Stef Bos over 30 jaar ‘Papa’: “Ik ben een ‘mannelijke seute’ die enkel maar liedjes wilde maken”
Op zaterdag 11 juni staat Stef Bos op het podium van Kursaal Oostende, met band en uitgebreide bezetting met strijkers. Vanaf dat moment gaat het voor hem richting grote zalen, zoals De Roma in Antwerpen, De Warande in Turnhout, Carré in Amsterdam en Ahoy in Rotterdam. Vorig jaar wilde hij dat XL-feestje al vieren, maar daar stak corona een stok tussen de spaken. “Mijn hoogtepunten? Dat zijn die verhalen, die ontmoetingen met mensen”, vertelt Stef. “En wist je dat in Nederland ‘Papa’ niet meer de bekendste song is. Dat is nu door Miss Montreal ‘Door De Wind’ geworden, een lied dat ik schreef voor mijn moeder of zoals mijn broer zei: ‘Mama is papa voorbij gegaan’.”
In 1991 maakte Stef Bos furore met zijn debuut- en doorbraakalbum “Is dit nu later”. Daarop staan ijzersterke en tijdloze nummers als ‘Wodka’, ‘Wat een wonder’, ‘Is dit nu later’, en vooral ‘Papa’. Stef Bos is onlosmakelijk verbonden met deze song. Het liedje blijft actueel. Op het moment dat Stef het nummer schreef had zijn vader vernomen dat hij nog hooguit enkele maanden te leven had (uiteindelijk zou hij overlijden in 2014 op 91-jarige leeftijd). Zoveel verschillen tussen vader en zoon, en toch zoveel liefde. De essentie van het nummer is de laatste zin : ‘Maar papa, ik hou steeds meer van jou’. Verder komt het bekende oeuvre voorbij en songs die de afgelopen twee jaar door het Nederlandse tv programma ‘Beste Zangers’ (zeg maar ‘De Liefde voor Muziek’ in Nederland) het licht hebben gezien. We reden naar CC Lokeren waar Stef die avond optrad. Maar vooraf settelden we ons buiten op een bank op het terras om met Stef te praten over vroeger, nu én zijn toekomst. Vanaf de eerste minuut was het al gezellig. “Ik ben van het jaar ’61, jij toch ook?” Euh, we wisten niet dat we van hetzelfde geboortejaar waren. “Ik heb dat altijd al aangevoeld. Was jij een vrouw geweest, dan was ik verliefd op jou geworden”, lacht Stef. Voila, meteen was de toon gezet voor een heel tof gesprek, met tussenin enkele lachsalvo’s. “We zijn alle twee niet zo mooi, maar we hebben wel allebei andere talenten,” knipoogt Stef, waarna we onze eerste vraag afvuurden.
30 jaar Stef Bos, wat vliegt de tijd voorbij. Herinner jij je nog dat allereerste begin, die start van uw carrière?
Stef: “Het belangrijkste was 60 jaar geleden toen ik uit de buik van m’n moeder kwam, maar mijn muzikale start? Er was in 1989 een voorstart met Ingeborg met Eurosong. Ik hing in de slipstream als Hollandse vriend van een West-Vlaamse zangeres. Toen hoorde Hans Kusters mijn demo’s. Ingeborg wilde na ‘Door De Wind’ graag ‘Is Dit Nu Later’ opnemen, maar op hetzelfde moment had Hans Kusters gevraagd om een plaat te maken. Ik begon aan een selectie en wilde dat liedje voor mezelf houden. Het begin voor mij was ‘Is Dit Nu Later’ als single. In België werd het opgepikt, in Nederland begon het eigenlijk met ‘Papa’. Die twee liedjes hebben mij gelanceerd. Over het begin: als liedjesschrijver was ik er klaar voor, maar als artiest kwam er van alles op mij af. Ingeborg was goed in de precense, maar ik was een soort bolleboos, een ‘seute’ op z’n West-Vlaams, ik was een ‘mannelijke seute’, een beetje een nerd, die enkel maar liedjes wilde maken. Op het moment dat de spotlight op mij kwam, had er niemand het idee om een band om mij te plaatsen. Ik speelde immers enkel maar met vrienden op een podium. Maar ik ben blij dat het zo liep. Sommige mensen beginnen hoog en zakken af. Ik begon zoekend, ’t was een verwarrend begin. Maar het evolueerde door de jaren, omdat de mensen van de liedjes houden en altijd weer terugkomen.”
Een verwarrend begin, maar met een mooi palmares. Juist toch?
Stef: “Ik ging eten met Raymond in Brugge en hij vroeg of ik al ooit zwarte sneeuw zag. Ik zei: “Iedereen, als je mensen verliest die je dierbaar zijn.’ Maar in mijn loopbaan, in mijn muziek, zaten er misschien ups en downs tussen, maar nooit werd het stil. Werd het hier wat stil rond mij in Vlaanderen, dan stond ik in de spotlights in Nederland en werd het daar stil, dan was ik bezig in Zuid-Afrika. Ik heb dus nooit aangevoeld dat ik afwezig was en dat is heel fijn. Ik kon mijn ding blijven dingen. Ik kon liedjes blijven maken, mijn drijfveer. Ik mag God op mijn blote knieën danken omdat het voor mij zo is verlopen.”
De mooie momenten moet je blijven koesteren. Wat zijn jou mooie momenten?
Stef: “Mijn ontmoetingen met jou. Ja, schrijf maar op (lacht). Ik vond Eurosong vanaf de zijlijn een leuk moment, want daar werd ik creatief geboren. Ik leerde daar zoveel bij. Toen ‘Papa’ een hit werd in Nederland was dat leuk. ‘Breek De Stilte’ stond ook in België weken op nummer 1, maar een hit heb ik nooit gezocht, het ging voor mij over de hele plaat. Wat een bijzonder moment is, is wanneer je in de radio zit en dan hoor je voor de allereerste keer een liedje van je weerklinken. Dat is zo’n speciaal moment, want die bekende radiomensen in Nederland en België draaiden zomaar mijn liedje. Als ‘seute’ begrijp je niet dat je de liedjes die je thuis in elkaar stak dan plots worden opgenomen in een studio met een heel orkest of zoals ‘Door De Wind’ met een volledig VRT-orkest met zelfs violen. Terwijl ik dat thuis gewoon zat te maken. Opeens zaten dat 70 mensen te spelen. Dat is precies een misdaad tegen de mensheid (lacht). Een mooi moment is ook mijn ontmoeting in 2001 met Nelson Mandela in Amsterdam. Enkele jaren geleden is hij overleden, maar dat blijft mij àltijd bij. Een Edisson krijgen of een andere prijs krijgen is ook een leuk moment, wanneer het komt van mensen die je zelf waardeert. Ik kreeg ook een Buma-prijs. Ik ben nog zo oud niet, maar nu denken ze: we geven hem best een prijs, anders vergeten we hem en is hij misschien al dood. Laten we hem dus maar vlug een oeuvreprijs geven (lacht). Mijn eerste keer Carrè in Nederland, het begin in de Aerenberg in Antwerpen. Wanneer je voor de eerste keer een zaal kan inpakken en je voelt dat je ego niet in de weg zit. Dat is zo’n mooi moment. Dat je wordt gedragen door een lied.”
Een mooi moment is zeker ook wanneer de mensen spontaan naar een optreden komen en dat je dus niet moet bedelen om volk in je zaal te krijgen?
Stef: “In ’t begin was er veel herkenning door Samson, maar daar moest ik van weg. Dan loopt de liedjesschrijver in de weg. Dan ging ik onder de radar. Maar spelen in zalen, doe ik jaar-in, jaar-uit, dat vind ik heel fijn en het direct contact met het publiek. Dan hoor je verhalen vertellen. Vertelde ik je al eens over die man Luc Lambrechts uit Ertvelde die geen afscheid kon nemen van zijn koeien als ik niet het liedje ‘Papa’ kwam zingen, want hij had die koeien, samen met zijn vader grootgebracht. En daar stond ik dan middenin die wei dat liedje ‘Papa’ à capella te zingen. Dat soort momenten, dat is een hoogtepunt. Dat heeft niets met je carrière te maken, je kan iets voor iemand doen. Hij vroeg: ‘Wat moet ik je?’ Ik zei: ‘Niets! Dat is een te emotioneel moment.” Moet ik kiezen tussen Mandela of Lambrechts, dan is het Luc Lambrechts, want Mandela zat daar ook maar in functie. Of een brief die ik krijg van iemand. We speelden in Zwolle en ik ontving een brief van een vrouw. Haar man van zo’n 50 jaar had terminaal kanker. Hij zou nog graag een liedje van mij horen, maar hij kon niet in de zaal terecht. Ik stelde voor dat hij naar de soundcheck kwam. Ik speelde solo, die man komt met zijn vrouw naast mij staan. Ik hield het niet droog. Op zo’n moment kan geen voorstelling er tegen op. Op dat moment deel je immers iets. Het is niet mijn verdienste, want het waren die mensen die zoiets vroegen. Ik kan ook over het lied ‘Papa’ al een boek schrijven. Dat zijn mijn hoogtepunten: die verhalen, die ontmoetingen met mensen.”
Tevreden over die 30 jaar of denk je: ik kon het nog verder hebben gebracht? Ik heb wel eens de trein gemist die voorbij passeerde?
Stef: “Ooit kwam ik Hans de Booy tegen net buiten de VRT. Hij vertelde dat mensen tegen hem hadden gezegd dat hij toch veel meer in zijn mars had dan ik, maar dat ze mij overal zagen verschijnen en hij voegde er met gevoel voor humor aan toe: “Stef, dat iemand met zo weinig talent zoveel werk heeft.” Ik zei tegen Hans: “Ik heb precies het tegenovergestelde. Het blijft mij verbazen dat iemand met zoveel talent als jij maar zo weinig werk heeft!” Ik heb de Booy wel graag, en ik vond het wel mooi dat hij dat zei. Ik kon in West-Vlaanderen zijn geboren, want ik ben een noeste werker. ‘Talent is iets heel graag willen’, zei Brel. Er zijn veel mensen met talent, maar die doen er niets mee. Ik denk dat ik het talent heb om iets te maken en een verhaal te vertellen, inclusief een beetje zingen. Het is de combinatie van die dingen. Ik ben dus méér dan tevreden over die voorbije 30 jaar. Ik verbaas mij over de weg die ik aflegde. Als ik in Carrè sta voor 2.000 man, dan sta ik in de coulissen mij af te vragen: wat doen die mensen hier? Komen die hier voor mij? Ik zal ervoor zorgen dat ze allemaal gelukkig naar huis terugkeren, ik zal op het podium alles geven.”
Mag ik schrijven dat ‘Papa’ je allergrootste hit is in 30 jaar Stef Bos?
Stef: “Niet meer! Dat is nu ‘Door De Wind’. Nu praten we over Nederland hé. ‘Door De Wind’ zong Miss Montreal en dat lied ging door het dak. Mijn broer zei wel iets grappigs. In Nederland heb je de Top 2000 of de Top 1000. Miss Montreal stond met ‘Door De Wind’ op de achtste plaats, het hoogste Nederlandstalige nummer. ‘Papa’ stond 20 plaatsen lager. Ik schreef ‘Door De Wind’ voor mijn moeder toen ze ziek werd. Ingeborg hoorde dat liedje, dacht eraan om het op Eurosong te brengen. Mijn broer zei: “Mama is papa voorbij gegaan”. In Nederland staat ‘Door De Wind’ puur wat de song betreft dus hoger, maar ik zal altijd nog liever ‘Papa’ zingen.”
Christiaan Bauer, de zoon van Frans, zong recent ‘Papa’ voor zijn eigen papa en sindsdien is dat lied dé allermooiste song van Frans Bauer. Er zijn er al veel die deze song hebben gecoverd, waaronder Suzan & Freek. Streelt dat uw ijdelheid?
Stef: “En Christiaan deed het heel goed! Frans Bauer heb ik graag. Ik zou nog iets met hem willen doen, want de mensen verwachten dat niet en ik hou van onverwachte dingen. Goed gedaan door zijn zoon, goed gezongen. Het is een moeilijk nummer om te zingen als cover, echt waar. Suzan & Freek deden dat ook goed. Het liedje heeft muzikaal niet veel om het lijf, maar ’t is de tekst hé. Je moet die tekst goed uit je bek krijgen om er iets mee te doen. Dit liedje schreef zichzelf, eigenlijk heeft mijn vader het gemaakt. Ik zette het gewoon op papier. Ik keek naar hem, zag zijn nagels, en dus schreef ik het terwijl ik onderweg was naar Antwerpen. Ik wou hem gewoon iets geven. Wist ik veel dat het 30 jaar later nog altijd bekend zou zijn.”
Is die tournee een uitgestelde tournee of niet? Dit jaar exact 30 jaar?
Stef: “We spelen een beetje vals door corona. We bouwen op naar Ahoy én Oostende én andere grote zalen. In Kursaal kunnen er 2.000 in, in Ahoy 5.000. We bouwen dus op. We zijn allebei van ’61 en dus werden we vorig jaar 60. Ik wilde niets met 60 doen, want we zijn allebei nog jonge Goden. Maar dan was er weer die lockdown in Nederland. Het is door corona dus één jaartje verschoven. Tot eind mei spelen we nog met de band en vanaf juni spelen we met een gitarist en een batterij strijkers erbij. Ik speel geen nieuw nummer, enkel mijn bekende songs. Ik ga doorheen de tijd en neem foto’s van m’n leven. Toen zat ik daar met mijn hoofd, maar vooral foto’s waar andere mensen zich ook in herkennen. Ik loop doorheen een leven van 30 jaar in de muziek.”
Zijn er nog zaken die je wilt bereiken in je loopbaan met uw al goedgevuld palmares?
Stef: “Avontuur hé! Er zijn nog veel plannen voor de toekomst. Er ligt een nieuwe plaat klaar ‘Bitter Lief’ voor het najaar. Ik werkte ooit met producer Boudewijn De Groot, daarna nooit meer. Nu werkte ik samen met Jo Francken. In Nederland ga ik veel doen voor tv. Ik denk dat ik iets meer ga uitwaaien. Ik zou ook graag nog iets doen over het thema mannen. Ook met verschillende mannen die ik ken. Met al die mannen een week spelen om een beetje ‘van onze kloten’ te maken. Want sinds Metoo schieten dingen soms door. We scheppen zo een ongemakkelijke samenleving. Wat mag je nog doen? Mogen we nog elkaar aankijken? Mag het spel nog gespeeld worden? Moeten we er dan ook niet gaan aan denken om alle posters langs de weg met vrouwen in korte rokjes weg te halen?”
“Maar wat ik echt nog wil bereiken, is om op een groot event zoals de Lotto Arena en Ahoy het Vlaams, Nederlands en Afrikaans bij elkaar te krijgen en kan aantonen hoe dicht we bij elkaar liggen én hoe schoon de verschillen zijn. Mensen van de huidige en jongere generatie, maar uit verschillende landen want soms kennen we elkaar niet meer. Ik hou van alle drie die culturen. West-Vlaams vind ik ook zo’n mooie taal. Als ik dat aan het roepen ben, dan is dat niet om een grap te maken. Eén van mijn beste vrienden is oogarts Marnix Claeys uit Kortrijk. Die zegt altijd: ‘Er is een grens aan grootheid!’. West-Vlaanderen, door mensen gedreven! Mooi toch!” (PADI)
Zaterdag 11 juni om 20 uur in Kursaal Oostende. Tickets: 32, 28 en 26 euro, inclusief reservatiekosten. www.kursaaloostende.be,www.stefbos.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier