voor het EK bedroeg mijn vetpercentage 4,7 procent. Ik ben wellicht een beetje wacko in mijn hoofd. (grijnst) Ik ben als de dood voor ziektekiemen. Toen ik mijn vrouw Elise eens van de beker van ons zoontje Finn zag drinken, zei ik haar al lachend: nog één keer en ik geef je geen kus meer.” Elise: “Ik ken intussen Koens gewoontes en gedrag. We zijn al samen van toen ik vijftien en hij zestien was.”

American way of coaching

Maandag 21 juni, nog acht weken. Naert reist voor 4,5 weken af naar Mammoth Lakes in Californië, op 2.400 meter hoogte. “Ik kan er trainen met de groep van Andrew Kastor, de coach en man van Deena Kastor, die in Athene 2004 brons op de marathon behaalde. Ik word er helemaal in de groep geïntegreerd. Dat apprecieer ik enorm. Een extra stimulans. Ik heb heel veel van hen geleerd. De American way of coaching, hé.” Naert verduidelijkt. “Ze proppen je er elke training vol met motiverende woorden, quotes en speeches. Leuk, omdat ik thuis meestal alleen train en dan weinig externe motivatie en feedback krijg. Elise zegt wel eens: amai, jij staat scherp. Maar dan denk ik: zij is niet objectief. (grijnst) Als Raymond op training zegt: daar zit snee op. Dan groei ik meteen 20 centimeter. In Amerika is dat de mentaliteit en hun manier van coachen, elke dag weer. Daar heb ik veel aan gehad.”

Naert leert in de VS ook veel bij over het mentale aspect van topsport. “Andrew zei een keer: denk dat die BMW-finishboog in Berlijn een magneet is. Ik begon naar die boog te kijken, drukte hem af en hing hem op mijn prikbord. Na een tijd verving ik de magneet door een chrono met een tijd op. Ik zocht de EK-medailles op en sloeg die in mijn gsm op. Finaal hield ik alleen de gouden medaille over en keek ik er iedere dag naar. Zo van: jij gaat straks in mijn kast liggen.” Naert ziet in zijn gedachten ook zijn finish op 12 augustus. “Ik visualiseerde dat ik met een Belgische vlag over de meet liep.”

Zondag 23 juli, nog drie weken. Cruciale weken. Ook de langste training mag er zijn: een progressieve duurloop van 40 kilometer aan een snelheid van 3’24” per kilometer. En dat op 2.100 meter hoogte en bij een temperatuur van 26 graden. Extra stimulans: Elise, Finn en schoonouders Mieke Wallays en Rik Cappelle zijn er twee weken bij in Mammoth Lakes. Ook van de partij: Leo Wouters, een gepensioneerde osteopaat uit Antwerpen. Van Paemel: “Zonder hem zou Koen nooit weken van 200 kilometer kunnen afwerken.”

Toch is er bij thuiskomst in België nog even paniek: Naert kampt met een kleine blessure. “Gelukkig loste Leo dat op in twee dagen tijd en kreeg ik een extra mentale boost. Elke dag dichter bij de wedstrijd had ik iets van: ik voel me zo goed… Op training liepen mijn benen als vanzelf. Ik dacht: mja, Koentje…

De maanden voor een marathon weeg ik af hoeveel ik eet en ga ik drie keer per dag op de weegschaal staan

Donderdag 9 augustus, nog drie dagen. Een laatste bezoek aan de masseur. Niet Mario Lapere, zijn vaste verzorger uit Oostnieuwkerke die op reis is. Naert vindt een waardige vervanger: Ronny Werbrouck uit Beveren-Roeselare, nu bij Club Brugge. “Zijn aders lopen verdorie tot aan zijn gat. Dit heb ik nog nooit gezien”, whatsappt hij na afloop naar ondergetekende. We sturen het berichtje met een kwinkslag door naar Naert. Die komt niet meer bij van het lachen. We zijn 60 uur voor de start van het EK, maar van stress is geen sprake.

Vrijdag 10 augustus, nog twee dagen. Naert reist nu pas naar Berlijn af. Een bewuste keuze. “Anders moet ik te veel eten meenemen. Mijn valies zit er nu al voor de helft mee gevuld. Mijn pasta die ik zelf kook. West-Vlaamse eierkoeken die licht verteerbaar zijn en boordevol koolhydraten zitten. Soldatenkoeken. Petit-beurres. Rice crispies ook.” Als Naert afscheid neemt van Elise, is hij vol vertrouwen: “Ik ga zondag winnen.” Waarop Elise al lachend: “Als je wint, gaan we dat vieren op Mauritius (waar ze eerder al op huwelijksreis gingen, red.).”

Bellen met trainer

Zondagochtend, D-day. Twee uur voor de start van het EK belt Naert zijn trainer op. Van Paemel. “Rotnerveus was hij. Dat had hij nooit eerder gehad. Ik heb hem gezegd dat de marathon een heel eerlijke wedstrijd is, hij er alles voor gedaan had en de beste altijd wint. Ik ken Koen door en door. Hij was zo zenuwachtig, omdat hij in de vorm van zijn leven verkeerde.” Naert: “Ik moest mezelf forceren om één eierkoek op te eten. Maar ik wist dat ik niet mocht panikeren. Finn heeft me geleerd om los te laten. Niet alles kan volgens plan verlopen. En mijn diëtiste Stephanie Scheirlynck stelde me gerust dat je zonder ontbijt topprestaties kan leveren, zeker omdat ik de dagen ervoor voldoende koolhydraten had opgenomen.”

Een dolgelukkige Koen Naert bij aankomst.
Een dolgelukkige Koen Naert bij aankomst.© BELGA

Elise is in Berlijn uiteraard ook van de partij, samen met haar zus Justine. “Toen ik hem de ochtend voor de wedstrijd zag, zei ik niet veel. Ik weet dat ik hem dan met rust moet laten. Maar hij was gefocust. Een goed teken. Zelf had ik vooraf geen stress. Maar toen de start was gegeven, werd ik enorm zenuwachtig. Vanaf dan was het nagelbijten tot het einde.”

Ook mama Martine Wybaillie en stiefpapa José Lamsens zijn in Berlijn. Dat is uitzonderlijk. Naert: “Het was hun eerste kampioenschap ooit, want vliegen doen ze liever niet. (glimlacht) Ze hebben de juiste wedstrijd uitgekozen.” Martine: “Koen had me maanden op voorhand gezegd dat we moesten komen. Het zal de moeite zijn, zei hij.”

Briefjes op drinkbus

Zondag 12 augustus, tien uur. De start. Naert: “Marathon is een sport van details. De slimste haalt het soms van de sterkste. Zeker als het warm is. Ik was de enige met een wit T-shirt en de enige die tot het laatste moment zijn ijsvest aan had, water over zijn hoofd goot en binnen in de schaduw bleef.” Toch lijkt winnen, met zeven atleten met een betere persoonlijke besttijd, te hoog gegrepen. Naert: “Die dag vielen alle puzzelstukjes in elkaar.”

Op elke drinkbus die hij om de vijf kilometer aangereikt krijgt, heeft Naert foto’s van zijn gezin geplakt. “Zo weet ik waarvoor ik het doe.” Elise: “Ik hang er ook telkens briefjes met motiverende boodschappen aan. Ik heb dat één keer gedaan en sindsdien blijft Koen erom vragen. Zo zijn we er toch een beetje bij.”

De eerste 30 kilometers verlopen perfect. Naert nestelt zich vooraan. Europees recordhouder Sondre Moen lost de rol. “Toen ik als bijna enige blanke in die kopgroep zat, zei ik in mezelf: ik eet jullie allemaal op.” Na 32 km plaatst Naert een versnelling. “We hadden daarvoor naar mijn gevoel te traag gelopen. Ik dacht: ik ben nog niet alles aan het geven. En dus kon ik me niet langer inhouden. Het was nog vroeg, maar ik voelde me super.” Zijn twee overgebleven concurrenten, de Zwitser Tadesse Abraham en de Italiaan Yassine Rachik, kunnen niet volgen. “Ik weet dat ik mezelf één keer per jaar kan overtreffen. Berlijn was zo’n dag. Het was een hele marathon genieten.”

Plots zag ik Elise met een Belgische vlag, als een engel uit de hemel. Geloof me, dat was niet gepland

In België volgt Finn het EK bij zijn grootouders in Roeselare. “Oen”, roept hij als zijn papa in beeld komt. Finn is negentien maanden oud en de ‘k’ krijgt hij nog niet uitgesproken. Vader Mario en zus Evelien volgen thuis in Ledegem, samen met zijn vriendin en haar man en drie kindjes. Evelien: “Toen Koen op tien kilometer van het einde versnelde, zat ik op een meter van het televisietoestel op de grond te nagelbijten. Ik had de Belgische vlag om mijn schouders gelegd en schreeuwde hem toe.”

Op 200 meter van de finish loopt Naert de laatste rechte lijn in. “Toen was het precies alsof er in mij een bom van emoties ontplofte.” Tientallen keren heeft hij dit moment gevisualiseerd. “Plots zag ik een blondje met een roze T-shirt aan de rechterkant van de weg, middenin een wel tien rijen dikke massa. Het was Elise met een Belgische vlag, als een engel die uit de hemel was neergedaald. Geloof me, dat was niet gepland. Ik wees, liep in haar richting, gaf haar een kushandje, trok de vlag uit haar handen en liep naar de finish.”

Naert en zijn Elise na afloop. Zoontje Finn volgt het EK thuis.
Naert en zijn Elise na afloop. Zoontje Finn volgt het EK thuis.© BELGA

Naert wint in 2 u. 09’51”, op dat moment de op één na snelste tijd ooit door een Belg gelopen. Een kampioenschapsrecord ook, 47 jaar na het Europese marathongoud van Karel Lismont in Helsinki. Hij steekt de vlag in de lucht. “Exact zoals ik het al weken in gedachten had. Maar in het echt voelde het toch beter.” Van Paemel: “Ik denk dat Koen die dag in ideale omstandigheden 2 u. 06′ in de benen had. Hij was zo sterk…”

In Roeselare is Finn door het dolle heen. Elise: “Hij heeft voor het scherm staan dansen. Of hij alles beseft, weten we niet. Iedere keer dat de beelden weer op televisie komen, denkt Finn dat zijn papa opnieuw Europees kampioen is geworden. (lacht) Prachtig om te zien.” Ook trainer Van Paemel ziet zijn poulain op tv goud behalen. “Normaal ging ik mee naar Berlijn, maar enkele weken ervoor werd er bij mijn dochter borstkanker vastgesteld. Het EK volgde ik vanuit onze vakantieplaats aan zee. Met mijn kinderen. Net zoals Koens zoontje stonden ook wij daar voor tv te springen. Voor mij was het heel speciaal, want op zulke momenten kan je alles relativeren. En met mijn dochter is gelukkig alles goedgekomen.”

Geluksgevoel

Zondag, 12.15 uur. Elise kan haar man in haar armen sluiten. “De sfeer was ongelofelijk. Dit zal ik nooit meer vergeten.” Even later geeft ze een interview voor de camera van atni.be. Of dit een revanche is van haar man, vier jaar nadat hij zijn profcontract verloor? “Dat heeft er niets mee te maken, want in essentie gaat het om de ervaring van het geluksgevoel. Geld is maar bijkomstig.” Ook Paul Rowe wordt om een reactie gevraagd. “Twee jaar geleden was Koen Naert 22ste op de Spelen in Rio. Had hij toen een contract bij ons, we zouden ongetwijfeld kritiek gekregen hebben.”

Na zijn titel verandert het leven van Koen Naert. Hij moet interview na interview geven. Maar hij en Elise nemen ook tijd voor zichzelf en gaan op reis met hun buren Renzo Roose en Sara Ghysel. Niet naar Martinique, wel naar de Dordogne. “Ik gun mezelf drie weken rust om weer op krachten te komen. En om te verdikken. Er moet drie kilo bij, want ik sta nu te scherp. Dus pizza, frietjes, chocolade… Dat is nu allemaal toegelaten. Ik ben nogal een zoetebek. Geef me een zak Smarties en ik eet ze allemaal op.”


Van verpleger tot atleet

Koen Naert (30) groeide op in Roeselare, week voor enkele jaren uit naar het Oost-Vlaamse Erembodegem, maar woont sinds 2016 in Moerbrugge met zijn vrouw Elise Cappelle. Samen hebben ze een zoon, Finn (3). Naert is van opleiding verpleger en werkte jarenlang in het brandwondencentrum van Neder-Over-Heembeek.

Hij legde zich eerst toe op de piste en het veldlopen, maar schakelde in 2015 over naar de marathon. In augustus 2018 kroonde hij zich in Berlijn tot Europees kampioen op de marathon. Begin april 2019 zette hij in Rotterdam een nieuw persoonlijk record neer: 2 u. 07’39”. Sindsdien bereidt Naert zich voor op de Spelen in Tokio, maar die werden door de coronacrisis naar de zomer van 2021 uitgesteld.